Pop is folkmuziek, Zea bewijst het

Popmuziek is de folk van de twintigste en eenentwintigste eeuw. En met ‘folk’ bedoel ik hier de traditionele ‘volksliedjes’, uit de tijd voordat de popmuziekindustrie zich ontwikkelde, niet de moderne singer-songwriter, de ‘folkie’ met gitaar. Een recent album dat die relatie tussen pop en folk prachtig illustreert is het begin mei verschenen ‘The Beginner’ van Zea. Al is dat misschien niet het meest voor de hand liggende folkalbum. Maar het meest voor de hand liggende popalbum is het evenmin.

Zea
Zea - Foto: Ben Sutton

Uiteraard zijn er verschillen tussen traditionele folk en hedendaagse pop. Folkmuziek verspreidde zich eeuwenlang mondjesmaat. Van vader op zoon, van moeder op dochter. Via dorpsfeesten, kermis of de markt. Folk had geen vast referentiepunt, zodat de liedjes van overlevering op overlevering veranderden, zowel wat de tekst als wat de muziek betreft. Popmuziek verspreidt zich veel grootschaliger. Via de radio. Massamedia. En met geluidsdragers als referentie, waardoor de liedjes relatief minder veranderen.
Maar afgezien van dat vooral door technologische ontwikkelingen bepaalde verschil, vertonen pop en folk toch vooral overeenkomsten – zeker als je het vergelijkt met de ‘kunstmuziek’, waarmee met name de academisch gecomponeerde muziek, de hedendaagse jazz en het literaire luisterlied of chanson worden aangeduid.
Zonder in de tamelijk zinloze ‘wat is kunst’-discussie te vervallen, die al eerder op dit Frankfurt-podium is aangestipt, kunnen er een aantal onmiskenbaarheden van pop en folk worden omschreven. In beide gevallen gaat het om herkenbaarheid, zowel muzikaal als wat de bezongen thema’s betreft. En zowel bij pop als folk zijn ‘liedjes’ doorgaans het muzikale vehikel.
Dat wil overigens niet zeggen dat alle pop en folk zich automatisch op een breed publiek richt. Sommige oude volksliedjes waren uitgesproken streek- of standgebonden. En Leadbelly en Blind Lemon Jefferson bereikten begin twintigste eeuw een heel wat bescheidener aanhang dan Lady Gaga en Bon Jovi honderd jaar later. Maar ze hebben voor hun doelgroep allemaal een heel duidelijke herkenbaarheid en daardoor de mogelijkheid tot participeren – meezingen of -klappen – wat je van de meeste twintigste eeuwse klassieke muziek of hedendaagse jazz niet kun zeggen. Iemand als Springsteen kan beschouwd worden als schakel tussen de traditionele folk en de grootschalige pop van nu.
Folk en pop kunnen zich probleemloos tot een nichepubliek beperken Denk aan de deltablues of de ‘Epitaph-punk’. In beide gevallen toegankelijke, meezingbare muziek over alledaagse onderwerpen, maar toch voor een specifiek publiek.

Entree Zea, het ‘project’ van Arnold de Boer, dat in 1996 nog begon als vijfkoppige alternatieve rockband en vervolgens uitdunde tot een duo bestaande uit De Boer en sampler-muzikant Remko Muermans. De muziek van het duo Zea had ondanks het nadrukkelijke gebruik van elektronica altijd iets heel menselijks. Bij concerten had je het gevoel dat Zea als het ware tegen je praatte; soms hartstochtelijk enthousiast, soms wat afwezig. Soms stotterend of geestdriftig over de eigen woorden struikelend.
Enkele jaren geleden vestigde Muermans zich in Rusland en sindsdien is Zea het soloproject van Arnold de Boer. Niet alleen zingt hij speelt hij gitaar en bedient hij sampler en ritmemachine, maar tegelijk is hij eerste en laatste verantwoordelijke voor alle teksten en muziek. Juist de beperkingen van De Boer als muzikant zorgen ervoor dat Zea op het nieuwe album ‘The Beginner’ nog meer dan ooit in het verleden van de groep voldoet aan de criteria die pop en folk gemeen hebben.
De liedjes zijn compact – vijftien songs in achtendertig minuten – en hebben vrijwel allemaal een aanstekelijk herkenbare basismelodie en herhaalde refreinregels. Liedjes die je onwillekeurig mee gaat zingen, zeker als je op een gegeven moment ook begint door te krijgen waar de teksten over gaan. Alledaagse zaken dicht bij huis. Een auto die niet start, een computer die het af laat weten – het besef hoezeer we ons afhankelijk hebben gemaakt van elektriciteit. Of de collectieve panier rond de kredietcrisis, die vaak een excuus blijkt om de handen niet uit de mouwen te hoeven steken.

Zea
Zea - The Beginner

De melodieën op ‘The Beginner’ zijn doorgaans simpel, al zorgen de samples en elektronische beats wel voor een hoogenergetische ‘aanjager’. Zeker in combinatie met de vaak nerveuze zang waar De Boer – die tegenwoordig ook bij The Ex aan het front staat – patent op lijkt te hebben.
Maar er is méér. Eén song is gebaseerd op een Ethiopisch volksliedje. Het wijkt gevoelsmatig niet af van de andere nummers. Iets dergelijks geldt voor ‘Bourgeois Blues’, een bijna honderd jaar oud nummer van Leadbelly dat door Zea trouwens gespeeld wordt in de bewerking van The Fall, waarmee die brug van folk naar pop alweer bewandeld wordt. En in dat rijtje past ook het Nederlandstalige tussendoortje ’20 Cent’ – eigenlijk een variant op een kinderliedje met als uitsmijter het niet mis te verstane ‘Pannenkoek!’. Het tekent tenslotte de kneedbaarheid van de pop en de folk, dat een song gebaseerd op een dichtregel van Eddy van Vliet naadloos in dit geheel past.
‘The Beginner’ is een album dat je je als liefhebber van alternatieve, tegen de grenzen schurende rock net zo gemakkelijk en aangenaam eigen maakt als de doorsnee met Willeke Aberti opgegroeide grootmoeder dat vorige zomer deed met ‘Tuintje in mijn Hart’ van Damaru en Jan Smit. Pop met de kracht van de oude folk.

Meer info

Zea – The Beginner (Makkum Records / Clear Spot)

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!