728x90 MM

Alter

Derde in een reeks remixalbums voor Hydra Head, het compromisloze label van Aaron Turner van ISIS. Deze keer wordt de extreme legering van metal, (post-)hardcore en noise van het Zwitserse Knut aan een dissectie onderworpen. De lillende stukken werden nadien terug bij elkaar gegooid en het resultaat is nog brutaler, nog experimenteler. Helemaal Knut dus. Om hun eerste decennium in de frontlijn van progressieve metal en hardcore te vieren, hebben ze de afgelopen jaren heel wat artiesten gecontacteerd waarvan ze vermoedden dat die iets relevant zouden aanvangen met hun vier releases voor Hydra Head. Die opdracht was quasi rond in 2004, maar het was wachten op de uiteindelijke selectie. Die bestaat uit even sterke als afwisselende bijdragen –van ambient, breakbeats, grindcore tot massa’s noise- van onder meer Dither, Dälek, J.K. Broadrick (Jesu, Godflesh), Mick Harris ( Scorn), Spectre, Oren Ambarchi, KK. Null (Zeni Geva), Francisco López, Asmus Tietchens en Ontayso. Namen dus die moeten volstaan als verkoopsargument

Untitled #164

Soms lijkt het alsof de Spaanse elektronicaspecialist Francisco López de afgelopen twintig jaar aan de lopende band muziek produceert. Vijf (of meer) complete uitgaven per jaar zijn geen uitzondering. Meer moeite heeft hij met het verzinnen van titels. Vandaar dat hij zo vaak teruggrijpt naar het voorspelbare ‘untitled’ met een nummer erachter. Zo ook zijn nieuwste opus, ‘Untitled #164’, uitgebracht door het Nederlandse Unsounds.
Zijn titels mogen dan voorspelbaar zijn, zijn muziek is dat allerminst. López grossiert in klankschappen waarin hij de luisteraar meeneemt op reis langs even indrukwekkende als onopvallende proeven van klankbouwsels. Zo ook op ‘Untitled #164’, waarin de Spanjaard opnamen (eigen en die van anderen) gebruikt die twee jaar geleden gemaakt werden in Brussel in het kader van het door hem geïnitieerde project Brussels sonic matter.
Het is een zich langzaam ontwikkelend werk van industriële proporties, waarin gaandeweg meer gebeurt. De luisteraar wordt meegesleept langs kleine klankuitbarstingen om aan het eind de volle lading over zich heen te krijgen. Wie de stad Brussel probeert te herkennen in deze soundscape, komt bedrogen uit. López’ geluidsmateriaal lijkt eerder te bestaan uit opnamen van lege ruimtes, ondergronds en onbewoond. De gebruikte klanken zijn onaards, groezelig (net als het cd-doosje), spookachtig zelfs. In dit opzicht is ‘Untitled #164’ te vergelijken met eerdere werken als ‘La Selva’ (uit 1997) en –vooral– ‘Buildings (New York)’ (uit 2001).
Krachtig en imposant is ‘Untitled #164’ zeker. In hoeverre het ook op kan tegen onbetwiste meesterwerken als ‘La Selva’ en ‘Buildings (New York)’, zal de toekomst leren.

Hinterlands

Alles komt terug, dus ook digitale dub, al dan niet in combinatie met etnisch gekleurde elektronica en slome industriële hiphop. Het Griekse (!) Tokyo Mask heeft het beste uit dit alles weten destilleren. Kostas Karamitas is duidelijk vertrouwd met de sterkste voorbeelden uit het verleden O Yuki Conjugate, Muslimgauze en Summitmaar benadert dit alles vanuit een hedendaagse, ietwat minimalistische invalshoek. Door bij momenten ook voluit de weg op te gaan van sfeervolle drones bewijst hij niet zomaar de zoveelste recyclageartiest te zijn. Twee gastmuzikanten helpen hem bovendien met (bewerkte) bas en gitaar waardoor het totaalgeluid aanzienlijk organischer wordt. De elektronica krijgt voldoende ruimte, ademt en details worden waar nodig uitvergroot. Toch is het vooral de kadans die hypnotiserend werkt. Het is nog weinig muzikanten gegeven om met iets nieuws en origineels op de proppen te komen. Wie zichzelf niet bij voorbaat buiten spel wil plaatsen, moet zich focussen op kwalitatieve nummers die blijven nazinderen. Kostas Karamitas heeft dat duidelijk begrepen. Op ‘Hinterlands’ staan acht zo’n nummers. Als dit ook geldt voor alle andere releases op Low Impedance dan is het hoogtijd om ook Mormo, 16Stages, Kamotek, Pridon, Scott Arford en The Missing Ensemble te checken. Francisco Lopez hoeft uiteraard al lang niet meer geïntroduceerd te worden.

Production And Decay Of Spacial Relations vs. Reproduction and Decay Of Spatial Relations

Ter gelegenheid van een dikke kwarteeuw Z’EV studio-opnames, grijpt Die Stadt terug naar de begindagen (1981), toen Stefan Weisser alias The Sha’ul Z’EV Persona vooral bekendstond als een éénpersoonsmetaalbedrijf dat kakofonische geluidssculpturen creëerde. Natuurlijk zijn deze magische performances in wilde stijl (de grens met een vrachtwagen vol schroot die slagzij maakt is soms erg dichtbij) het best bekend, maar zelfs het vroegste werk van deze sjamaan maakt duidelijk dat er uit meerdere olievaatjes getapt wordt. Het ijzergeschraap leidt evengoed tot dreunende ambient, en sommige percussiemomenten neigen zelfs naar minimal invloeden (vervang de vrachtwagen van zonet door een goederentrein). Als restant van een langdurig verblijf in Amsterdam, dragen de tracks Nederlandstalige titels (‘Vuur Uur’, ‘Vers Licht’ enzovoort). De originele elpeehoes is bewaard gebleven voor deze cd heruitgave, maar we krijgen enkele extra’s. De bonustracks (opgenomen in 2005) herwerken de oorspronkelijke bronnen, maar we zijn vooral gecharmeerd door de tweede cd die meereist met de eerste vijfhonderd exemplaren. ‘That Was The Year That Was What It Was’ herbergt gevarieerd materiaal uit 1982. Naast de gebruikelijke titaniumbewerkingen vinden we ook experimenten met platenspelers, en restanten van een creatieve botsing tussen geluidscassettes en scheermesjes. Op de cd ‘Untitled’ koppelt Z’EV zijn krachten aan die van collega-percussionist David Linton ter gelegenheid van een concert (november 2006) in Bremen. Beide heren leveren solomateriaal en bewerken elkaars bronnen, wat resulteert een breed gamma aan geluiden, van strakke percussie met tapefragmenten (een dominee praat over de Wrede God) over drones tot verrassende ritmische elektronica die naar Coil lonkt. Min of meer dezelfde procedures vinden we op de cd ‘Buzzin’Fly/Dormant Spores’ waar Z’EV en stiltemeester Francisco Lopez elkaar klankmatig bestuiven. Men is karig met informatie over het bronnenmateriaal, maar we zijn wellicht niet ver van de waarheid als we stellen dat tot drones vervormde veldopnames en natuurgeluiden het opnemen tegen vibrerend metaal. Kenners zullen ook opmerken dat Lopez abnormaal luid klinkt, soms wordt de grens van het hoorbare zo ver overschreden dat er bijna sprake is van een normaal geluidsvolume.

The Leech

Experiment. We buigen over de snorrende platenspeler, genieten van onze weerspiegeling in het paarse vinyl en voelen hoe het Deense duo Wäldchengarten ons traag leegzuigt. Onze levenslust wordt opgelost in een dikke statische soep van elektrische bromtonen, gecontroleerde feedback en enkele subtiele stoorgeluidjes. De luchtgitaar van Peter Wright heeft gelukkig niets te maken met de favoriete pose van de gemiddelde hardrockfan. De gitaar(over)tonen worden gemengd met openluchtgeluiden (wind en water). Door de minimale aanpak zal de titeltrack van de knaloranje 7inch van deze Nieuw-Zeelander zeker in de smaak vallen bij liefhebbers van Fear Falls Burning. De keerzijde klinkt experimenteler, met meer getokkel, huislijke nevenklanken en extra aandacht voor het element metaal in een gitaarsnaar. De Griek Helice Pied (alias Nixilx.Nijilx) krast doodsberichten voor hanen in het maagdelijk witte vinyl, en een handgeschilderde goudhaan siert de hoes. We zoeken echter tevergeefs naar natuuropnames van gevogelte. In zijn composities herkennen we wel gitaardreunen en veldopnames van onder andere kerkklokken. Van het b-kantje ‘2mm’ (een kogel?) gaat een grotere dreiging uit, al blijft het fatale schot achterwege. Zoals gewoonlijk zijn alle Drones gelimiteerd (300 exemplaren) en reizen ze in handgeschilderde hoezen. Wie toch liever via digitale weg met dit fijne label kennismaakt, kunnen we de dubbele compilatie cd ‘A Selection Of Drones Past: Singles 1993-2000’ aanbevelen. Een gevarieerde en kwalitatief terugblik op de singles van ronkende namen als Inade, Aube, Maeror Tri, Francisco Lopez, Reynols en vele anderen. Voor wie pas uit het ei komt en met moderne experimentele dreunmuziek wil kennismaken, is dit het Boek Der Openbaringen.

Notturno

Het tiende deel in de Tietchens heruitgavenreeks toont ons een minder licht verteerbaar gelaat van de veelzijdige Hamburger. Met ‘Notturno’ wil Tietchens in 1987 een brug slaan tussen de industriële ondergrondkringen waarin hij op dat moment vertoeft (deze release werd oorspronkelijk uitgebracht op het label van Esplendor Geométrico), en de academische wereld van het geluidsonderzoek. Tietchens prepareert een vleugelpiano met onder andere munten en borstels, en gebruikt ze ook als percussie-instrument. Sommige stukken laten zelfs vermoeden dat de snaren door een truweel afgeschraapt werden. Natuurlijk is een link naar John Cage onvermijdelijk, maar Tietchens staat er op dat dit geen academisch album is: het is een industrieel album dat toevallig academisch klinkt. ‘Notturno’ werd al eerder op cd uitgebracht (Barooni, 1992) maar voor deze heruitgave werd het originele materiaal geremastered om tegemoet te komen aan de hedendaagse kwaliteitscriteria. Wanneer Tietchens in 2003 gevraagd wordt om bronnenmateriaal van Richard Chartier te bewerken voor de verzamelaar ‘Re’Post’Postfabricated’ kan hij er geen genoeg van krijgen. Tot lang na de verschijningsdatum blijft hij materiaal inzenden, in totaal meer dan drie kwartier muziek. De eerste vijfhonderd kopers van ‘Fabrication’ krijgen trouwens een bonus cd met alle originele inzendingen van Tietchens. Maar tijdens het titelnummer retourneert Chartier het plezier door op zijn beurt de materialen van Tietchens onder handen te nemen. Het eindresultaat is een compositie van éénenvijftig minuten die zich ontspint van valse stilte over subtiele drones tot zacht elektronisch gepruttel. Een breekbaar werkstuk dat zeker goede vibraties zal veroorzaken bij liefhebbers van Francisco Lopez of de dreunmeditaties van The Hafler Trio.

Misterrious

AndreyKiritchenko Misterrious

De Oekraïner Andrey Kiritchenko heeft een mooie staat van dienst. Sinds hij in 1995 muziek begon te maken, heeft hij al een veertigtal albums uitgebracht op toonaangevende labels als Staalplaat, Spekk, Ad Noiseam, Bip-Hop, Neo-Ouija en zijn eigen Nexsound. Hij werkte samen met Francisco Lopez, Kim Cascone, Jeff Surak en talloze andere grote namen uit het wereldje van de experimentele elektro-akoestische muziek. Zijn laatste plaat, ‘Misterrious’, op het Japanse Spekk-label, vormt het sluitstuk van een trilogie die ingezet werd door ‘True Delusion’ (2005) en ‘Stuffed With/Out’ (2006). In deze reeks verkent hij het spectrum van dromerige instrumentale muziek waarbij akoestische instrumenten aangevuld worden met veldopnames en elektronisch gemanipuleerde geluiden. In ‘True Delusion’ nam hij de harmonische boventonen van de akoestische gitaar als vertrekpunt. Voor ‘Stuffed With/Out’ liet hij zich inspireren door folkmuziek. Met ‘Misterrious’ wou hij naar eigen zeggen een jazz-gevoel in zijn universum van filmische en naïeve geluidstaferelen binnensmokkelen. De piano staat centraal, maar wordt aangevuld door gitaar, glockenspiel, melodica, autoharp, klankschalen, objecten en veldopnames. Het resultaat zouden we, ondanks het subtiele drumwerk van Jason Kahn en Martin Brandlmayer, zelf nu niet bepaald jazzy noemen. Neen, Kiritchenko heeft een zachtmoedige plaat met zorgvuldig opgenomen, minimalistische songs gemaakt. Net als bij beide voorgangers wordt het mooie artwork verzorgd door Olga Indovina.

Man From Deep River

BJNilsenStilluppst ManFromDeepRiver

Elke keer als we werk van deze Scandinavische collaboratie voorgeschoteld krijgen, valt op hoezeer BJ Nilsen (Hazard) er in slaagt om de gereputeerde gekte van het IJslandse Stilluppsteypa in toom te houden. De Zweed onderzoekt hoe natuurklanken inwerken op de mens, en voor dit experiment komt het bronnenmateriaal van een vierendertig jaar oude cassette. Het verkruimelde geluid van het toevallige tapevondst in combinatie met zachte drones en valse stiltes, doet ons deze gelimiteerde (vijfhonderd stuks) cd situeren in de driehoek tussen William Basinski, Francisco López en The Hafler Trio. De beste passages zijn diegene die de serene sfeer breken met vage loopflarden van gestolen muziek, een ijl klankje, een veldopname of de verre echo van een stem. Dankzij het indrukwekkend spookachtige derde gedeelte, wint ‘Man From Deep River’ met gemak de wisselbeker voor de beste dronerelease in de recensiestapel van uw dienaar.

Geluidpost: A Collection Of Commissioned Pieces 2007-2008

VariousArtists GeluidpostACollect

Geluidpost is een initiatief van Lokaal 01 te Breda, een organisatie die kunstenaars de mogelijkheid biedt zich te presenteren. Daarbij is Geluidpost gericht op ‘puur geluid’ en de ervaring daarvan. In 2007 en 2008 was de programmering in handen van Martijn Hohman en hij koos muzikanten die geluiden hergebruiken en die uitgaan van field recordings. De dubbelcd ‘Geluidpost 2007-2008’, verzorgd uitgegeven in een sober vouwhoesje, presenteert negen tracks. Een aantal van de vertegenwoordigde muzikanten en geluidsarchitecten doet wat je misschien al van ze kent, maar dat is geen minpunt. Machinefabriek werkt in ‘Cello Recycling’ van een sobere drone via krakerige elektronica naar een weemoedige melodielijn, en dat doet hij mooi als altijd. Janek Schaefer presenteert een collage van onder meer field recordings, een elektronische geluidsmuur met gesamplede strijkers en Spaanse gitaarklanken. Merzbow dompelt je in een bloedbad van sterk gelaagde noise, zoals we die van hem kennen. En toch is het weer indrukwekkend en hypnotiserend. Steve Roden en Francisco López gebruiken beiden natuurgeluiden, wat bij de eerste zich ontwikkelt tot een vol en bijna bezwerende sfeerschets en bij de ander tot een muur van geluid. Ook de andere vier tracks zijn beslist de moeite waard.

Energy Field

JanaWinderen EnergyField

Er kwamen hydrofonen en andere gespecialiseerde apparaten aan te pas om de Noorse geluidskunstenares Jana Winderen toe te laten de natuurlijke composities in de Barenszee en Groenlandse fjorden vast te leggen. Hiermee laat ze haar oorspronkelijke opleiding (wiskunde en chemie) ook in haar kunst renderen. De field recordings van water, wind en ijs worden zowel ongefilterd weergegeven als verwerkt in kolkende drones en kabbelende onderdrukte noise. Een enkele keer valt ook dierlijke (vogels) aanwezigheid waar te nemen. De mix van oceanische bassen, gure wind en ijzige golven doet sterk denken aan het werk van Francisco Lopez of labelgenoot Chris Watson. De drie tracks blijven als ijsbergen overeind in hun genre, en ook het artwork is onberispelijk: Jon Wozencroft lijkt zelfs voor een relativerende watertoets te zorgen door ook een foto van een douche tussen de bevroren golven te schuiven.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!