Olan Monk


Olan Monk brengt – na twee meditatieve ep’s – zijn drie jaar lang begraven debuutalbum ‘Love/Dead’ uit. Het is een organisch-industriële postpunkplaat geworden met een diepe onderlaag die mede geïnspireerd is op zijn Ierse, tevens rondzwervende landgenoot Samuel Beckett.

‘Er zit veel innerlijke strijd in.’

We spreken elkaar over een soms haperende videoverbinding terwijl bij hem de zeemeeuwen in het Portugese Porto op de achtergrond krijsen. Hij vertelt hoe zijn wortels in de muziek al vroeg werden gelegd. ‘Mijn moeder luisterde veel naar jazz en muziek uit de hele wereld. Ze is een pianolerares, dus ik hoorde haar thuis op de achtergrond steeds lesgeven, Europese klassieke muziek. Ik begon aan het begin van mijn tienertijd gitaar te spelen, was een metalhead. Ik dacht toen dat dat rebels was, maar ik volgde haar eigenlijk in haar muzikale voetsporen, maar dan dus met een ander instrument.’

Mistig

Metal bracht hem verder in contact met de tegencultuur, al was metal toentertijd al hevig gecommercialiseerd. Het was ook een welkome kennismaking met vervorming, zoals die 1950 in de wereld werd geïntroduceerd door de gitaar van Joe Hill Louis met ‘Boogie In The Park’. ‘Het album gaat veel over vervorming. Ik luisterde veel naar My Bloody Valentine. Ook mijn samenwerking met Actress en Lugh hadden veel invloed. Alle geluiden, de synths, de stem, de gitaar, gaan door een vergelijkbaar opnameproces: ze worden opnieuw opgenomen, vervormd, gemanipuleerd en opnieuw gesampled. Wat uiteindelijk overblijft, zijn ambigue mistige geluiden.’

Er zit door deze manier van werken een gelaagdheid in het werk, zowel qua tijd als plaats. ‘Ik woonde in Zuid-Londen in een verlaten gebouw met een Coroner’s Court eraan vast en ging vaak voor een paar maanden terug naar Galway, naar de Ierse Atlantische kust. Beide plekken zijn vol leven en in een zekere staat van verval: West-Ierland heeft een zeer divers landschap met een sterk verlangen naar gemeenschap en groei, al lijkt het op het eerste gezicht een vruchteloze lege woestijn. Londen is een dystopie, maar in de buitenwijken van Zuid-Londen heb je het gevoel dat mensen samenleven in culturele diversiteit.

Poëzie

Er zitten veel duistere ondertonen in de plaat die aansluiten op het werk van Samuel Beckett. Becketts bewuste psychologische spagaat tussen de denkende geest en doorleefde ervaringen waren een belangrijke bron, en in het bijzonder het korte verhaal ‘First Love’ (1946) dat op cryptische wijze een verband legt tussen de dood van de vader en een huwelijk.

Het album bevat tevens een kritische reflectie op de gothic New Romantic-stroming uit de jaren 1970 en 1980 die actueel is in deze tijden van zelfisolatie. ‘Je wilt uiteindelijk niet geïsoleerd op een plek zijn waar je in je eentje zit te creëren, niemand wil dat. Dus er zit veel innerlijke strijd die ik in het album wilde verwerken. Een volgend album zou dan gaan over hoe je je hier overheen kunt zetten, over hoe we in een post-individualistische wereld samen kunnen werken en nog steeds ruimte kunnen hebben om te reflecteren en poëzie te maken.’


Dit artikel verscheen eerder in GC #159.

Koop deze editie in onze webshop!

Discografie

Love/Dead (C.A.N.V.A.S., 2020)
Inis/Anam (C.A.N.V.A.S., 2018)

Reacties