ICP Orchestra - (c) Helma Vinke

Ontregelkunstenaars ICP Orchestra

ICP bestaat 55 jaar en Han Bennink is 80 jaar geworden. Dat werd afgelopen zondag gevierd in het Amsterdamse Bimhuis.

Tristan Honsinger was er niet bij, zondagmiddag in het Amsterdamse Bimhuis waar het ICP Orchestra speelde. Ziek. Serieus ziek. Tegelijk was hij in muzikale zin wel aanwezig, toen het orkest een prachtige ballad van hem speelde. Fysiek bleek de cellist echter onvervangbaar, zodat het ensemble met negen in plaats van de gebruikelijke tien musici aantrad.

Ook afwezig was trombonist Wolter Wierbos, die eerder dit jaar getroffen werd door een beroerte en nu heel, heel langzaam weer wat op de been probeert te komen. Op zijn plek in de blazerssectie stond Joost Buis – een muzikant die zich al een loopbaan lang in hetzelfde improviserende en veelvuldig naar Ellington knipogende segment van de jazz beweegt.

Panta rhei

Veranderingen horen bij het leven. Panta rhei. Maar toch… Het is de mens eigen om aan het bekende, het vertrouwde, vast te willen houden. In het geval van het ICP is dat als toehoorder een beetje van twee walletjes willen eten. Het hele principe van “instant composing” – werkelijk vrijuit improviseren – is toch een kwestie van vastigheden los durven laten, ook als luisteraar. En niet voor niets veranderden de verschillende groepen die onder de ICP-vlag musiceerden tientallen jaren in voortdurend veranderende bezettingen.

Uiteindelijk resulteerde dat zo rond de eeuwwisseling in een tentet met een vaste bezetting met als kern de ICP-oprichters Misha Mengelberg en Han Bennink – derde man van het eerste uur, Willem Breuker, was begin jaren zeventig alweer vertrokken om zijn eigen Kollektief te beginnen. Het ICP Orchestra rond Mengelberg en Bennink ontwikkelde een unieke eigen stijl van eigenzinnig gearrangeerde standards en dwarse eigen stukken, die werden afgewisseld met groepsimprovisaties. Het ensemble werd er wereldberoemd mee in het jazzcircuit.

Behalve die eigenwijze vorm, waarbij compositie en improvisatie elkaar voortdurend afwisselen, is er ook nog een inhoudelijk aspect dat het ICP Orchestra onderscheidt: Ontregeling. De luisteraar voortdurend bij de les houden door de meest onwaarschijnlijke muzikale bochten te nemen.

Ontregelen

Pianist en componist Misha Mengelberg was in dat opzicht de grote meester. Bij hem wist je nooit of een stuk al begonnen was of dat hij z’n vingers nog even los speelde. Zelfs het tikken van zijn wandelstok op de podiumvloer – in zijn laatste jaren – kon deel uitmaken van de muziek. Toen hij wegens voortschrijdende dementie problemen kreeg met spelen stond Guus Janssen doorgaans klaar als stand-in. Het kwam voor dat Mengelberg gewoon geen zin had om zijn plek af te staan. Dan zette Janssen er doodleuk een kruk naast en speelden ze quatre-mains. Tot het echt niet meer ging en Guus Janssen vorig decennium de plek aan de vleugel definitief over nam.

Mengelberg overleed in 2017. Een aderlating voor het orkest. Want hoe goed je als muzikant ook kunt spelen en hoe feilloos je je instrument ook beheerst, dat “ontregelen” is toch heel iets anders. Misschien dat je het kunt oefenen, kunt trainen, een klein beetje, maar het zit toch vooral in je persoonlijkheid. In je karakter. Mengelberg en Bennink hebben het beiden in zich, maar Honsinger ook. Hij is de man tijdens talloze ICP-concerten plotseling op kon staan om een dansje rond zijn cello te maken of, als hij even geen partij te spelen had, met een soort magisch sjamanistische armgebaren over het podium te benen.

Honsinger is er echter niet bij, deze zondagmiddag in het Bimhuis waar gevierd wordt dat de ICP 55 jaar bestaat en Han Bennink 80 is geworden. Als een pater familias zit de slagwerker op het podium. De rest van het orkest om hem heen – aan de ene kant de blazers, aan de andere kant de snaren. En veel méér nog dan Honsinger is Mengelberg in de muziek aanwezig. Zijn composities, waarbij het “ontregelen” al steevast ingebakken zit, vormen al sinds de vroegste concerten de kern van het ICP-repertoire. En zo verschuift het ontregelende bij de groep steeds meer van de muzikanten naar de muziek zelf.

Chaos

Dus ook ditmaal, in het Bimhuis, waar Mengelbergs oorspronkelijk voor muziektheater geschreven stuk “Boodschappenlijst” na een ingetogen intro plots in schijnbaar onontwarbare chaos omslaat. Om vervolgens weer in een weldadig rustige ballad overgaan waarbij de blazers klinken als een babbelend gezelschap dat even later begint te kijven. Zoals in aan ander Mengelbergstuk blazersgefrutsel van het ene moment op het andere over gaat in een scheef marcherende hoempa waarbij het niet moeilijk is om je een beschonken familiefeest voor te stellen waar de lolligste oom het op zijn heupen krijgt en een polonaise begint.

Maar om zoiets te kunnen spelen moet je als muzikant zelf niet “lollig” zijn, maar vooral ontzettend goed. En dat zijn de musici van het ICP Orchestra, stuk voor stuk. Ze krijgen ook allemaal op verschillende momenten tijdens het concert hun improvisatiemoment en hun solo-momenten in de gespeelde stukken. Met Bennink als immer in een vrije rol en zonder een slag te missen. Contrabassist Ernst Glerum, die vele jaren gewoon heel mooi en serieus zat te bassen op zijn vaste plek naast Han Bennink, ontpopt zich de laatste tien jaar steeds nadrukkelijker als spreekstalmeester van het orkest. Niet zozeer “ontregelend”, maar wel strooiend met gortdroge humor.

Als er nieuw gearrangeerde jazzstandards gespeeld worden, dan gaat het steevast om stukken van Ellington of Herbie Nichols. Dat zijn ook altijd de meest swingende momenten van de ICP-concerten. Ditmaal komen er in de finale zelfs en handvol bezoekers het podium op om te dansen. En waarom ook niet. Maar toch, dat malle, voorheen immer voorbijkomende maar toch altijd weer verrassende dansje van Tristan Honsinger wordt wel een beetje gemist. En daar bestaat geen vervanging voor.

Gezien: ICP Orchestra. Zondag 18 december 2022, Bimhuis, Amsterdam

tekst:
Peter Bruyn
beeld:
icp1
geplaatst:
ma 19 dec 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!