On My Own

Kenneth Minor is een band met vele gezichten. Bird Christiani is eigenlijk het enige constante lid. Debuteren deed de band in 2010 met ‘In That They Can Not Help It’, gevolgd door het alom geprezen ‘Phantom Pain Reliever’ (2017). Hij won met zijn band zelfs enkele prijzen voor de eigenwijze aanpak van het folk -en freakfolkgenre.

Drummer Florian Helleken is de enige die we behalve Christiani in elk nummer horen. Hij nodigt wel enkele anderen uit om extra zang, een toefje bas, piano of orgel toe te voegen. Die mogen echter alleen meespelen bij de nummers die meer zijn dan aan folk verwante liedjes. Die nummers hebben nogal wat weg van zijn grote meester Bob Dylan. Gelukkig voor ons kiest Kenneth Minor voor veel variatie.

Zo zijn ‘Wrap Up A Deal’ en ‘Breach’ ware punkstampers. ‘Happy Man’ mag dan een goed in elkaar stekend nummer zijn, voor de modale gonzoïst zal hier het uptempo Simon & Garfunkel-gehalte veel te hoog zijn. ‘On My Own’, met Andreas Lüttke op bas, is een heerlijk folkpopnummer dat zo de hitlijsten in kan. ‘Bad Consciene Blues’ is dan weer een bluesy tearjerker. Variatie, weet u nog. Al mocht hij zijn mondharmonica thuis hebben gelaten.

Lucy Kruger mengt wel wat folk in haar muziek, maar ze is in de eerste plaats een singer-songwriter. Ze is afkomstig uit Kaapstad, Zuid-Afrika maar opereert tegenwoordig vanuit Berlijn. De opnames voor haar tweede album maakte ze echter nog in haar thuisland, als antwoord op de vele singersongwriters waar ze toen in haar bed pleegde naar te luisteren.

De muziek is spaarzaam, alleen haar stem en haar gitaar. Geen franjes, maar liedjes tot op het bot uitgebeend. Toch kiest ze meermaals voor de begeleiding van The Lost Boys, die echter helemaal ten dienste staan van haar liedjes. Hun begeleiding is dan ook gepast sober. Liedjes voor donkere avonden zijn het. Dat ligt helemaal in de lijn van Kruger’s bedoeling. Muziek voor ‘s avonds, om eens rustig het een en ander in vraag te stellen.

Suzan Köcher debuteerde met glans twee jaar geleden met ‘Moon Bordeaux’. Ze koos er deze keer voor om samen met haar drie bandleden te werken rond een bepaald thema. Een trip naar Praag vormde de aanleiding voor de songcyclus, getiteld ‘Suprafon’. Die focus zorgt voor een nog straffere wisselwerking van psychedelische folk, Franse meidenpop en wat krautrock. De mengeling klinkt nergens ook maar een beetje geforceerd. Integendeel, het album klinkt heel organisch, kent een mooie opbouw en bevat alleen maar sterke psychpop.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
do 9 apr 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!