728x90 MM

CHVE: Drones met de draailier

IMG 8322 scaled

Colin H. Van Eeckhout, medeoprichter en zanger van de Belgische band Amenra, heeft een vers ei gelegd. Misschien is het wel een iets zachter gekookt ei dan dat wat we van hem gewend zijn bij Amenra.

De botanicus en de kaartspeler

SixOrgans

Drie jaar geen Six Organs Of Admittance-album maken is lang voor Ben Chasny, wat echter niet betekent dat de gitarist er geen zin in had in de Antwerpse Trix.

Kykeon

Rhyton Kykeon

Doen ze Grieks of zijn ze Grieks? De drie mannen van Rhyton leveren met hun derde album in elk geval een staaltje heerlijke muzikale psychedelica die je net als de Griekse drank Kykeon in vervoering wil brengen. Dat dit album niet bestaat uit improvisaties zoals de eerste twee, komt de kwaliteit ten goede. De vorige albums gingen over Griekse muziek, ze deden Grieks aan, met wat Griekse namen en oosterse klanken. Kykeon gaat niet over Griekse muziek, het is Griekse muziek: de ritmes en instrumenten zijn gedrenkt in die mythische drank Kykeon. Laat je niet afschrikken door de eerste anderhalve minuut hels gierende gitaarnoise die KK Null niet zou misstaan; langzaam gaat die over gaat in zwingende bouzouki. Verder spelen mandoline en saz om beurten terwijl bas en drums door dreunen en blijven pompen. Met het project D. Charles Speer bracht Dave Shuford in 2011 een hommage aan de Griekse mythologie met het album Arghiledes uitmondend in een psychedelische folk rock trip waarin hij zelfs Grieks zingt. Dat zal het moment zijn geweest dat het concept voor Rhyton ter wereld kwam. Grieks escapisme door een instrumentaal power trio zoals het zou kunnen zijn in groezelig Athene – ware het niet dat de heren in Brooklyn gestationeerd zijn. Daarnaast zijn ze betrokken in tal van experimentele projecten in het spectrum van blues, folk en psychedelische rock: No Neck Blues Band, Stygian Stride en Pigeons. Voor liefhebbers van Six Organs Of Admittance en Earthless een aanrader.

YETI FIVE

HesselVeldman YETIFIVE

Here Als je naar het centrum van Bristol afdaalt via Cheltenham Road passeer je Here Shop & Gallery. Buiten wordt de shop omgeven door Banksy graffity en binnen wordt je getrakteerd op allerhande cult-curiosa. Veelal betreft het zaken die worden losgelaten op papier, zoals posters, tijdschriften, prints, ansichtkaarten en flyers. Maar Here verspreidt ook cassettes […]

Automatic Writing By The Moon

Twee moeilijk te doorgronden maar des te intrigerender albums, het ene een soloalbum van gitarist Lobdell, het andere een trio dat onder zijn leiding staat, dat krijgen we van Holy Mountain voor de kiezen. Lobdell is niet alleen onder deze twee noemers actief, maar zet tevens zijn stempel op illustere bands als Sufi Mind Game, Code Orange en Baseball Astrologer. Daarnaast beroert hij tegenwoordig veelvuldig de snaren bij Faust, het alom bekende avant-gardemonster. Zijn soloplaat bevat voornamelijk melodische composities voor akoestische gitaar en ring modulator. De gitaar is echter veelal dermate vervormd, dat het oorspronkelijke akoestische geluid nog nauwelijks herkenbaar is. Zoals de meeste van ’s mans platen is ook hier de variatie heel groot. Zweverige, aan psychedelische folk verwante nummers (‘Automatic Writing By The Moon’) wisselen af met nummers die zo in een roadmovie kunnen (‘Pluto In Retrograde’), ‘Uranian Wind’ is dan weer een eigenzinnige versie van Spaceman 3. ‘The Departure’ is de enige cover op de plaat, een track oorspronkelijk van de hand van Victor Jarra en door Lobdell gearrangeerd als een Morricone-tune. Een onwereldse en toch rustgevende sfeer, dat is wat hier wordt gecreëerd. Soms repetitief, soms experimenteel maar vooral vreemde folk. Het Davis Redford Trio stapt af van de soms ingetogen schoonheid van Lobdell’s soloplaat om er een noisy jamfeest van te maken. Heftige gitaren vliegen ons om de oren, de pedalen worden volop ingedrukt om een psychedelisch aandoende, losjes geïmproviseerde set op ons los te laten. Het album opent subtiel met dronerig gitaarspel, maar de orkaan breekt nadien volledig los. Nu en dan wordt wat gas teruggenomen, met een qua sfeer en opbouw aan Mazzy Star verwant popliedje (‘Buble Wrap’), maar het zijn de onvervalste gitaarmuren die impressionant zijn. Drie jaar is aan deze plaat gewerkt, en het is eraan te horen: het geluid is perfect, aan de nummers werd eindeloos gesleuteld totdat alles precies goed zat. Heel geslaagde experimentele psychedelica is het resultaat. Beide platen zijn erg aan te bevelen voor liefhebbers van Charalambides, Animal Collective, Six Organs Of Admittance en Sunburned Hand Of The Man.

Garden Of Bones

Urdog is een drietal psych-heads uit Providence, Rhode Island dat met hun tribale drums, door een Farfisa-orgel geproduceerde drones en zweverige maar daarom niet minder intrigerende gitaarlijnen een aanval pleegt op onze o zo gezonde kijk op de realiteit. Enerzijds atmosferisch en anderzijds stevig rockend (het nummer ‘DMZ’ is het beste voorbeeld van deze combinatie) hebben ze weinig van doen met jaren zestig psychedelica maar veeleer met zweefgenoten Sunburned Hand Of The Man of Six Organs Of Admittance. De aardse winterstemmen in de stijl van The Iditarod zorgen ervoor dat de tracks niet klinken als een instant-jam maar songgerichter zijn dan we in eerste instantie van een trio dopeheads hadden verwacht. Heerlijk schijfje om op ruimtereis te trekken. (parmaleedog@yahoo.com) Black Forest / Black Sea pakt het iets rustiger aan dan Urdog op zijn derde release, die helemaal bestaat uit live-opnames die ze doorheen Europa op hun toer eerder dit jaar hebben opgenomen. Dit duo, eveneens afkomstig uit Providence, laat zich telkens bijstaan door plaatselijke muzikanten, waardoor de veelzijdigheid van hun muzikale kunnen wordt benadrukt. Jeffrey Alexander is niet alleen labeleigenaar, maar net als kompaan Miriam Goldberg maakte hij voorheen deel uit van The Iditarod. Bij hun nieuwe band neemt Miriam de zang voor haar rekening en bespeelt ze de cello, terwijl Jeffrey voornamelijk gitaar speelt. Hun basisgeluid wordt aangevuld met samples, wat elementaire elektronica en het omnichord. Dit kleine uurtje muzikale droomgenot bevindt zich in de doos waar ook Fursaxa, Scorces en Charalambides (en dan zeker de soloplaten van Christina Carter zich hebben genesteld. Ingetogen psych-folk van een goed jaar. (bf_bs@hotmail.com)

By The Fruits You Will Know The Roots

Eclipse en Time-Lag zijn, naast twee essentiële mailorders, twee labels met een zwak voor vinyl en limited editions. Het duo van Ed Hardy en Nemo zat al een paar jaar te broeden op het idee voor ‘By The Fruits You Will Know The Roots’
en nu is het dan eindelijk een feit. Een driedubbele lp die een mooi overzicht biedt van de free-folk beweging, een groep muzikanten die zich vrij laten inspireren door improv, psychedelica, Oosterse muziek en het Old Weird America van Harry Smith. Op de eerste lp staat de akoestische gitaar centraal. Six Organs Of Admittance combineert in ‘If There’s Time, Sing! Sing! Sing!’ melancholische gitaarpatronen met drones afkomstig van elektronica en draaitafels. Jack Rose (Pelt) graaft met zijn bijdragen diep in de Amerikaanse geschiedenis, van de Appalachen tot het recente Takomaverleden van Robbie Basho en John Fahey. Rose brengt hier twee totaal verschillende nummers, één lange drone van boventonen, en één subtiel fingerpicking. Twee oudgedienden op de tweede lp zijn Matt Valentine (Tower Recordings) en Erika Elder, hier bijgestaan door één van de meest actieve drummers van het moment: Chris Corsano (Vampire Belt, Dream/Aktion Unit). Voortgestuwd door de drums van Corsano worden we hier meegenomen op een trip doorheen Indiaanse landschappen en drukke Oosterse markten, begeleid door een allegaartje van bellen, fluiten, banjo en diverse percussie. Dredd Foole (Volcano Suns) heeft niet meer nodig dan een stem, een microfoon en een overdosis reverb om de luisteraar in te palmen met zijn stemacrobatieën. De laatste lp legt de verwantschap bloot tussen de Amerikaanse en Finse scène. ‘Aegean Lore’ van Fursaxa vertrekt met accordeonakkoorden die overgaan in repetitieve gitaar en zang om uiteindelijk te versmelten tot een duizelingwekkend geheel van percussie en loops. Kemialliset Ystävät werkte voor de gelegenheid samen met Joshua Burkett en deze zes korte nummers houden het midden tussen melancholische gitaarmelodieën en een kakofonie van primitieve elektronica. ‘By The Fruits You Will Know The Roots’ mag dan wel geen compleet overzicht bieden van wat er zich allemaal afspeelt in de free-folk underground, ze is niet minder dan essentieel. (www.eclipse-records.com)

The Red Veil

The Red Veil is het negende album in evenveel jaar van het stevig freakrockende SubArachnoid Space. De band, drie heren en één zeer neerslachtig kijkende gitariste, zet de lijn verder van hun vorige cd ‘Also Rising’, in een zoektocht naar het perfecte evenwicht tussen metal en heavy psychedelica. De zes nummers op dit met een overdaad aan geestesverruimende paddestoelen gemaakte schijfje werden in één take op de band gezet waarna er in de studio nog nauwelijks aan de opnames werd geknoeid. Ze gooien het lieflijke van Urdog overboord maar jammen tegelijk een stuk beheerster dan Acid Mothers Temple met veertig minuten superpsychedelica als resultaat. Op de volgende editie van het Kraakfestival alstublieft. The Vocokesh komt trippend vanuit thuisstad Milwaukee (Wisconsin) met zeven doorrookte nummers aandraven. De stad van Liberace en goedkoop bier leent zich zo te horen uitstekend tot het creëren van psychedelische jams. Op de eerste helft van het schijfje ligt de nadruk op de rockkant, de tweede helft is iets minder verrassend, wellicht omdat de dampen al teveel effect op de muzikanten hadden en het gezweef bij momenten te prominent wordt. Zelf heet de band zijn muziek ‘free industrial psych’ en vooral de eerste drie nummers dragen deze titel met glans. In 1998 bracht The Vocokesh de plaat ‘Paradise Revisited’ uit op Drag City. Voor dat label is de band ondertussen veel te freaky geworden, maar laat u daardoor niet tegenhouden. Nick Castro vertegenwoordigt de eigenzinnige singersongwriters op het vanuit Portland opererende label Strange Attractors. Hij komt uit de krochten van Los Angeles gekropen, in de veronderstelling dat hij een hedendaagse versie van Syd Barrett is. Castro verzamelde een uitgelezen kringetje muzikanten om zich heen, met legende Josephine Foster en leden van Espers in de rangen, in een poging de ultieme acidfolkplaat te maken. Hij weet de balans tussen liedjes en experiment perfect in evenwicht te houden, waardoor de in aanzet traditionele folkdeuntjes al snel ontaarden in hypnotische acidfolk. Vroege Pink Floyd in de handen van Six Organs Of Admittance resulteert in het mooie ‘Further From Grace’. Nooit gedacht dat een folky plaat mijn goedkeuring zou wegdragen. Thuya’s dubbelaar bevat opnames die dateren uit de periode 1999-2004. Het viertal combineert field recordings, ongebreideld experiment, freakfolk en psychedelische rock tot een intrigerend geheel. Niet alle tracks op de mooi uitgegeven dubbelcd zijn even sterk of geïnspireerd, maar ook deze plaat bevat voldoende eigenzinnigheid om ons aan de stereo vastgekluisterd te houden. Veel verstilling en onthaasting, muziek die niet past als de buren hun huis letterlijk aan het afbreken zijn. De psychedelica wordt bij Thuya namelijk niet alleen met gitaren opgewekt, maar veeleer met belletjes en exotische percussie. Wat het damescollectief Spires That In The Sunset Rise ons voorschotelt, grenst aan het ongelooflijke. Wij dachten dat alleen San Francisco de thuishaven was voor de meest geschifte Amerikanen stijl Caroliner Rainbow, maar Chicago is niet gevrijwaard gebleven. Bij een eerste beluistering klinken de veertien nummers ongestructureerd en chaotisch, maar bij nader onderzoek blijkt elk enkelbelletje, elk geluid van de mbira (duimpiano), elke touch van de cello of de bul bul tarang (een Indisch snaarinstrument) met voorbedachten rade in het geluid geïntegreerd. Exotische percussie-instrumenten van allerlei oorsprong en zeer vreemde, theatraal aandoende vocalen maken dit tot een plaatje vol geniale gekte met oosterse invloed. Ze zijn als een beschaafdere versie van Sun City Girls of een in weeddampen vertoevende bende Raincoats. Voor ondergetekende is dit hét freakfolkplaatje van het jaar tot nu toe.

Lumottu Karkkipurkki

Kemiallset Ystävät speelt een soort ondoorgrondelijke, psychedelisch aandoende folk waar we maar moeilijk greep op krijgen. Spilfiguur van dit Finse collectief is Jan Anderzén, die tevens actief is in bands als Avarus, Tomutonttu en The Anaksimadros. ‘Lumottu Karkkipurkki’ verscheen eerder (in 2000) al in beperkte oplage op cassette en vinyl, maar wordt nu voor liefhebbers van muzikale gekte een stuk bereikbaarder. Het achterliggende verhaal van de plaat zou handelen over een jongentje dat snoepgoed koopt van een oude vrouw en door de verschillende smaken van de snoepjes ook zijn smaakpupillen exploreert. Het kan ook helemaal iets anders zijn natuurlijk, want het Fins blijft een vreemde taal. In elk geval is een oud Fins kinderboekje de basis voor dit vijftien nummers tellende album dat tegelijk bevreemdend als bezwerend op ons inwerkt. Fluitjes, belletjes, repetitieve gitaaraanslagen, noise, speelgoedinstrumenten, een beat hier en daar. Caroliner Rainbow en Spires That In The Sunset Rise hebben er een broertje en zusje bij. De ‘Chemical Friends’ (zo vertaal je ongeveer Kemiallset Ystävät) hadden al massa’s materiaal op andere dragers beschikbaar in de streek van Tampere (Finland) waar ze resideren, maar ‘Kellari Juniversumi’ wordt alom beschouwd als de eerste officiële volwaardige release. Net als alle releases op het Fonal-label, gerund door Sami Sanpakkila die zowel in Kemiallset Ystävät speelt als lid is van Killa en Es (beide met platen op ons eigen Kraak³), is ook de verpakking voor dit schijfje een streling voor het oog. Meer drones, meer aan kinderliedjes refererende deuntjes, meer psychedelische acidfolk, meer lekkernijen voor stoute kindertjes. Het universum der sprookjeswezens uit de kelder uit de titel van de plaat levert ook nu weer drie kwartier feeërieke waanzin. Ghost en Six Organs Of Admittance zijn nooit veraf, maar dan wel met een gezonde Finse twist. Pavooharju is een al even bevreemdend plaatje van een verzameling Finnen. De opnames op de plaat werden gecomponeerd in de periode 2001-2005 door middel van veel knip- en plakwerk. Nochtans is dat er nergens aan te horen want het geluid van deze band doet eigenlijk heel traditioneel aan, wat mijn vriendin zelfs deed opmerken dat er echt wel iets met mij scheelde als ik nu ook al naar Pentangle begon te luisteren. De bende wil zijn eigen innerlijke landschappen blootleggen en doet dat middels donkere soundscapes die ontaarden in etherisch gezang, ondersteund met speelgoedpiano, klokkenspel tot zelfs kerkgezangen toe. Nog iets meer naar Björk neigend is het plaatje van Islaja. Merja Kokkonen alias Islaja komt na het vorig jaar verschenen en bloedmooie ‘Meritie’ met een minstens zo overtuigende opvolger. De impressionante vocalen van deze deerne die ergens het midden zoeken tussen Björk en Nico geven extra cachet aan de mystieke sfeer. Het rinkelende glas, goedkope keyboards en een collectie speelgoed maken integraal deel uit van het gevarieerde klankenpalet. ‘Music For Staring’ las ik ergens in een recensie. Wat me onmiddellijk deed denken aan de sketches uit The Fast Show rond het wereldkampioenschap staren. Zelfs zonder te weten hoe Merja’s smikkel eruitziet, staren we naar de oneindigheid van een vrouw die behalve bij Avarus ook solo sterk uit de hoek komt.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!