Bindwerk: Met andere ogen

Af en toe is het goed om vanzelfsprekende dingen op een andere manier te bekijken. In deze boek- en filmselectie gebeurt dat op verschillende manieren.
Bindwerk Gonzo (circus) #166

Af en toe is het goed om vanzelfsprekende dingen op een andere manier te bekijken.

In deze boek- en filmselectie gebeurt dat op verschillende manieren: zo worden in de vijfde en laatste KONT kunstenaars en niet-kunstenaars aan elkaar gekoppeld, met verrassende resultaten, en zet muziekjournalist JR Moores Nirvana met terugwerkende kracht een trapje lager op de muziekhistorische ladder.

Lichtvoetig

Gonzalo en Carla zijn twee verliefde Chileense tieners, maar zoals dat vaak met puberliefdes gaat, springt hun relatie veel te snel uit elkaar. Gonzalo stort zich op zoek naar troost op de poëzie, iets wat, als we Alejandro Zambra mogen geloven, in Chili een volstrekt normale hobby is. Tien jaar later ontmoeten Carla en Gonzalo elkaar opnieuw op een feest. De vonk slaat ook deze keer over, maar er is een derde in het spel: Carla’s zoon Vicente. Gonzalo ontfermt zich al snel met veel overgave over de jongen en de drie worden een gezin. Ook Vicente wil als hij ouder wordt dichter worden.

Dat is in het kort de plot van ‘Bijna een vader’, de nieuwste roman van meesterverteller Alejandro Zambra. Met een ongelooflijk vlotte vertelstijl toont de Chileense schrijver waarom hij een van de grootste talenten is op het literaire wereldtoneel: Zambra slaagt erin om van de kleinste gebeurtenissen poëzie te maken. Hij gidst ons in sneltreinvaart door het leven van zijn personages – meer dan dertig jaar gaan voorbij in de zowat 450 pagina’s van de roman.

De schrijver is daarbij zelf aanwezig in een vertelstem die soms de ironische kant op gaat. Maar de Chileen houdt van zijn personages: hij begrijpt waarom mensen soms de verkeerde beslissingen nemen en vergeeft hen als schrijver hun fouten. Dat mededogen werkt besmettelijk: wie ‘Bijna een vader’ heeft gelezen, kijkt daarna ook met meer compassie naar zijn medemens. Dit sprankelende boek is lichtvoetig en tegelijkertijd vertelt het meer over het leven dan eender welk doorwrocht essay. Dat Zambra een hele stoet aan dichters voorbij laat komen, is een nauwelijks verhuld motief van deze schitterende roman: het leven is poëzie, als je gewoon beslist om het zo te bekijken. (tow)

Alejandro Zambra, Bijna een vader (Amsterdam: Meridiaan Uitgevers, 2021)

Beweging

Kunstenaar Griet Menschaert, tevens oud-medewerker van Gonzo (circus), neemt na vijf jaar afscheid van haar kunstwerk KONT. Het platform bestaat uit de publicatie van een jaarlijks tweetalig (Nederlands-Engels) papieren magazine, en de organisatie van Slow Dates, waarin makers en niet-makers elkaar kunnen ontmoeten in de omgeving van Eindhoven. KONT heeft een vriendelijke en eigenwijze houding tegenover het kunstenaarschap, en lijkt tegen het idee van de individualistische autonome kunstenaar in te gaan.

Voor de laatste keer brengt Menschaert het magazine uit, ditmaal in samenwerking met co-editor Sunjoo Lee. Dat resulteerde in ‘Welcome The Artist/Verwelkom de kunstenaar’. Vijf duo’s van kunstenaars en niet-kunstenaars realiseerden samen de artikelen voor dit nummer. Daar kwamen bijzondere samenwerkingen uit, zoals tussen designer Noam Youngrak Son met IT-docent en vertaler Jeroen van den Heuvel, die samen een speculatief narratief onderzoek deden naar een toekomst in Eindhoven vol sporen van paddenstoelen, ‘evoluons’ genoemd. Het Evoluon is een groot paddenstoelvormig gebouw in Eindhoven. Een ander artikel gaat over The Walking Fish Academy, waar bedrijven kunstenaars kunnen inhuren om in creativiteit te voorzien. Het zijn dit soort verfrissende, grappige bijdragen en unieke invalshoeken die KONT uniek maken, en die mogelijk worden gemaakt door de samenwerking tussen kunstenaar en niet-kunstenaar. Ook in deze laatste editie maakt KONT het op toegankelijke en laagdrempelige manier mogelijk dat mensen elkaar ontmoeten.

De film ‘Staying With The Tides’ van Design Academy-alumna Floor Hofman gaat over KONT, en laat zien wat deze kunstenaarsbeweging heeft betekend voor de betrokkenen. Aan het woord komen onder andere oprichter Menschaert, haar KONT-genoten, waaronder een antropoloog, een wiskundige en een ontwerper, de directeur van het Van Abbemuseum Charles Esche en kunstenaars Lars Leeuw en Wessel Verrijt. Vooral die laatste drie zeggen inhoudelijke en zinnige dingen over outsider art, verzet tegen de harde kunstwereld en het gebrek aan ontmoetingsplekken voor kunstenaars. De film is een experimenteel portret, ondersteund door een pakkende, ritmische soundtrack. Audiofragmenten van interviews worden samengebracht met filmbeelden uit verschillende delen van de wereld.

Het is mooi dat Menschaert als enige persoon ook in beeld komt bij de interviews, het zijn immers haar bloed zweet en tranen geweest die het platform mogelijk hebben gemaakt. Wel is het jammer dat Eindhoven niet prominenter in beeld is, want KONT is toch echt duidelijk een Eindhovense beweging. KONT is een kunstbeweging die hopelijk ook na het vertrek van Menschaert wordt doorgezet. Er zijn namelijk maar weinig plekken waar kunstenaar en ‘gewone’ burger elkaar kunnen ontmoeten en van elkaar kunnen leren, laat staan dat ze samen ook iets unieks maken. (ep)

Red. Griet Menschaert en Sunjoo Lee, KONT05 Welcome The Artist/Verwelkom de kunstenaar (Eindhoven: KONT magazine, 2021)

Floor Hofman, Staying With The Tides (KONT magazine)

Vertakkingen

JR Moores is een gerespecteerd muziekjournalist en columnist met de specialisatie psychedelische rock, die publiceert voor zowel The Quietus als Record Collector. Werk van zijn hand verscheen bovendien in The Wire, The Guardian, Vice en op Bandcamp Daily, om de belangrijkste te vermelden. Moores is zodoende iemand met een eigen mening, heel veel ervaring en muzikale kennis; een muziekjournalist die weet hoe hij een boeiend verhaal kan vertellen. Een verhaal dat niet altijd hoeft te stroken met de smaak van de gemiddelde liefhebber of journalist. Net dat maakt deze pil van 480 pagina’s – inclusief register, leeslijst, uitgebreide bronnenlijst en een zeer selectieve discografie – heel erg de moeite waard.

Een mooi voorbeeld hiervan is dat Moores Tad kiest als belangrijkste vertegenwoordiger van grunge, in plaats van Nirvana. Een standpunt waar wij ons zeer goed in kunnen vinden, en dat zonder afbreuk te doen aan de verdienste van het trio Cobain, Grohl en Novoselic. We zagen beide bands in een double bill in het Gentse Democrazy begin jaren 1990 voor een publiek van honderdvijftig mensen (als we iedereen zouden geloven die zegt erbij te zijn geweest, waren er minstens vijfduizend bezoekers). Tad speelde eerst en Nirvana stak zeer bleekjes af bij wat Tad Doyle, die nog steeds niet de erkenning krijgt waar hij recht op heeft, met zijn band presteerde. Moores biedt Doyle eerherstel, en hoe.

De ‘Heavy Music’ die Moores in zijn boek onderzoekt is in zijn geval ook veel breder dan wat we zouden verwachten. Hardrock en heavy metal met al zijn vertakkingen, ja, dat is de evidentie. Hij heeft het echter net zo goed over industrial rock, noiserock, postmetal, postrock, … tot aan het invloedrijke ‘Scum’ van Napalm Death toe. Niet in een paar woorden, maar in hoofdstukken die telkens weer een andere dan de vertrouwde invalshoek uitlichten. Hij begint met ‘Helter Skelter’ van The Beatles en bespreekt uiteraard ook een verwachte naam als Black Sabbath, maar laat net zo goed Throbbing Gristle, Mika Vainio, Les Rallizes Dénudés en lievelingen als The Butthole Surfers, Swans en The Melvins de revue passeren.

Door zijn eigen contacten, zeer gedegen research en jarenlange ervaring zit het vlot geschreven boek vol anekdotes en citaten. Een voorbeeld hiervan is de vergelijking die in Spin werd gemaakt tussen de grunge-funk van The Jesus Lizards ‘Blue’ en de pure pop van The Spice Girls. Of hoe het boek werkelijk alle kanten opvliegt, weliswaar chronologisch, met veel bekende en minder bekende bands, als het maar onder een of andere vorm van heaviness valt te catalogeren. Steve Albini mag het boek afsluiten met een korte anekdote over zijn liefde voor noise(-rock).

Wij hebben erg genoten van de wijze waarop Moores zijn verhaal op een niet voor de hand liggende manier vertelt en boeiend weet te houden. Zijn afwijkende insteek, waarmee hij de focus legt op harde muziek zonder zich aan de beperkende genregrenzen te houden, maakt dit tot een boeiende leestrip. (pb)

JR Moores, Electric Wizards – A Tapestry of Heavy Music, 1968 to the Present (Londen: Reaktion Books, 2021)

Rock-‘n-rollverhalen

‘Ik wil niet dat het net zoiets wordt als The Rolling Stones. Ik wil niet nog aan het touren zijn als ik 49 of 50 jaar oud ben en ‘Little Fluffy Clouds’ spelen voor een groot publiek in Amerika. Ik zeg niet dat het niet zal gebeuren. Maar ik wil niet dat het gebeurt,’ aldus Alex Paterson in 1995 in een interview over The Orb. Een kwarteeuw later is Paterson de 60 gepasseerd, en The Orb still going strong.

In ‘Babble On An’ Ting’ beschrijft Kris Needs de geschiedenis van de man en zijn band aan de hand van oude interviews, recensies, ooggetuigenverslagen, en vooral een reeks gesprekken met Paterson. De hoofdstukken over diens jeugd en familie hadden wel wat korter gemogen, maar helpen wel om een mens van vlees en bloed van hem te maken, en niet alleen maar een stoner met een sampler en een grote platencollectie. Verreweg het grootste deel van het boek beslaat daarna de eerste tien jaar van de band, en de eerste vier albums, wat grofweg overeenkomt met de jaren 1990. Een periode waarin ‘ambient house’ groot werd, voor een belangrijk deel dankzij The Orb.

Verwacht echter geen diepgravende analyses of culturele context, maar vooral een anekdotische geschiedenis (wat wel passend is voor een boek over iemand die naar eigen zeggen alleen over muziek en voetbal kan praten, en over voetbal na tien minuten wel weer is uitgepraat). Veel verhalen over wie met wie welke studio indook, en welke samples ze daar aan elkaar smeedden tot die meesterlijke eerste platen, steevast met een spliff in de hand.

The Orb is altijd een band geweest die om samenwerkingen draait, en er passeren veel bekende namen de revue, zoals als Andrew Weatherall, Youth, Thomas Fehlmann en Lee Perry. Helaas komt niet iedereen even uitgebreid aan bod. Zoveel ruimte als er is voor Primal Scream – voor wie The Orb het monumentale ‘Higher Than The Sun’ produceerde – zo bescheiden is de aandacht die bijvoorbeeld Fehlmann en Kris Weston (a.k.a. Thrash) krijgen, terwijl beiden toch een tijdlang een belangrijke rol in de band hadden. Het lijkt erop dat Primal Screams rock-‘n-rollverhalen beter in Needs’ idee passen van wat een band interessant maakt. Sowieso is de auteur het grote probleem van het boek. Needs, naast schrijver en journalist zelf ook muzikant (en oude punk), deed een aantal remixes voor The Orb en maakt al lange tijd deel uit van dezelfde scene als Paterson. Dat maakt hem een bron van een hoop goede verhalen, maar tegelijk kan hij de verleiding niet weerstaan om het boek ook over hemzelf te laten gaan.

Daarbij doet hij geen enkele moeite om objectief te zijn of afstand te nemen van zijn onderwerp, met een ‘wij tegen zij’-houding als gevolg, en heeft hij een voorkeur voor nogal vermoeiende onderbroekenlol (Ozric’s Testicles in plaats van Ozric Tentacles, dat niveau – vast heel punk). Ook is het, naast nodeloze opsommingen van setlists en tourdatums, voor het eerst in lange tijd dat ik in een boek een uitgebreide discografie tegenkom. Zinloos, lijkt het, in tijden van het internet en Discogs.

Al met al had Patersons verhaal een professionelere schrijver verdiend. Momenteel kan ook The Orb nog niet touren, maar wanneer het wel weer zal kunnen, gok ik dat ‘Little Fluffy Clouds’ weer gewoon op de setlist zal staan. In de tussentijd lijkt Paterson de pandemie prima door te komen met een nieuwe lp en bijbehorend remixalbum, plus een internetradioshow. Misschien kunnen The Rolling Stones er een voorbeeld aan nemen, nu ze geen drummer meer hebben. (msch)

Kris Needs en Alex Paterson, Babble On An’ Ting – Alex Paterson’s Incredible Journey Beyond The Ultraworld with The Orb (Londen: Omnibus Press, 2021)

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!