728x90 MM

//RAW:ReSpace/

Saxofonist Ulrich Krieger werkte eerder samen met onder meer Lou Reed, Lee Ranaldo, Faust en Zbigniew Karkowski. Hij bestiert ook zijn eigen doom-death-noisegroep Blood Oath en als hij zin heeft om in meer rustiger vaarwater te musiceren, doet hij dat met Wandelweiser Group. Geïnspireerd door Reeds ‘Metal Machine Music’ besloot hij ditmaal solo aan de slag te gaan. Of toch bijna, want op twee stukken (van de zes) laat hij zich bijstaan door drummer Joshua Carro. Voor ‘//RAW:ReSpace/’ gebruikt Krieger een elektronisch versterkte tenorsaxofoon, met zijn saxofoon opgewekte feedback (veel!), pedalen en delay. Op ‘Needles’ gebruikt hij tevens zijn stem, en laat zich hier assisteren door Carro, net als op ‘California’. Opener ‘Desert Center’ omvat twaalf minuten aan in noise gedrenkte ambient, waarin elke toon en noot oorspronkelijk van zijn saxofoon afkomstig is, maar wat nauwelijks is te merken. ‘Trona’ gaat in eerste instantie verder op hetzelfde elan, maar vervelt dan in een industrial aandoend stuk minimalistische ambient die stevig doordavert op een luid volume. ‘Needles’ zit eerder in de freerockhoek met een grote injectie psychedelica, nauw verwant om de exploten van Acid Mothers Temple of High Rise. ‘Shoshone’ doet eerder denken aan Throbbing Gristle en is eigenlijk het rustigste nummer van de set. De tweede cd bevat naar verluidt één lang stuk dat opgedeeld werd in elf studies rond hetzelfde thema, maar onze promo bevatte dit stuk jammer genoeg niet. Het Brusselse Testtoon brengt alleen platen uit van artiesten -de bekendheid doet er niet toe- waarvan ze zelf steil achterover vallen. Onder meer Red Stars Over Tokyo, Oubys en Shoc Corridor gingen de plaat van Sovaj Stroj, artiestennaam voor de uit Luxemburg afkomstige producer Michel Flammant, vooraf. Na uitstapjes in de black metal, gewone rock en synthwave (Plankton Waves) gaat hij nu voor ietwat experimentele elektronische muziek die nauwe verwantschap vertoont met dark ambient en industrial. De vier stukken zijn contemplatief van aard en roepen een bijna sacrale sfeer op die we zouden kunnen linken aan die van de Tibetaanse monniken. Dat komt ook door het gebruik van een aantal minder voor de hand liggende instrumenten die mee de sfeer van het Verre Oosten oproepen. In ‘As Days Grow Silent We Love Each Other’ wordt de drone door een accordeon opgewekt, een beetje zoals Miss Murgatroid dat in een ver verleden ook al eens durfde te doen. De B-kant van de plaat bevat dan weer twee stukken die veeleer de donkerste krochten van de industrial opzoeken. Intrigerende plaat van een artiest die eindelijk zichzelf lijkt te hebben gevonden.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
UlrichKrieger_RAWReSpace
geplaatst:
do 13 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!