Angst in de stad – Berlin Biennale, Alfredo Jaar & Baumeister der Revolution

Voetbal, bier en Biënnale. Drie goede redenen om weer eens naar Berlijn te gaan en al voor de zevende keer de Berlin Biennale für Zeitgenössische Kunst te bezoeken. Deze editie werd van tevoren al als spraakmakend aangekondigd, vanwege de zeer politieke opzet. Maar of de revolutie met deze kunstenaars zal worden gemaakt en doorgezet, is uitermate de vraag.

zeepbellen e1340713508142
Zeepbellen - 48 Stunden Neukölln

Elke biënnale van Berlijn wilde meer zijn dan een verzameling recente kunstwerken van de meest veelbelovende/veelbesproken kunstenaars van het moment. Dit jaar koos kunstenaar en curator Artur Zmijewski voor het thema ‘Forget Fear’.  Bij binnenkomst in de Kunstwerke (KW) waan je je in een geitenwollensokkenzomerkamp: er zijn kringgesprekken, workshops ‘vegan cooking’ et cetera. Die sfeer komt je ook tegemoet bij het betreden van het hoofdgebouw in KW. De grote ruimte achterin KW is als ‘temporary autonomous zone‘ gegeven aan vertegenwoordigers van de Occupy-beweging uit de hele wereld. Slogans, quotes uit filosofische teksten en parafernalia van zowat alles waartegen of waarvoor sinds de jaren 1960 is gedemonstreerd – voor vrouwenrechten, tegen homofobie, tegen kernkoppen, voor het milieu, voor betaalbare woningen, tegen racisme, tegen het grootkapitaal et cetera – plakken op wanden, vloeren en alle meubilair. Slogans ontleend aan het boek ‘Indignez-vous!’ van de hoogbejaarde Franse schrijver en verzetsman Stéphane Hessel zijn in fluoriscerende kleuren op de wanden gekalkt, er is graffiti op de vloeren, posters met typische krakersesthetiek, maar ook een weggeefwinkel, een cursus spandoeken maken en dies meer: het lijkt alsof je wordt gekatapulteerd naar een ander tijdperk.

Een verloren revolutie (1)

7 berlin biennale pussy riot
Free Pussy Riot - Berlijn, 11 mei

Van woede is er bij de ‘deelnemers activisten’ weinig te merken: brave Oost-Europese crusties op blote voeten, blije meisjes die pamfletten uitdelen, dames van middelbare leeftijd in harembroeken en knorrige ‘idealisten’ die niet met de enkele verdwaalde ‘kunstliefhebbers’ wensen te communiceren. En die laatsten hebben het raden naar de bedoeling van de aanwezigheid van Occupy in deze setting: is het ernstig bedoeld en zal hier de kern van een nieuwe revolutie worden gesmeed waartoe we worden opgeroepen deel te nemen? Verder verwijderd van het initiële moment van de revolutie zoals de Franse filosoof Alain Badiou het noemt, kan het niet zijn. Het geheel laat zich immers eerder aanschouwen als een archeologische opgraving van een voorbij protest-tijdperk. Occupy als het einde van het verzet, veeleer dan het begin ervan. Is het dan een meta-kunstwerk? Bedoeld om ons in verwarring te brengen of ons ongemakkelijk te laten voelen over de gratuite manier waarop we zowat in elke betoging hebben meegelopen? Wil het geheel ons laten nadenken over de zin en onzin ervan? Nee, ook niets van dat alles, uit het begeleidende schrijven blijkt alleen dat we warm worden opgeroepen om niet meer publiek maar deelnemer te worden.
En er wordt – weliswaar voorlopig geweldloos – ook een flinke kunstinstellingsdeur ingetrapt door Occupy Museums (New York): “We question the common art logic that would have us believe that whatever is inside a gallery space is fake or staged, or can only imitate reality. We wonder why art feels so dead, especially in these times of protest. Galleries and museums are also politica spaces wherry we can creatie and conduct political activity and fight for the implementation of more effective democratie procedures.” Goede kunst koppelen aan activisme is – zonder er cynisch over te doen – slechts zelden geslaagd, ‘politiek’ die kunst wordt nog minder vaak. En al helemaal niet in de vorm van goedbedoeld maar gefossiliseerd activisme zoals het hier wordt vertoond. Integendeel, deze vorm van activisme is zelfs anti-avant-garde, zowel inhoudelijk als in de gehanteerde vorm. Die afkeer van dogma’s door de avant-garde maakt de kloof tussen activisten en kunstenaars niet makkelijk te overbruggen is, het blijft daardoor vaak Kunstler versus Politiker in plaats van Kunstler-Politiker. Dat wordt helaas geillustreerd door  ‘Breaking The News’. In een grote ruimte kan de toeschouwer beelden zien van talloze demonstraties in Europa en het Midden-Oosten, gefilmd door activistische collectieven. Geen hoogstaande filmkunst en er wordt verder ook niets gedaan met de beelden die we ook dagelijks op ons televisiescherm kunnen zien, zelfs in de journaals van de gevestigde media.

Een andere wereld

7 berlin biennale jonas staal
Ontwerp voor New World Summit - Jonas Staal

De overige verdiepingen worden ingenomen door projecten en kunstwerken die de verbinding tussen kunst en activisme proberen te maken, het ene al meer geslaagd dan het andere. Enigszins chauvinistisch, maar  ‘New World Summit’ van de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal (zie Gonzo (circus) #90) steekt er met kop en schouders bovenuit. Dat ligt juist aan de gedegen voorbereiding en onderbouwing die zijn werk kenmerken, de vertaalslag die hij kan maken naar een groot publiek, het uitdagende karakter en de afwezigheid van oordelen of  het opleggen van ‘de waarheid’. Bovendien vallen vorm en inhoud perfect samen. Immers, in samenwerking met architect Paul Kuipers en curator Robert Kluijver bereidde hij een aantal openbare samenkomsten voor waar vertegenwoordigers of woordvoerders hun organisatie die door de EU als terroristisch is aangemerkt, zich konden voorstellen en discussiëren. Experts lichtten toe waarom een aantal organisaties op die lijst terecht waren gekomen, zoals de Tamil Tijgers of een organisatie die gehandicapte kinderen in de Palestijnse gebieden hielp en waarvan de leiders tot 65 jaar gevangenisstraf in de Verenigde Staten zijn veroordeeld op basis van geheime stukken. Een hallucinant kijkje in de werking van onze zogenaamde rechtsstaat, die onder het mom van ‘veiligheid’ en ‘antiterrorisme’ steeds meer van binnenuit wordt uitgehold. Dat de vertegenwoordigers en expert een soort alternatieve politieke arena vormen, wordt mooi uitgedrukt in de architectuur van deze nieuwe arena: een cirkelvormige ruimte met aan de buitenkant de vlaggen van alle ‘deelnemende’ organisaties – denk aan de Verenigde Naties – daarbinnen cirkels met stoelen voor het publiek en ten slotte in het midden een aantal spreekgestoelten in een kring. De vorm van de presentaties en de debatten is formeel, de inhoud controversieel maar als een van de weinige projecten ook positief onthaald in de Duitse pers.
Ongemakkelijk is het werk ‘PM2010’van de Mexicaanse Teresa Margoles. Op een enorme wand heeft ze een reeks covers van de Mexicaanse tabloid PM, alle met bloederige taferelen van afrekeningen in het drugsmilieu. De ‘bebloede’ muur drukt ons met de neus op de feiten: zonder ons ‘hippe’ drugsgebruik en hypocriete ‘War on Drugs’ zou niet heel Midden-Amerika het laatste decennium zijn uitgegroeid tot één gigantische hypergewelddadige narcostate. Aan de andere kant van diezelfde ruimte zijn de eerste activiteiten zichtbaar van het project ‘A Gentrification Program’, geïnitieerd door het Institute for Human Activities. Achter deze organisatie gaat een bekende Nederlandse kunstenaar schuil die liever nog even anoniem blijft. Dit project zal de biënnale wel overleven: er zijn de foto’s van de bouwwerkzaamheden en er is een tweedaags seminar in Congo komend weekend. Het ogenschijnlijk absurde interventionistische project is een scherpe commentaar op hoe steden en ondernemers kunstprojecten gebruiken voor citymarketing en tegelijk heel urgent in een stad als Berlijn waar hippe buurten al snel aan gentrificatie worden onderworpen. De wijk Neukölln is daarvan het sprekende voorbeeld: was de Weserstrasse bijvoorbeeld een jaar geleden nog een gloomy woonstraat, vandaag wemelt het er van de barretjes, winkeltjes en galeries, zoals ook bleek tijdens 48 Stunden Neukölln (daarover verder meer). Wij zijn alleszins benieuwd hoe het gentrificatie-project in Congo zich zal ontwikkelen.

Een esthetiek van verweer
Verder troffen we op de biënnale veel erg letterlijk werk uit Oost-Europa aan, zoals Joanna Rajkowska‘s  erg persoonlijke – het persoonlijke is politiek, zoals een veelgeciteerde slogan luidde – ‘Born in Berlin’. Ze documenteert daarin haar zwangerschap en de geboorte en eerste maanden van haar dochter Rosa in Berlijn, als een soort nieuwe universele Europese burger, bevrijd van angst. Maar verder dan documenteren komt het niet en de foto’s zijn evenmin heel bijzonder. Veel werk bestond uit documenteren en dat zegt vooral iets over hoe kunstenaars in Oost-Europa nog bezig zijn los te komen van het verleden en een plek te vinden in Europa. Tot echte verwerking en een vertaalslag is het nog niet gekomen, daarom was de titel ‘Forget Fear’ niet zo gek gekozen, alleen toont deze biënnale vooral angst en geen gedurfde toekomstvisies of urgente vragen.

Museum Berlin Alfredo Jaar A New World 1990
Alfredo Jaar - A New World (1990)

Die stelde de Chileense kunstenaar, architect en filmmaker Alfredo Jaar – en vader van muzikant Nicolas Jaar – wel toen in zijn thuisland Salvador Allende werd vermoord en Pinochet de macht greep. Hij ging de straat op met borden en vroeg de bevolking: ‘Are You Happy?’. Interventionistische kunst waarin hij zijn landgenoten een spiegel voorhield, zonder goedkope slogans of dogma’s. In de Neue Gesellschaft für Bildende Kunst is tot 19 augustus nog een retrospectieve te zien met het werk dat Jaar maakte toen de Junta het lelijkst huishield in zijn land, met als titel: ‘The Way It Is – Eine Ästhetik des Widerstands’. De werken hier tonen aan welke gemiste kans de Biennale is. Niet alleen ging Jaar de straat op om zijn medeburgers pijnlijke vragen te stellen, hij fotografeerde ook hun gemoedstoestanden, maakte een kunstwerk rond ‘documentatie’ over de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken, Henry Kissinger, de kwade genius achter de coup, toont zichzelf als enge clown/tovenaar en koppelt de situatie in Chili midden jaren 1970 aan het verzet in Noord-Ierland tegen de willekeur van de overheid. In een indringende video-installatie speelt hij op een blaasinstrument tot hij erbij van uitputting bij neervalt. Dat is zijn manier om ‘weerstand’ te tonen, verzet tot het bittere einde. Hij liet zich daarbij inspireren door een foto gemaakt van twee sandinistas in Nicaragua die door een muzikant worden aangemoedigd. In de Berlinische Galerie is werk te zien van na zijn vertrek naar New York. Dit enorme oeuvre is internationaal overal vertoond, maar opvallend is dat zijn engagement nooit is afgenomen en er een consistente esthetische lijn zit in zijn werk, zoals in ‘Press Works’. En ook Jaar staat – net als het Institute for Human Activities – uitermate kritisch ten opzichte van kunst als een economisch goed, eerder dan als een integraal onderdeel van ons ‘sociaal kapitaal’. Bij Galerie Thomas Schulte is een enorm groot neon-werk van Jaar te zien: ‘Kultur=Kapital’. Deze wederom urgente referentie aan Joseph Beuys ‘kunst=kapital’ binnen Jaars gehele oeuvre (ook zijn er nog twee installaties te zien in de Alte Nationalgalerie, en verder zijn er ook filmvertoningen en debatten in aanwezigheid van de kunstenaar) toont dat verzet louter door poëtische beelden te gebruiken, heel krachtig kan zijn.

Een verloren revolutie (2)

shreddershop 1 e1340712603342
Einfach
shredder e1340712555415
Shredden

Tijdens 48stunden Neukolln was het lastig niet door hipsters onder de voet te worden gelopen en het vrolijke en zonnige geheel hield het midden tussen een braderie, een schoolfeest en een kunstevent. Bij Studiogalerie Mariam Wuttke werden we verrast door de installatie ‘Fusion’ van de Italiaanse kunstenaars Christina Gori en Alessandro Cardinale. Een spiegel in reepjes gesneden weerspiegelt niet alleen aan beide zijden het positief en negatief van een donker bos, maar plaatst je als toeschouwer ook in het bos. Het effect kan speels zijn, zoals verstoppertje spelen tussen de bomen, maar ook eng, als je ineens tussen de bomen een andere bezoeker/kijker ontwaart die je recht in de ogen kijkt, via de spiegel of tussen de reepjes spiegel. En bij ‘lofi’ galerie Weserland Offspace kon je je ‘schulden’ door een papierversnipperaar halen in het pop-up werk ‘Schreddershop’ van Jonas Wilish. Daar werd gretig gebruik van gemaakt want de vloer lag bezaaid met verscheurde schuldbekentenissen. Buiten werden zeepbellen geblazen…

Gedroomd van een nieuwe betere wereld en nieuwe mens werd er ook in de Sowjet-kunst en architectuur tussen 1922 en 1935. De expositie ‘Baumeister der Revolution’ (Martin-Gropius-Bau, nog tot 9 juli) toont de nu verwaarloosde avant-garde architectuur die in die korte, hoopvolle periode tot stand kwam. Het uitgangspunt van de tentoonstelling is Vladimir Tatlins ontwerp voor het nooit gerealiseerde gigantische Monument voor de Derde Internationale. Een monument en volkspaleis dat in Sint-Petersburg diende te verrijzen. Met dit ontwerp legde hij wel de hoeksteen van het constructivisme.

mgb12 baumeister 17 bakery media gallery res
Bakkerij (foto, 1938)

De tentoonstelling is vrij didactisch opgebouwd: elke zaal toont architectuur respectievelijk gericht op energiecentrales, winkels, drukkerijen, sanatoria,  fabrieken, woonhuizen, sportverenigingen (o.a. Spartak moskou!), ontspanningsclubs et cetera. Alles wat de nieuwe collectivistische mens en heilstaat nodig had om te leven, werken en ontspannen. En daar zitten echt pareltjes bij zoals een industriële bakkerij met ronde productieplatforms, het Melnikow-huis (zeer uitzonderlijk dat er een privé-woonhuis werd toegestaan), een garage met een raam in de vorm van een wiel. Er worden niet alleen oude foto’s getoond, maar ook vooral werk van fotograaf Richard Pare die het tot zijn levenstaak heeft gemaakt om al die prachtige, maar in verval verkerende modernistische architectuur die in het Westen wordt bejubeld, te fotograferen. Sommige foto’s zijn ook al een paar jaar oud, zodat je er wel het raden naar hebt in welke toestand de gebouwen nu verkeren. Behalve dan een voormalige luxe-woonkazerne voor apparatsjiks in Moskou dat nu gerenoveerd wordt tot luxe-condo’s. Jammer zijn ook de zeer beknopte biografietjes van de architecten, waarvan een niet onaanzienlijk deel in ongenade viel bij Stalin en een ander deel zich conformeerde aan de pompeuze neo-classistische stijl die Stalin voorstond. De omslag in het denken bij de machthebbers die daaraan ten grondslag lag, komt evenmin uitgebreid aan bod.

mgb12 baumeister 06 popova force media gallery res
Ljoebov Popova

Wel heel mooi aan de tentoonstelling is dat telkens de link wordt gelegd met andere vormen van beeldende kunst en met name met het werk van Kazimir Malevich en de ondergewaardeerde en jong gestorven kunstenares Ljoebov Popova. Samen met Tatlin lagen zij aan de basis van het constructivisme. En dat zie je heel mooi in werk als ‘Ruimte-Krachtconstructie’ (1920-1921). Die link tussen schilderkunst, concepten en de uiteindelijke gebouwen – al dan niet 1:1 – toont kunstenaars die vol hoop naar de toekomst keken, maar de revolutie raakte verstrikt in plannen, bureaucratie, blind geloof in techniek en ten slotte dictatuur en angst.

tekst:
Ruth Timmermans
beeld:
7-berlin-biennale-jonas-staal
geplaatst:
di 26 jun 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!