Interview Mika Taanila
Curieuze onderzoeksexperimenten en experimentele muziek, mediterende ultralopers en visionaire ontwerpers: filmmaker en kunstenaar Mika Taanila ontdekt telkens verrassingen in het bestaande.
Het filmwerk van Mika Taanila, in 1965 geboren te Helsinki, zit tussen traditionele documentaire en experimentele film in. Daarnaast maakt hij muziekvideo’s voor artiesten als 22-Pistepirkko, Circle en The Cybermen, en maakt hij installaties met filmmateriaal.
In zijn werken vermengen zich niet alleen stijlen, maar ook verscheidene onderwerpen. Zo haken experimentele muziek, wetenschap, utopische toekomstverwachtingen, technologische ontwikkelingen en hun invloed op de maatschappij in elkaar.
Het materiaal voor zijn filmische werk vindt hij steeds in het bestaande: bestaand filmmateriaal voor zijn documentaires en niet-narratieve films, bestaande personen en gebeurtenissen als onderwerpen, en bestaande muziek als inspiratiebron.
Swissair
Muziek, overigens, is ook een actieve interesse van Taanila. Als tiener richtte hij samen met leeftijdgenoten, onder wie Anton Nikkilä, de cultgroep Swissair op. Swissair behoorde begin jaren 1980 tot de kern van de Finse underground; de groep bracht in eigen beheer een aantal cassettes uit met stukken waar atonale en geïmproviseerde muziek in elkaar schoven.
Nikkilä is doorgegaan als experimenteel musicus en componist en in de jaren 1990 werkten de twee samen aan een muzak-project. Taanila begon destijds te filmen op super-8. Uit dat materiaal heeft hij in 2005 een compilatie gemaakt, begeleid met een selectie van de Swissair-opnamen, onder de titel ‘Hermafrodiitit’. De laatste cassette, 15. joulukuuta 1981, is in 2009 opnieuw uitgebracht als online album.
Taanila studeerde video aan de Lahti University of Applied Sciences en culturele antropologie aan de Universiteit van Helsinki. Zijn werk is wereldwijd vertoond op meer dan tweehonderd festivals en tentoonstellingen. 2005 luidde zijn eerste grote solo-expositie in bij het Migrosmuseum te Zurich.
In 2012 is hij uitgenodigd voor dOCUMENTA(13) in Kassel, waar zijn meest recente installatie ‘The Most Electrified City in Finland’ te zien was in de Orangerie. Tijdens het komende International Film Festival Rotterdam (IFFR), in januari 2013, wordt er een speciaal programma aan Taanila gewijd. Vanaf november 2013 zal in het Kiasma, het museum voor hedendaagse kunst in Helsinki, een nieuwe solo-expositie met zijn oeuvre te zien zijn.
Mens en machine
Het aan Mika Taanila gewijde programma tijdens het International Film Festival Rotterdam zal een selectie van non-fictie en fantasie bevatten. En zijn nieuwe korte documentairefilm ‘Six Day Run’ gaat er in premiere. De film toont de Finse ultraloper Ashprinahal Aalto tijdens een wedstrijd in New York City. Een sporter met een sterk spirituele drijfveer, dat lijkt een verrassend onderwerp in het oeuvre van Taanila, die tot nu toe veelal focuste op uitvinders en ontwerpers, technologie en kunst.
Hoe komt deze man in jouw oeuvre terecht?
Taanila: ‘In zekere zin is dit een ander onderwerp, maar tegelijkertijd gaan mijn films vaak over menselijke machines, spirituele zoektochten en een utopisch verlangen naar een harmonieuzere wereld. Overigens is dit mijn tweede sportfilm, na ‘Robocup99’.
Ashprinahal is een van de beste hedendaagse ultralopers ter wereld. Hij heeft de langste hardloopwedstrijd ooit, de Self-Transcendance 3100 Mile Race, zes keer gewonnen. Verder heeft hij de 700 Mile Race en de Six Day Run beide drie keer gewonnen. Thuis, in Helsinki, is hij een krantenkoerier.
Voor Ashprihanal is het hardlopen een manier om te mediteren en de rat-race van de omringende wereld te vergeten. Hij is lid van het International Sri Chinmoy Marathon Team, dat opgericht is door de Bengalese spirituele leider Sri Chinmoy. Tijdens de Six Day Run slaapt Ashprihanal net als de meeste lopers gemiddeld twee tot drie uur per nacht. De rest van de tijd loopt hij hard.
In zekere zin lijkt hij op een menselijke machine, ontdaan van zijn eigen wil, maar tegelijkertijd heeft hij een vrije en gewichtloze geest. Bij dit evenement vermengt serieuze competitie zich probleemloos met een spirituele zoektocht. Het is een vrijwillig passiespel tot in het extreme doorgevoerd, gepaard aan gedachtespellen en het idee van transcendentie. Het brengt me enigszins in verwarring. Op een goede manier! Want wat zegt een evenement als dit over de huidige menselijke toestand?’
Hoge verwachtingen
Het utopische verlangen naar een betere wereld is in Taanila’s oudere documentaires vaak gekoppeld aan een groot vertrouwen in de wetenschap. De universiteiten die hun robots voetbalwedstrijden laten spelen (‘RoboCup99’, 2000) willen ongetwijfeld het spel winnen, maar tegelijkertijd is het een onderzoek naar menselijke beslissings- en handelswijzen bij robots.
Een onderzoeker suggereert dat ze ooit kunnen worden ingezet in verpleeghuizen of als reddingwerkers . Verder kan het lichtgewicht en makkelijk te construeren Futuro-huis (‘Futuro: A New Stance For Tomorrow’, 1998) wel eens tal van recreatieve en humanitaire functies gaan vervullen, vermoedt men begin jaren 1970.
‘The Future Is Not What It Used To Be’ (2002) schetst een ontroerend beeld van Erkki Kurenniemmi (1942-2017), creatieve technoloog of wetenschappelijke kunstenaar, die met even veel gemak pionierde in de elektronische muziek als zich bezig hield met nucleaire wetenschap, experimentele film en de volledige digitalisering van zijn eigen leven. Zodat hij straks als een golfbal vol bytes kan voortleven in de ruimte.
In je films toon je veel interesse in ideen en mensen met een groot vertrouwen in de maakbaarheid van de toekomst.
Taanila: ‘Ik vind het fascinerend om veertig jaar terug te kijken en te zien hoe mensen destijds dachten dat de wereld er over tachtig jaar uit zou zien. Drie lagen van tijd met een overlap. ‘Futuro’ en ‘The Future Is Not What It Used To Be’ zijn rond de millenniumwisseling gemaakt, met archiefbeelden uit de jaren 1960 en 1970, die een idee tonen van hoe ons leven zou zijn in 2040, 2050. Ik ben geïnteresseerd in de snelheid van verandering, de snelheid van technologische innovaties en hoe dat de menselijke geest verandert.
Het is gezond om terug te kijken naar de hoge verwachtingen van voorgaande generaties. Misschien zelfs over verscheidene generaties terug, maar zo ver ben ik nog niet gekomen. Waar het om draait, is niet te lachen om de naïeve ideëen van toen bijvoorbeeld het idee van hele wijken uit plastic huizen, zoals in ‘Futuro’ maar vooral het eigentijdse hoop en geloof zichtbaar en kwetsbaar te maken. Dat streef ik na.
Nu denken bijvoorbeeld velen dat mobiele telefoons en computergebaseerde communicatie ons leven nu en in de toekomst makkelijker maakt. Dat is niet noodzakelijk zo. Ik denk dat we sceptisch moeten blijven en de hype niet moeten geloven. Ik heb mijn hippe smartphone net ingeruild voor het eenvoudigste model van Nokia. Ik voel me nu heel relaxed.’
Kalm water
Het valt me op hoe vaak in de films wetenschap en kunst in elkaars verlengde liggen, of hoe het een uit het ander voortvloeit.
Taanila: ‘Dat is niet bewust, al is het inderdaad het geval. Misschien verzet ik me tegen de veronderstelde tegenstelling tussen kille, nuttige wetenschap en humane kunst. Ik denk dat er in de wereld van wetenschap heel veel poëtische aspecten en mooie, surrealistische toevalligheden zijn te vinden.
Wat me boeit, zijn onvoltooide projecten, onvolledigheid en mislukking. Het volledig instorten van het onderzoek bij het Finse Geodetisch Instituut levert in ‘The Zone of Total Eclipse’ een soort ready-made pozie op. De film is gebaseerd op wetenschappelijk opnamen van de totale zonsverduistering van 1945 in Kokkola, Finland. Hij bestaat uit twee rollen: een positief voor de zon en een negatief voor de maan. De rollen worden over elkaar heen geprojecteerd, waarbij de projectoren net niet synchroon lopen. Het geeft een spookachtig flikkerend effect.
Je hoeft dergelijke opnamen alleen maar te vinden en ze enigszins in een ander context te plaatsen. De schoonheid ligt in kalm water, in het onverwachte en de ongeziene rust.’
Kerncentrale
Tijdens dOCUMENTA (13), afgelopen zomer in Kassel (Duitsland), is het op drie schermen geprojecteerde ‘The Most Electrified City in Finland’ getoond. De filminstallatie behandelt de bouw van de derde kernreactor van de Olkiluoto-fabriek op het gelijknamige eiland voor de Finse kust. Beelden van de bouw soms vertraagt of versneld tot een poëtisch geheel worden versneden met beelden van de natuur, found footage en het observeren van betrokken werknemers.
Hangt deze installatie samen met eerder werk vanuit je fascinatie voor de wetenschap en het vertrouwen in vooruitgang?
Taanila: ‘Ik weet niet of het past bij het bestaande oeuvre. Het onderwerp is belangrijk. De installatie is gebaseerd op een documentaire waaraan ik al sinds 2004 werk (samen met zijn vaste cameraman Jussi Eerola, red ). De bouw van de kerncentrale Olkiluoto 3 is in die tijd gestart als eerste in de westerse wereld na de ramp in Tsjernobyl. Rond kernenergie hangt een enorm gespannen sfeer en er heersen tal van vooroordelen vanuit uiteenlopende hoeken.
Ik werd door dOCUMENTA (13) uitgenodigd en we besloten dat deze installatie zinvol was binnen die context (een sub-thema van het kunstevenement was in 2012 Post-trauma, rm). We hopen dat ondanks het juridische gesteggel – de documentairefilm binnenkort in premiere kan gaan. De lange film wordt heel anders dan de installatie. Die is zonder dialogen. In de film zijn heel veel dialogen, monologen en voordrachten begeleid door een prachtige filmscore van Pan Sonic. De installatie is ook tijdens het IFFR te zien. Daar ben ik erg blij mee.’
Kwetsbare muziek
Een andere project dat in Rotterdam wordt gepresenteerd, is ‘Stimulus Progression’. Wat is daarvan het onderwerp?
Taanila: ‘Ik heb muzak field recordings gemaakt, meestal lopend in het centrum van Helsinki. Ik nam authentieke achtergrondmuziek op locatie op. Dat was bijvoorbeeld in warenhuizen , parkeergarages en een paar café’s. Die opnamen maakte ik met een kleine draagbare recorder. Alle omgevingsgeluiden, bijvoorbeeld van pratende mensen, verkeer en airconditioning accepteerde ik.
Het is misschien te zien als een stedelijk equivalent van de fantastische historische en etnografische muziekprojecten die Alan Lomax uitvoerde voor Folkways Records. Mijn field recordings zouden dan een geluidsdocumentaire van muzakplekken in Helsinki zijn, een soort stadssymfonie.
Er komt een 10 vinyluitgave, die Stimulus Progression: Skyline Program gaat heten. De maker is anoniem, dat wil zeggen Stimulus Program, en alle tracks krijgen als credit traditional. Het album verschijnt bij het Keulse Apparent Extent Records. De exacte datum is nog niet bekend; hopelijk begin volgend jaar.’
Waar komt de naam Stimulus Progression vandaan?
Taanila: ‘In de jaren 1970 ontwikkelde Muzak Corporation een pseudowetenschappelijke methode, die Stimulus Progression werd genoemd. Het kwam er simpelweg op neer dat ze muzak als achtergrondmuziek ten gehore lieten brengen, bijvoorbeeld in een fabriekshal, in cycli van vijftien minuten.
Vijftien minuten muzak, gevolgd door vijftien minuten stilte en dan weer een nieuwe cyclus. Binnen elk blok werd het tempo van de muziek iets verhoogd, zodat tussen de dertiende en vijftiende minuut het tempo het hoogst lag en daarmee de beste stimulus creëerde. Beide kanten van mijn album gaan dus exact vijftien minuten duren.’
Helaas is in de meeste openbare gelegenheden al sinds de jaren 1980 geen authentieke muzak meer te horen.
Taanila: ‘Meestal kiest het personeel de makkelijkste weg en blaast het opdringerige radioprogrammas of de eigen favoriete platen over de klanten. Het originele materiaal bestaat nog wel, maar is moeilijk te vinden. Dat is ook een goede motivatie voor dit project: de kwetsbare schoonheid en traditie vastleggen voordat ze definitief is verdwenen! Het is een folkloreproject. Voor het IFFR bereid ik een intieme, minimalistische installatie voor vanuit datzelfde idee.’
Je hebt ook al eerder een film over het onderwerp gemaakt.
Taanila: ‘Ik raakte geïnteresseerd in muzak en BGM (background music) door Anton Nikkilä me er in de vroege jaren 1990 op wees. Samen hebben we onderzoek gedaan, wat resulteerde in de korte documentaire Thank You For The Music. We ontdekten dat muzak als geregistreerd merk van de Muzak Corporation op zich verdwijnt en langzaam wordt vervangen door goedkopere BGM.
En erger: door agressieve voorgrondmuziek. Aan het eind van de jaren 1990 kwam de meeste BGM in Finland en veel andere landen overigens uit Nederland, waar het werd geproduceerd in Eindhoven door Philips Background Music Services. Anton en ik haatten de kitsch- en camptrend die hing rond het lounge-cultuurtje. We beschouwden muzak als een ijl, heel mooi genre van rustige muziek. Niet iets waar je om lacht of op danst . Misschien is het, nu het geen trend meer is, wel een goed moment om weer muzak en BGM nader te beschouwen?’
Found footage, found people
Je gebruikt veel bestaand filmmateriaal. Uiteraard de archiefbeelden in je documentaires, maar ook archiefmateriaal en found footage in je experimentele werk, zoals A Physical Ring en The Zone Of Total Eclipse, en je muziekvideo’s. Is het gebruik van archief- en gevonden materiaal terug te voeren op dezelfde interesse als het gebruik van het reële leven bestaande personen, reële gebeurtenissen als onderwerp voor je films?
Taanila: ‘Yeah! Found footage, found people. Zo heb ik het het liefst. Non-fictie is mijn thuis. Ik zou geen acteurs kunnen regisseren en me totaal verloren voelen met dialogen. Zelfs meer verloren dan dat ik me nu voel met voor mij bekende zaken.’
Hoe werk je? Aan de hand van een uitgewerkt script of intuïtief, de structuur bouwend terwijl je aan de film werkt?
Taanila: ‘Het is moeilijk hier een eenvoudig antwoord op te geven. Ik denk dat de meeste van mijn films conceptueel zijn, gebaseerd op een idee of twee. Onderzoek speelt een grote, grote rol, aangezien het altijd non-fictiefilms zijn. Het ruwe materiaal verzamelen voor het uiteindelijke beeldhouwen. Ik houd van lange periodes van monteren.
De voornaamste creatieve fase wordt misschien gevormd door de gesprekken met mijn cameraman Jussi. Hij weet heel goed wat ik voor ogen heb en is fantastisch als het gaat om frisse, nieuwe ideeën om de werkelijkheid te benaderen. Hij is een supersensitief persoon. Die samenwerking is cruciaal voor mijn projecten. Behalve dan bij de found footage-stukken, waar het archiefmateriaal vraagt schreeuwt om een nieuwe vorm!
Drama
Je omgang met de beelden in documentaires is meer zoals dat gebruikelijk is in experimentele films. Je gebruikt bijvoorbeeld in ‘Six Day Run’ gelaagde en negatiefbeelden op een schijnbaar willekeurige manier; in ‘RoboCup99’ zijn beelden bewerkt alsof het oud, bekrast en vervallend filmmateriaal betreft. Waarom gebruik je experimentele technieken in je documentairefilms?
Taanila: ‘Hmm. Ik weet niet wat experimentele technieken zijn. Nou ja, ik begrijp wat je bedoelt, maar voor mij is alle materiaal belangrijk en als zodanig gelijkwaardig. Het is het concept, het drama zo je wilt, dat telkens een specifieke en andere behandeling van het materiaal verlangt. Volgens mij kun je veel bereiken door je film- of videomateriaal te kiezen en daar iets mee te doen. Een laag, vijf lagen over elkaar, ondersteboven, negatief, solarisatie, vervaging: gewoon niet de fabrieksinstellingen accepteren.
In ‘RoboCup99’ wilden Jussi en ik ruw, organisch ogend materiaal vanuit het idee dat deze robots primitief zijn in de dromen van de onderzoekers. Daar hebben ze gelijk in gehad. Jussi heeft 16mm-materiaal met de hand bewerkt in zijn badkamer, met gebruik van foto-chemicalieën. ‘The Most Electrified City in Finland’ bevat materiaal dat met dezelfde technieken is bewerkt. Hier fungeert het als vaag stralend materiaal uit een ver verleden of een niet-zo-verre-toekomst.
In ‘Six Day Run’ is het gebruik van over elkaar gelegde, gesolariseerde en negatiefbeelden bedoeld als weergave van de bewustzijnsstroom waar de hardlopers naar streven: de vrije ziel en de vrije geest. Uiteraard is het erg speculatief, naïef en subjectief. Toen we de ruwe montage aan Ashprinahal lieten zien, zei hij dat het een goede weergave was van zijn koortsige geest en meditatieve ervaring tijdens de meerdaagse loop.
Of het gebruik van bepaalde visuele effecten wel of niet bij documentaires behoort, is niet mijn zorg als kunstenaar. Ik probeer zo min mogelijk audiovisuele effecten te gebruiken, maar wel met een maximaal effect.’
Dit artikel verscheen in Gonzo (circus) #113 naar aanleiding van een Mika Taanila-retrospectieve tijdens het International Film Festival Rotterdam 2013. Van 17 oktober tot 16 december is in het Leuvense STUK zijn solo-show ‘The End’ te zien waarin naast ‘The Most Electrified Town’ ook zijn nieuwe dystopische werk ‘The Earth Who Fell to Man’ (2017) zal worden getoond.
Dit artikel verscheen eerder in GC #113.
Koop deze editie in onze webshop!Bibliografie
Six Day Run (2013, 14 min, 35mm)The Most Electrified Town In Finland (2012, 15 min, 3 x HD video)
Twilight (2010, 6 min, 2 x video)
The Zone of Total Eclipse (2006, 6 min, 2x16mm)
Optical Sound (2005, 6 min, 35 mm)
Future Is Not What It Used To Be (2002, 52 min, 35 mm)
Reacties