Punk Graphics: Too Fast to Live, Too Young to Die
In het ADAM – Brussels Design Museum staat momenteel ‘PUNK GRAPHICS. Too Fast to Live, Too Young to Die’, een tentoonstelling over de unieke beeldtaal die de punkbeweging tijdens de beginjaren gebruikte. Via honderden posters maakt de bezoeker kennis met de blijvende invloed van de punkcultuur op de grafische vormgeving.
‘Vormgevers moesten hun professionele kennis dumpen en naar amateurisme neigen’
De redenen voor een bezoek aan ‘PUNK GRAPHICS. Too Fast to Live, Too Young to Die’ zijn divers. Er is niet alleen de door tienerrebellie aangezwengelde link met de muziek (ook al heb ik nu muzikaal helemaal niets meer met dit genre, ks), maar ook met grafische vormgeving, de doe-het-zelfmentaliteit en de verzamelwoede.
Ik stond onlangs nog in Beiroet een poster van de muur te halen met het idee die mee naar huis te nemen. Geen idee wat ik ermee zou doen. Maar dat doe ik al sinds mijn allereerste concert. Ik heb muren volgehangen met posters en concerttickets. Totdat alle tickets op elkaar begonnen te lijken en enkel nog als een printje uit de mailbox rolde. Maar mijn verzameling, die intussen ook grotendeels weggegooid is, is niets in vergelijking met wat de Amerikaan Andrew Kirvine in dertig jaar wist te verzamelen.
Trekpleister
Nu bekend als zakenbankier, maar in de zomer van 1977 was hij het neefje van de eigenaar van Boy, een van de iconische winkels uit de Londense punkscene. Vanuit die bevoorrechte positie, en gefascineerd door de grafische vindingrijkheid binnen die beweging, begon hij met het verzamelen van T-shirts, posters, flyers, albumhoezen en tijdschriften.
In dertig jaar breidde hij zijn collectie uit tot zo’n drieduizend stuks. Intussen wordt zijn collectie beschouwd als ‘s werelds grootste verzameling van punk-design en memorabilia.
‘PUNK GRAPHICS. Too Fast to Live, Too Young to Die’ was in 2018 al te zien in het Museum of Arts and Design (MAD) in New York en wordt nu voor het eerst in Europa getoond. In ADAM, op het Belgiëplein, vlak bij de meest toeristische trekpleister van het land. Daardoor zie je wel eens een verdwaalde bezoeker die snel door de collectie holt, zonder de posters een blik te gunnen.
Reisadvertentie
Zonde, want hier zijn de beginjaren van de doe-het-zelfcultuur verzameld; een grafische beweging waarbij amateurisme hoogtij vierde, ook al had bijna iedere designer een kunstschooldiploma, en waarbij een troep vormgevers die de oude vastgeroeste regels van grafisch ontwerp uit de gangbare hokjes duwde. ‘Too Fast to Live, Too Young to Die’ vertelt dus niet de geschiedenis van punk. Het wil stilstaan bij de evolutie van grafische vormgeving uit die periode.
In plaats van een chronologische, op muzikale evolutie gebaseerde volgorde, is de tentoonstelling opgezet per thema en ontdek je als bezoeker de diverse visuele strategieën en beeldtechnieken. De diversiteit in de gebruikte beeldtaal wordt getoond en welke invloed het had op de evolutie van grafische vormgeving. Dertien vormgevers worden bij naam genoemd waaronder Gee Vaucher, Raymond Pettibon, Christy Rupp, Arturo Vega, Barney Bubbles en Robert Longo.
Sommigen onder hen hebben er intussen een mooie kunstenaarscarrière op zitten. Zoals Linder Sterling, die zichzelf naar beroemdheid katapulteerde met het hoesontwerp van ‘Orgasm Addict’ van Buzzcocks. Haar werk zit boordevol feministische statements en genderpolitiek. Zij gebruikte vooral fotomontages, waarbij zij, en andere tijdsgenoten zich lieten inspireren door dada, surrealisme en constructivisme. ‘Cut ‘n’ paste’ heet deze techniek. Een manier van werken die samen met ‘copy and paste’ de begindagen van de visuele identiteit van punk bepaalde.
Beelden werden zich toegeëigend, zoals de geluidsgolven op de hoes voor ‘Unknown Pleasures’ van Joy Division, die Peter Saville uit een astronomieboek plukte. Voor de hoes van ‘Holiday In The Sun’ kopieerde de Sex Pistols een Belgische reisadvertentie.
Amateurisme
Maatschappijkritiek stond voorop. De amateur werd gevierd. Er werd gretig buiten de vaste lijnen gedacht en men maakte veelvuldig gebruik van ambachtelijke technieken. Maar ook in de hele doe-het-zelfhouding die zorgde voor een immense toevloed aan gekopieerde, vaak handgeschreven fanzines, spreekt een terugkeer naar ambacht. Dit alles terwijl de eerste computers langzaam in ontwerpbureaus binnen sijpelden.
Naarmate de muziek evolueerde en diverser werd, kende ook de vormgeving andere invloeden. Met de opmars van subgenres als postpunk en synthpop werd meer nadruk gelegd op typografie. Stijlen werden gemixt, regels werden bewust overtreden en de drang naar experimenteren was immens. Deze vormgevers dumpten hun professionele kennis en neigden meer naar amateurisme, net zoals het amateurisme van de ongeschoolde muzikanten binnen punk heel belangrijk was.
Net dat laten vallen van alle regeltjes, zorgde binnen de vormgeving voor een nieuwe wind aan ideeën. Anderen haalden inspiratie uit grafische romans (Devo, Black Flag). Het kleurgebruik werd veel extravaganter. Terwijl sommige bands en vormgevers teruggrepen naar retrobeelden (B-52’s, Elvis Costello, Blondie), gebruikten anderen elementen uit agitprop voor hun protestposters (Tom Robinson Band, Bronski Beat) waarmee de artiesten wilden uitstralen dat zij opkwamen voor sociale rechtvaardigheid.
Singles
In België maakte punk snel plaats voor postpunk. Er is dus, in de laatste ruimte waarin Belgisch materiaal te zien is, maar een beperkt aanbod van posters en fanzines. Een andere muur wordt volledig ingepalmd door een collectie punksingles en lp’s uitgebracht bij Belgische platenmaatschappijen zoals Factory Benelux, Antler Records en Les Disques du Crépuscule. Hier vallen twee namen op: Claude Stassart, die tal van hoezen voor Les Disques du Crépuscule ontwierp en Jean-François Octave die de allereerste catalogus van het label mocht ontwerpen.
Maar net zoals in de tentoonstelling de muziek niet centraal staat, staan ook de vormgevers niet centraal. Alle aandacht gaat naar de beeldtaal, de posters. Voor een genre waarbij de hele DIY-cultuur zo belangrijk was, is dat niet eens zo’n gek uitgangspunt. Punk schopte niet alleen muzikaal tegen de vaste regels, ook in zijn vormgeving sneuvelden vele heilige huisjes. Het is een muziekbeweging die ook visueel enorme impact had. Dit resulteerde bij ADAM in een boeiende, leerrijke tentoonstelling. Overzichtelijk, netjes gepresenteerd en een lust voor het oog.
Meer info
‘Punk Graphics: Too Fast to Live, Too Young to Die’ tot 26 april 2020
adamuseum.be
Reacties