Qua

Na Kluster, met Conrad Schnitzler, volgde Cluster, bestaande uit het resterende duo Dieter Moebius en Hans-Joachim Roedelius. Het label Bureau B waakt over de erfenis van deze projecten, en brengt nu opnieuw twee albums onder de aandacht.

‘Qua’ was het laatste studioalbum van de legendarische krautrockers, dat oorspronkelijk uit kwam in 2009 op Nepenthe Music. Klangbad bracht het album een jaar later opnieuw uit maar nu zit het op de plek waar mensen het meest kennis kunnen maken met het nog steeds relevante ‘Qua’.

Het album bevat zeventien stukken, waarvan het gros eerder miniatuurtjes kunnen worden genoemd. Naar Cluster-begrippen bijna oefeningen in geluid, wat het in de studio eigenlijk ook waren. Behalve wat loops meebrengen, ging het duo gewoon aan de slag met wat in de studio voor handen was. Oude drumcomputers, een Farfisa, een goedkope Yamaha Omnichord en wat keyboards die stof lagen te vergaren.

Het resultaat klinkt echter allesbehalve oubollig. Met nummers als ‘Diagon’ en ‘Gissander’ gaat Cluster zowaar de dansvloer op, met een machtige baslijn als motief. ‘Qua’ was dan ook een mooi afscheid van het duo, dat na het overlijden van Moebius in 2015 geen vervolg meer kan krijgen.

‘Live In Vienna 1980’ is een registratie van het allereerste concert dat Cluster gaf. Ze werden bijgestaan, eenmalig, door de Oostenrijker Joshi Farnbauer, die percussie en drums toevoegde aan het vertrouwde Clustergeluid. Het album verscheen op YHR Tapes op cassette en later op dubbelcd bij Important in 2010.

Bureau B brengt de plaat nu ook voor het eerst uit op vinyl. Opvallend is ook de bijdrage van Michael Jürs (Hallucination Company, overleden in 1982) en Paul Rapnik, die beiden percussie bijdragen op het meer dan vierentwintig minuten durende ‘Metalle’.

De plaat opent echter met het meer dan een half uur in beslag nemende ‘Service’, waar het trio laat horen dat de elektronische jams perfect kunnen samen gaan met percussie. Toentertijd werden events als dit happenings genoemd, waar de muziek luid en de experimenteerdrang groot mocht zijn.

Dus herinnert ‘Kurz’ aan het noisy verleden van Kluster, en doet ‘Piano’ wat we verwachten: Roedelius kunsten op de piano laten horen. Met ‘Drums’, met stemmen en drums, komt dat happening-gevoel helemaal tot uiting.

Ook in ‘Metalle’ zit heel wat noise in de trip, waardoor er toch een ander beeld ontstaat van de kracht van Cluster in 1980, een Cluster ver weg van de eenvoud die ze met onder meer Brian Eno maakten. Afsluiter ‘Ausgang’ is conventioneler. Zeven minuten het vertrouwde pianospel, dat is minder verrassend dan de lange stukken.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
zo 12 jan 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!