Machine Conspiracy

Gidsland Nederland. Vier jaar terug was dubstep een zuiver Britse aangelegenheid tot Martyn en 2562 op het toneel verschenen. De twee producers slaagden er niet alleen in om op korte termijn hun plaatsje in het drukke landschap te veroveren; de Nederlanders ontpopten zich ook tot de ongekroonde koningen van de tweede lichting dubsteppioniers die dub, broken beats en house naadloos met elkaar weten te vermengen. Het hokjesdenken voorbij. De teller staat op 2010 en ik waag me aan een voorspelling. Het is een koud kunstje en het is zonder risico, het wordt het jaar van Conforce. ‘Machine Conspiracy’ heet zijn geloofsbrief en het is een ode aan de vroege detroittechno. Eerder al waren er ‘Junction’, ‘Love & Hate’ en ‘Cruising’, drie ep’s waarmee hij de bakens uitzette. ‘The Land Of The Highway’ en ‘Love-Hate’ (heerlijk hoe het nummers botsend alle hoeken van het universum verkent) zijn vintage Carl Craig, maar het zijn vooral ‘Sonar Conversations’ en ‘Robotic Arm Wrestle’ – glanzende, schuifelende techno, de perfecte soundtrack bij het zwoele ochtendgloren – die ons nu al meer dan een maand lang, hardnekkig, als een besmettelijke ziekte, blijven achtervolgen. Heerlijk gevoel is dat. Amper tweeëntwintig is de multi-getalenteerde Boris Brunnik, maar zelden hebben we iemand (Aril Brikha als zijn volwaardige evenknie) beter, scherper, dieper de rijke geschiedenis van het muzikale verbond Detroit versus Berlijn (‘Intimidation’ is Basic Channel op zijn best) naar het heden weten te vertalen. ‘Rare Education’ knalt door de luidsprekers, ik reken af met mijn visioenen. Als Derrick May God is, dan is Conforce de aartsengel. ‘Machine Conspiracy’ is een Grand Cru.

tekst:
Peter Deschamps
beeld:
Conforce_MachineConspiracy
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!