Oscalypso

Erik Friedlander, cellist uit de New-Yorkse improv-scene, is onwaarschijnlijk productief. Hij brengt de laatste tijd twee cd’s per jaar uit, meestal met eigen composities. ‘Oscalypso’ is een eerbetoon aan een van de eerste cellisten uit de jazz, Oscar Pettiford. Begonnen als contrabassist introduceerde Pettiford de cello op het podium bij wijze van grap: een babybas, hoe bestaat het! Maar al gauw raakte hij verslingerd aan het instrument, en hij gaf het een centrale rol in bands waar hij de leider van was. Friedlander merkt terecht op dat musici zich graag spiegelen aan mensen uit het verleden die hetzelfde instrument bespelen, maar dat cellisten uiterst dun gezaaid zijn. Een eerbetoon aan Pettiford is dan ook op zijn plaats, vindt hij. Te meer omdat de man zulke prachtige muziek geschreven heeft. Op ‘Oscalypso’ heeft hij er negen bij elkaar gezet. Het zijn inderdaad erg mooie nummers. Wat meer is, terwijl Friedlander de sfeer van de de jaren, waarin deze muziek geschreven werd, intact gelaten heeft, heeft hij de nummers ook gemoderniseerd. In de handen van zijn kwartet verandert het 1950 idioom van een dansorkest in dat van een gestroomlijnde band met eigentijdse slagkracht. Maar ook met gevoel voor melodie en lyriek. En waar Pettiford de druk van de dansvloer voelde, opereert het kwartet wat meer ontspannen. Friedlander is niet alleen een goed componist, maar blijkt ook een uitstekende arrangeur.

tekst:
René van Peer
beeld:
Erik_Friedlander_Oscalypso
geplaatst:
wo 19 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!