Mia Zabelka
De klassiek getrainde Oostenrijkse violist Mia Zabelka is geen nieuw gezicht meer in de nieuwe muziek. Ze heeft haar eigen podium, is directeur van PhonoFemme en brengt dit jaar cd’s uit van twee verschillende soloprojecten. “Ik ben een schizofrene artiest.”
Vermoeid – ze is al sinds zes uur die ochtend onderweg – maar goedgemutst komt ze het Tilburgse podium Paradox binnen, waar ze later de avond zal spelen. In een nabijgelegen café spreken we elkaar, en hebben we ondanks het glas spuitwater dat we dronken en het niet zo vloeiende Engels uiteindelijk behoorlijk wat gelachen.
Aangezien Zabelka het Incubate-festival aanvankelijk had geassocieerd met elektronische artiesten had ze haar elektrische viool meegenomen. De Paradox roept bij haar echter meteen een akoestische en jazzsfeer op. Dus speelt ze een ‘akoestische’ set op haar elektrische viool. “Dat heb ik nog nooit eerder gedaan.” Al doet de virtuoze violiste al decennia niets anders dan haar eigen expressie en speeltechniek ontwikkelen, toch zijn er blijkbaar nog regels.
Elektronische muziek wordt ook veel gemaakt door mensen zonder muzikale training. Is er voor jou, met je gedegen klassieke training, een duidelijk onderscheid?
Mia Zabelka: “Iedereen kan tegenwoordig zijn eigen elektronische muziek produceren. Daar heb ik niets op tegen. In de muziek hoor je het verschil – het verschil tussen wie een opleiding heeft gehad en wie niet. Dat is mijn kritiek op elektronische muziek. Misschien hoeft elektronische muziek helemaal niet muzikaal te zijn, maar dat is een andere discussie. Je kunt ook een technische benadering hebben, maar ik prefereer de muzikale benadering. Je hoort het als iemand jarenlang een instrument heeft leren spelen, als iemand een getraind oor heeft en weet hoe hij een instrument moet bespelen.
Als je dat die klassieke muziek niet hebt gespeeld, dan heb je een minder complexe toegang tot muziek. De training verandert ook je gehoor. Je leert complexere muzikalere kleuren te bedenken, virtuozer.”
Dat doet me denken aan Nina Simone, die ook begon met zingen zonder dat ze een zangeres is. Wanneer of waarom begon jij met zingen?
MZ: “Eerder zong ik nooit. Ik noem mezelf geen zanger of vocalist. Wat ik doe met mijn stem komt vanuit de viool. Het verder voeren van de posities op de viool naar mijn stem. Niet alleen de vibraties, maar mijn hele fysieke taal. Ik heb die ontwikkeld op de viool en dat beïnvloedt mijn stembanden. Eerst kwam de fysieke benadering en daarna de stem.”
Fysieke improvisatie
Heb je er ooit over gedacht het publiek meer fysiek te betrekken?
MZ: “Het zou kunnen. (lacht) Interessant. Het is een goed voorstel. Ik zal erover nadenken.
Heb je je fysieke performance wel eens vergeleken met dans?
MZ: “Ik houd van dansen. Mijn bewegingen zijn mogelijk anders in de zin dat ze geïmproviseerd zijn, dus misschien dansimprovisatie. Het is niet slechts spiergeheugen van je linkerhand, het is een beweging van je hele lichaam. Eenzelfde soort fysieke benadering heeft Keiji Haino (Japanse improvisatiemuzikant en singer-songwriter, db) ook op gitaar. Het is niet slechts hoe je je lichaam beweegt, het is ook je strijkstok. Je kunt het driedimensionaal aanpassen, bijvoorbeeld met draaiende bewegingen, soms zelfs met twee strijkstokken. Het is een onderzoek naar hoe een viool bespeeld kan worden. Het gaat niet alleen om het fysieke, het is ook een mentale benadering dat het anders kan.” (De manier van spelen die ze heeft ontwikkeld noemt ze ‘automatic playing’).
Heb je op die manier ook compositieopdrachten gegeven?
MZ: “Ik heb in het verleden wel compositieopdrachten gegeven, maar dat doe ik niet meer. Muzikanten die improviseren hebben een andere benadering dan componisten. Om heel consequent te zijn moet je een kant kiezen. Ik denk niet dat het goed is om het te combineren, omdat het iets verandert in je brein. Het is een keuze: je bent een componist of je improviseert. Veel mensen combineren het wel. Ik heb daar geen problemen mee, maar voor mij is het anders. Ik wil het niet combineren. Natuurlijk is het niet alleen improvisatie. Ik heb ideeën, ik bedenk concepten. Denk bijvoorbeeld aan Cecil Taylor (klassiek getrainde pianist, free jazz-pionier, db) – ik kan geen componist bedenken die net zo schrijft zoals Cecil Taylor speelt. Het is een andere taal.”
“Ik geef workshops, aan individuele muzikanten. Meestal muziekstudenten om ze te helpen hun eigen taal te vinden, hun eigen expressie. Klassiek getrainde muzikanten zijn soms niet in staat één noot te spelen zonder bladmuziek. Het is onmogelijk voor ze. Dan haal ik de noten weg en vraag: ‘en nu, wat gebeurt er nu?’ Ze zijn zo bang.”
De norm
De expressie bij klassieke muziek is van oorsprong behoorlijk gedistingeerd. Is het fysieke spelen daar een reactie op? En in hoeverre houd je toch de controle?
MZ: “Dat het een reactie is op de klassieke praktijk zou best kunnen. Toch ben ik meestal nog wel behoorlijk gecontroleerd. Het is ook een reactie op het publiek en de sfeer. Tegenwoordig zijn die meer ingehouden dan vroeger. De hele scene is dat meer – intellectueler, conservatiever, niet zo open voor nieuwe ideeën. Ze missen die mentale houding. Al weet ik zeker dat het terugkomt. Dat moet wel (lachend). Niet alleen in muziek trouwens. We passen ons aan, maar het kan weer een andere kant op.”
Wat was de aanleiding voor het initiatief PhonoFemme dat je in 2009 bent gestart?
MZ: “PhonoFemme is een festival voor vrouwelijke geluidskunstenaars en componisten, dat ik samen met Zahra Mani ben begonnen. Wij vonden dat noodzakelijk, want in jazz, geïmproviseerde muziek en elektronische muziek zijn er vooral mannen. Bovendien is het ook goed als vrouwen bij elkaar komen. Het is een initiatief om mensen ervan bewust te maken dat vrouwen bestaan en dat ze goede dingen doen. Daarbij wil ik wel benadrukken dat we mannen niet uitsluiten. Als een componist heel graag een mannelijke muzikant wil gebruiken, dan kan dat. Maar het komt nooit voor dat ze dat allemaal doen. De enige mensen die rare vragen stellen zijn mannelijke muzikanten en mannelijke journalisten: waarom doen jullie dit? Waarom exclusief? Is het echt nodig? Enzovoort. Vrouwelijke muzikanten zien de noodzaak. Ze vinden het geweldig. Ook om samen plezier te hebben.”
Open publiek
KlangHaus Untergreith is een podium voor experimentele muziek in haar eigen huis in het zuidoosten van Oostenrijk. Tot nu toe waren er vier festivals per jaar. “We zijn nu wat gekort, dus volgend jaar zijn er maar twee festivals. Tot nu toe was het drie keer buiten, met een klein podium. De muzikanten spelen in de wijngaard, wat erg bijzonder is. Akoestisch is het ook fantastisch, want we werken met de weerkaatsing van het huis. We hebben vijftig tot zeventig man publiek, wat meer is dan bij sommige podia in Wenen. En het publiek luistert echt. We hebben hier mensen opgeleid om naar deze muziek te luisteren.
Veel podia hebben toch een bepaald verwachtingspatroon: het publiek verwacht iets en het krijgt wat het verwacht. (lacht) Het is anders als het publiek niet in een bepaalde richting is getraind. Het is lastig, maar het geeft je ook meer vrijheid om dingen te doen. Die connotatie hebben we niet bij het KlangHaus, want we zijn geen officieel theater. Ook al is er maar één genre (experimentele muziek) vertegenwoordigd.”
Het zijn hetzelfde soort verwachtingen die ook andersom werken. Zo denkt Zabelka door de concertzaal te weten wat voor set er van haar wordt verwacht. En een concertorganisatie kan verwachten dat een optreden van een vrouwelijke muzikant meer vrouwelijk publiek aantrekt. Dat was ook het geval bij Zabelka’s publiek in vergelijking met dat van Jasper Stadhouders’ International Improv Ensemble, dat voorafging aan haar optreden in de Paradox.
Dat Mia Zabelka niet altijd rekening houdt met de verwachtingen, blijkt onder andere uit haar speelstijl. Een vrouw die ik na afloop van Zabelka’s concert sprak noemde het stemgebruik tijdens het vioolspel bijvoorbeeld grensoverschrijdend: letterlijk doorgaan waar de viool ophoudt. Dat was een opmerking als onderdeel van een positief oordeel. Betekende dat het concert had voldaan aan de verwachtingen? Wanneer is een concert weer eens onverwachts onverwacht?
Dit artikel verscheen eerder in GC #130.
Koop deze editie in onze webshop!Discografie
Mia Zabelka - M/2 (in ontwikkeling)Mia Zabelka - Monday Sessions (Creative Sources, 2015)
Trio Blurb : Maggie Nicols, John Russell, Mia Zabelka - Trio Blurb (Extraplatte, 2013)
Lydia Lunch, Zahra Mani, Mia Zabelka - Medusa's Bed (Monotype Records, 2013)
Mia Zabelka Trio - Weird Tales And Elegant Motion (Monotype Records, 2012)
Mia Zabelka - M (Monotype Records, 2011)
Reacties