Organ

Een orgel pootje haken. Er zijn er niet veel die dat in een handomdraai voor elkaar krijgen. Hampus Lindvall is een goed voorbeeld. Maar ook improviserend toetsenspeler Guus Janssen betoont zich een ware meester. Voor ‘Organ’ mocht hij loos gaan op het achttiende-eeuwse orgel van de Doopsgezinde kerk in Zaandam. Janssen speelt niet alleen op het orgel, hij speelt er ook mee. Hij laat het binnenwerk kletteren door vingervlug acties op de toetsen. Hij laat het instrument knetteren, naar de juiste tonen glijden door met spelen te beginnen voor de luchtdruk op de juiste sterkte is. Hij speelt ook met genres. Zo komt er een blues voorbij, aangezwengeld door de baspedalen; een rap voortstappende boogie in ‘Scharrel’. Een enkele struikelpartij benut hij tot zijn voordeel – onbedoelde missertjes zijn een geliefd middel om een nieuwe richting in te slaan. In ‘Windjammer’ speelt hij met de luchtdruk in het instrument, waardoor akkoorden en clusters krachteloos ineenzijgen om snel weer overeind te komen. Ze worden letterlijk opgeblazen. ‘Organ’ staat bol van aanstekelijke gekte, maar bewijst tegelijkertijd Janssens speelse vakmanschap. Het feest is compleet in een uitgebreide cover van ‘The Eventual Come-back Of Gary Glitter’, uitgedacht door een andere liefhebber van het absurdisme, Jacq Palinckx. Het orgel als glampomp. Dan kan een scheutje dansmuziek van de Braziliaanse Gilberto Gil er ook nog wel bij, bij wijze van smakelijke toegift. Janssen weet het orgel te ontdoen van al zijn gereformeerde stijfheid en steilheid.

tekst:
René van Peer
beeld:
GuusJanssen_Organ
geplaatst:
di 18 jan 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!