Raffelige randen op Rock Herk

De moeilijke jaren voor Rock Herk zijn duidelijk achter de rug. Goeie muziek en gezelligheid troef de laatste jaren in Herk-de-Stad. Niet verwonderlijk dan ook dat ze afgelopen zaterdag opnieuw het bordje ‘Sold Out’ mochten bovenhalen.

En als ze in Herk-de-Stad een mooi programma in elkaar knutselen dan zijn wij er ook bij. Net als vorig jaar maakten we gebruik van de Gonzomobiel om ons ter plekke te brengen. De ingebouwde GPS van onze mobiel was een jaartje ouder en wat roestiger geworden want hij stuurde ons langs negorijen als Gorsem en Metsteren op weg naar Herk-de-Stad. Door God verlaten gehuchten waar ze aan politiekers vragen om de Russen terug te geven trouwens. Vreemde vragen die ze daar hebben. Mooi is het daar wel, en het leven gaat wat langzamer.

Idylle tussen de bomen

Eénmaal onze Gonzomobiel geparkeerd stond in hetzelfde bloemenperkje als vorig jaar haasten we ons dan ook naar het festivalterrein. Daar kwamen we als snel tot twee vaststellingen. Eén: Mantis hadden we gemist wegens opgehouden door een paard in kar. Twee: het festivalterrein kreeg weer een make-over. De Sint-Truidersteenweg is helemaal geblokkeerd voor het verkeer en een stukje daarvan vormt nu de verbinding tussen de twee delen van het festivalterrein. Op elke helft van het terrein een tent met een podium en nog meer aandacht voor de catering. Op dat voetbalveld en tussen die bomen is gewoon een idyllisch festivalterrein opgebouwd. En dan de muziek vraagt u zich misschien af?

Geconcentreerd

Zoals elk jaar mochten er weer veel Belgische groepen present tekenen. Maar dan niet de uitgekauwde bands die je op elke Vlaamse pensenkermis tegenkomt. Nee, bij Rock Herk kiezen ze consequent voor groepen die zich ophouden in de raffelige randen van de Vaderlandse rockmuziek. En daar zitten soms lokale helden bij zoals Cornflames. Begin van deze eeuw grossierde de band in melodieuze emo-indierock à la Hot Water Music of Jimmy Eat World. In 2006 stopten ze, maar de laatste jaren treden ze nog wel eens op. Zoals hier dus. Ondertussen zijn ze misschien wat bezadigder, maar ze waren duidelijk blij dat ze nog eens loos mochten gaan. En zanger-gitarist Eppo Janssen, ondertussen programmator op Pukkelpop, zong terecht de loftrompet van Rock Herk. Toffe muziek en dito sfeer. Wat heeft een festival meer nodig? Toch?

Een minuut na het Cornflames optreden stonden we al aan het hoofdpodium en zagen daar een gedreven Supergenius aan het werk. Strakke, geconcentreerde post-hardcore die herinnert aan dingen die we hoorden in de jaren negentig van de vorige eeuw. De band moest wel werken om de tent mee te krijgen. Maar al bij al slaagden ze toch in dat opzet. De nodige zieltjes zijn zeker gewonnen.

Hard

Gezien de opzet van het festivalterrein en het tijdschema gaat het hard op Herk. De laatste noot van Supergenius was nog niet uitgestorven of daar weerklonk al de donkerte van de combinatie VVOVNDS + Svartvit. Deze samenwerking tussen Kortrijkzanen VVOVNDS en noise geluidsknutselaar Svartvit uit Den Haag werd opgezet door Rock Herk en Incubate. Bovenop de snoeiharde hardcore van VVOVNDS gooit Svartvit nu een laag harshnoise. Dat zorgt voor een extra dimensie in nummers als ‘Peine Forte’ en ‘Descending Flesh’. Donkere intensiteit op een zonnige zaterdagnamiddag en toch onder de indruk. Straf.

Op datzelfde clubpodium zagen we later op de dag nog een stel Belgen zwaar uitpakken. Afgelopen voorjaar verscheen ‘De Doden Hebben Het Goed’ van het Gentse Wiegedood. Op plaat al Black Metal zoals Black Metal moet klinken. Vuil, hard, intens en donker. Zeer donker. En dat kunnen ze dus ook live brengen. Levy Seynaeve, die je kunt kennen als bassist van Amenra, haalt hier alles uit de kast als zanger/gitarist. Hij grunt, schreeuwt en zingt alles aan flarden. Gelukkig voor hem zijn er soms rustpauzes in de nummers. Die momenten zorgen telkens voor de nodige ademruimte na zoveel intensiteit.

Ook nog Belgisch en hard was Steak Number Eight. Ondertussen hebben die het aura van Rock Rally winnaar helemaal van zich afgeschud en kiezen ze ervoor om hun meer dan ooit hun eigen pad te bewandelen. En wat een pad is dat. Brent Vanneste loodst zijn mannen langs woest, kolkende gitaaruitbarstingen en intense klanklandschappen. Ergens op het grensgebied tussen postrock en sludgemetal. Vanneste toont zich met zijn strot als grote troef de ideale frontman en als dan ook nog Pieter-Paul Devos (Raketkanon, Kapitan Korsakov) opduikt wordt het helemaal intens.

Trippen

Naast die donkere intense Belgische groepen waren er gelukkig ook Belgen die het iets lichter aanpakten. Zo was er het Gentse vijftal The Germans. Hun laatste ‘Are Animals Different’ is een heerlijke veertig minuten durende psychedelische trip. Van mensen die er bij waren hoorden we dat ze vorig jaar op Pukkelpop een legendarische show speelden. Wij dus benieuwd. En het was ook hier heerlijk trippen op deze psychedelische pop. Legendarisch nemen we hier niet in de mond, maar wel plezant.

Bij Rock Herk zijn er een paar slimmeriken die het programma samenstellen. Na vorig jaar Meuris hadden ze dit jaar Arno voorzien als publiekstrekker. Tegen de tijd dat deze levende legende van de Belgische rock op het podium verscheen waren de locals ook naar het terrein afgezakt. Het plein rond het hoofdpodium was dus helemaal volgelopen. Rond de drankstanden was het sociaal contact optimaal en Arno mocht al truken van zoveel jaren vakmanschap bovenhalen. Hoe vaak hebben wij het publiek het refrein in ‘Oh La La La’ al zien overnemen? Hij heeft ook gewoon de catalogus om zo een festival te onderhouden (‘Putain, Putain’, ‘Bathroom Singer’, …) en als hij dan bekende nummers als ‘Vive Ma Liberté’ in een ander jasje blijft steken is dat goed voor de monumentenzorg op een festival. Al konden we ons hier niet van de indruk ontdoen dat het monument stilaan barsten begint te vertonen.

Proto

Maar niet alleen Belgen probeerden het mooie weer te maken in Herk. Er waren ook een aantal buitenlandse bands op het appèl. Omdat ze later op de dag nog als headliner op een Nederlands festival geboekt stonden moesten de protogrungers van Mudhoney al vroeg aantreden. Net als op Primavera een paar weken geleden zijn we ook hier niet meer helemaal overtuigd van de band. De muziek is samen met de band verouderd. Natuurlijk blijft ‘Touch Me I Am Sick’ een wereldnummer, maar of ze nu met de rest van het optreden echt veel nieuwe fans hebben gemaakt, betwijfelen we.

Op de puinhopen van McClusky ontstond Future Of The Left. Eerlijk gezegd was ons ontgaan dat de band nog actief was en zelfs afgelopen voorjaar een plaat had uitgebracht. Ligt aan ons en niet aan de snedige nummers die ze hier de tent ingooien, tussendoor de nodige oneliners debiterend (‘Hi, We Are The Last Shadow Puppets … NOT!!!’).

Nog zo een groep die wij eerlijk gezegd uit het oog waren verloren was The Notwist. De teutoonse indietronica bleek echter na al die jaren meer dan overeind te zijn gebleven. De band stond het ene ingenieuze na het andere complexe nummer in elkaar te weven en toch bleef er altijd een soort toegankelijke indierock meet elektronica overeind. Op het einde nam de elektronica het zelfs helemaal over en belandde we haast in een rave.

Onze Rock Herk zat erop nadat we de proto grindcore van Napalm Death tot ons hadden genomen. Zelfs na vijfendertig jaar en talloze personeelswissels blijven dit schorremorrie uit Birmingham overeind staan. Anders dan op de meeste festivals mag hier nog lustig gestagedived worden. Dat gebeurt dan ook lustig op klassiekers als ‘Scum’. Dat sommigen er daarbij iets te hard invliegen doet zanger Mark Greenway toch even oproepen om het rustig aan te doen. Relatief dan toch. ‘Dance hard, but don’t hurt each other!’. Na deze laatste opstoot van energie is het voor ons genoeg geweest. De Gonzomobiel brengt ons weer huiswaarts.

Gezien: Rock Herk, 16 juli 2016

tekst:
Maarten Timmermans
beeld:
Steak Number Eight - (c) Maarten Timmermans
geplaatst:
di 19 jul 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!