'Body Echoes' - Aamanda Morelli

A band called Death

“This is where Death was born!” Bobby Hackney, een van de drie broers over wie deze documentaire gaat, is zojuist uit zijn auto gestapt en staat in de straat waar hij met broers David en Dannis opgroeide. Een straat in Detroit, ooit het kloppende hart van zowel de Amerikaanse auto-industrie als Motown, nu in rap tempo afbrokkelend. “A band called Death” is het verhaal van drie broers die hier, zonder het te weten, onwaarschijnlijke geschiedenis schreven. Niet alleen vormden zij de eerste punkrock band avant la lettre; zij vormden ook de eerste zwarte punk rock band avant la lettre. Bad Brains? zegt u…nee dus: Death was eerder. Maar niemand die het wist.

De Rock Fire Funk Express

foto
Death

Aangemoedigd door hun ouders, die instrumenten voor ze kochten en toestonden dat de jongens hun slaapkamer als oefenruimte gebruikten, begonnen de Hackney broers begin jaren 1970 allereerst De Rock Fire Funk Express; een bandnaam die het onvermogen te kiezen tussen rock en funk uitdrukte. Nadat oudste broer David in 1973 echter zowel The Who als Alice Cooper live in actie zag was de keuze alsnog gemaakt: het werd rock. En na de dood van hun vader werd de bandnaam op Davids aandringen veranderd in Death, “because death is real”.

De documentaire schetst de ondergang van een band die nooit een opkomst heeft gekend. Op de weinige live shows werd gemengd gereageerd; het publiek zag liever een tweede Earth Wind & Fire op het podium, en de naam verpestte de rest. In 1974 was er sprake van een mogelijke release bij Columbia Records, maar omdat David halsstarrig weigerde de bandnaam te veranderen liep dat stuk. De broers brachten daarom zelf 500 exemplaren uit van de 7” ‘Politicians in my eyes’ en de master tape van de onuitgebrachte full length verdween naar zolder.

Het prachtige tijdsdocument, versneden met oude foto’s en geluidsopnames en met commentaar van familieleden en andere betrokkenen, is erg persoonlijk; al snel wordt duidelijk dat het met oudste broer David niet goed afloopt. Eenmaal verhuisd naar New England beginnen Bobby en Dannis uiteindelijk een succesvolle reggeaband, maar de gedesillusioneerde David verhuist terug naar Detroit, raakt aan de drank en overlijdt uiteindelijk in 2000, op 48-jarige leeftijd. Tot zover een passend einde voor een muziekdocumentaire op het randje van een tearjerker.

En daar was opeens Death

foto 12   
Death, op IDFA 

Maar dan: flash forward naar 2008. In het wereldje van fanatieke platenverzamelaars duikt de 7” van Death opeens op, waarna die snel cultstatus vergaart op blogs en (uiteraard) eBay: opeens is het schijfje honderden dollars waard en mag het punkpioniers als Jello Biafra en Henry Rollins tot fans rekenen. Misschien wel de mooiste scene uit de documentaire is die waarin Julian Hackney, de zoon van Bobby die -aan zijn bandshirts te zien- thuis is in de wereld van hardcore punk, vertelt hoe hij de op mp3 omgezette single hoort en de stem van zijn eigen vader herkent: wat gebeurt hier?! En dan zien we in het laatste half uur, geheel tegen de verwachting in, alsnog de resurrectie van de meest legendarische punkband die niemand kende.

Onovertroffen toegift

Het mooie einde van de film verklap ik niet, maar de toegift op IDFA is onovertroffen: na een korte Q&A wordt een mobiel podium de Rabozaal ingereden en stappen de leden van Death (met nieuwe gitarist) naar voren.
In nog geen half uur (de perfecte lengte voor een punkshow) bewijzen ze dat hun muziek de winterslaap van 35 jaar overleefd heeft.  Het publiek is razend enthousiast, koopt na afloop de merchstand leeg en vertrekt in de wetenschap dat hier een stukje geschiedenis plaatsvond. Death is real.

tekst:
Miriam van Ommeren
beeld:
foto-1
geplaatst:
ma 19 nov 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!