728x90 MM

LAKKER: IDM is te gek!

Lakker is al dik een decennium bezig, maar het Ierse duo Dara Smith en Ian McDonnell lijkt sinds een paar jaar zijn draai pas echt goed te hebben gevonden. En ze waren op 19 december live te bewonderen tijdens 'The Rest Is Noise' in Muziekgebouw aan 't Ij. Peter Kirn interviewde Ian McDonnell in een druk Berlijns café. Later mailde Dara Smith ons nog zijn overpeinzingen. En ze schamen zich niet: IDM is te gek!

Lakker is al dik een decennium bezig, maar het Ierse duo Dara Smith en Ian McDonnell lijkt sinds een paar jaar zijn draai pas echt goed te hebben gevonden. Oorspronkelijk beïnvloed door uptempo dance-acts en breakbeat, werden ze steeds meer beïnvloed door Aphex Twin, Boards Of Canada en het geluid van Warp en Rephlex. Omstreden term of niet, het label IDM past Lakker als gegoten.

IDM – intelligent dance music – is een term die vanaf dag één weerstand opriep, niet in de laatste plaats bij de artiesten die daaronder werden gerekend. Richard James (Aphex Twin) merkte ooit op dat de benaming impliceerde dat andere genres niet intelligent waren; zijn Rephlex-collega Chris Jeffs (Cylob) was van mening dat iedereen die zijn muziek ‘IDM’ noemde, het verdiende te worden afgeschoten. Desalniettemin overleeft de term nog steeds, al omzeilen de meeste mensen de elitaire bijsmaak door consequent de afkorting te gebruiken in plaats van de naam voluit. Ian McDonnell, de ene helft van Lakker, reageert in ieder geval enthousiast op het feit dat het genre nog steeds bestaat en veel oude artiesten weer terug zijn.
&nbsp

Genoeg!

“Mensen als Arovane brengen weer muziek uit, ja, te gek. Dat was waar we mee begonnen, we luisterden naar vrijwel alles dat uitkwam op Warp en Rephlex, en dat hoorde je terug in de muziek. Maar toen waren we een tijdje heel erg into breakcore, in 2005 of 2006. Die scene was heel groot in Berlijn, met mensen als Aaron Spectre, en dat geluid hoorde je ook terug in releases op Rephlex en Planet Mu, zoals bijvoorbeeld Venetian Snares. We waren bezig met hele harde, mashed-up breakcore. Maar na een paar jaar aan breakcore-optredens werden we daar heel erg moe van, en hadden we zoiets van ‘Genoeg!’. Maar het noisy element is gebleven, en in 2007 maakten we het album ‘Ruido’ – ‘ruis’ in het Spaans – met veel snelle, complexe breaks, waarop constant heel veel gaande is, en veel noise. Toen we dat gedaan hadden, waren we wel klaar met hele complexe dingen.”

&nbsp

Manifest

Lakker
Lakker

Tussen 2007 en 2009 lassen McDonnell en Smith een pauze in. Beiden gaan op reis en wanneer ze een paar jaar later weer bij elkaar komen, heroverwegen ze wat ze met Lakker willen doen. “We besloten dat we meer muziek voor de dansvloer wilden, met de sonic qualities en richting van mensen Autechre of de meer experimentele kant van Aphex Twin, en zelfs moderne gecomponeerde muziek zoals Morton Feldman en Xenakis. We hoorden de hele tijd spannende en interessante geluiden, en die we door iets filterden dat in een club kon worden gespeeld. Dus vatten we het idee op om harde, serieuze dansvloermuziek te maken. In 2009 schreven we een manifesto over wat we zouden gaan doen in de studio, wat voor soort geluiden we op zouden mikken, en dat heeft vorm gegeven aan de richting die we sindsdien zijn ingeslagen.”

&nbsp

Ziel

Een belangrijk onderdeel van dat manifest is de beslissing om geen standaardgeluiden te gebruiken. De band besloot dingen als het generieke 303-acidgeluid en 909-kicks te vermijden. “Ik luister naar een hoop techno, en wat me meestal aantrekt zijn de geluiden. Als iemand een interessante kickdrum gebruikt ben ik direct geïnteresseerd, maar als een nummer begint met, zeg, zestien maten van alleen een 909… Zelfs als het nummer zich uiteindelijk tot iets heel interessants ontwikkelt, verlies ik door die eerste zestien maten meteen mijn interesse. Kom op, dat heb ik al een miljoen keer eerder gehoord. Voor mij, en ook voor Dara, gaat elektronische muziek voor een heel groot deel over de geluiden die je gebruikt, om daarmee iets muzikaals, iets met een ziel mee te doen, iets dat menselijke, emotionele kwaliteiten heeft. Dat is wat muziek probeert te doen. We zijn blij met waar we nu zijn, maar we staan altijd open voor het volgende ding.”

&nbsp

Geschiedenis

McDonnell en Smith zijn bewust op zoek naar geluiden die afwijken, maar in een genre dat zo’n lange en diverse historie heeft als techno, gaat dat niet altijd vanzelf. Hoe vermijden de twee het gevaar van herhaling van de geschiedenis? McDonnell: “Moeilijke vraag. We hebben een idee wat we willen, maar tegelijk proberen we dat ook weer te negeren en gewoon muziek te schrijven, want als je er constant over na aan het denken bent, gaat dat het proces van het creëren in de weg zitten. Met Lakker hebben we altijd een focus op het proberen nieuwe geluiden te gebruiken, of geluiden te gebruiken die we nog niet eerder, of op andere manieren hebben gebruikt, een focus dus op de aard van het geluid van wat we aan het doen zijn. Zelfs als het format of de stijl hetzelfde zijn, introduceren we altijd iets nieuws. Soms hebben we een duidelijk idee wat dat moet zijn: ‘Het zou geweldig zijn om dit geluid in deze context te gebruiken’. En soms ook niet, en dan moeten we het gewoon onderzoeken. Dat kan simpel zijn, zoals dingen omdraaien, bijvoorbeeld wat normaal de percussie zou zijn in een nummer omdraaien en een melodisch element gebruiken als percussie. Allemaal om uit het sjabloon te breken. Dara is er heel goed in; hij maakt soms regels voor zichzelf, zoals ‘deze week ga ik alleen nummers maken met deze twee geluiden.’ Simpele dingen om voorbij de normale werkwijze te komen.”

&nbsp

Ikea

Smith voegt veel later nog dit toe over zijn werkwijze: “Ja, ik heb mijn eigen kleine vreemde set regels ontwikkeld die ik soms gebruik als ik aan het schrijven ben. Zo probeer ik bijvoorbeeld soms een heel nummer te schrijven met maar één MIDI-kanaal, en een andere keer probeer ik een nummer te schrijven met slechts één sample. Onlangs maakte ik een nummer uit een lange sample van een slakom van Ikea (‘Tapper’ van de Haon-ep op Electric Deluxe, onder mijn solonaam ‘Arad’). Ik vind dat zo verfrissend en een geweldige manier om mijn creativiteit verder te pushen. Ik denk dat het ontstaan is in mijn oorspronkelijke hardware-studio waar ik het moest doen met wat ik had en iedere apparaat daarom van binnen en van buiten moest leren kennen. Ik houd er ook van te proberen geluiden na te maken met behulp van combinaties van verschillende synths, en om het net af te stropen op zoek naar gratis VST’s die phsyical modelling doen van een specifiek geluid.”

&nbsp

Squeaky

Met zoveel mogelijkheden om nieuwe geluiden te maken, is het zoeken naar een manier om te beginnen. Hoe begint Lakker het proces van een nieuw nummer? McDonnell: “Een hoop field recordings, en veel simpele synthesis, met basic zaagtand- en blokgolven, en die sturen we door een boel effecten. Wat we vroeger ook vaak deden was twee microfoons opstellen in een ruimte en vervolgens op alles slaan wat we konden vinden. Of over een raam wrijven, waardoor je van die squeaky geluiden krijgt. Die we nog niet gebruikt hebben, trouwens. Heel simpel, maar vaak houd je geluiden over die fantastisch klinken. We hebben nog stapels samples die we niet gebruikt hebben, die nog liggen te wachten. De impuls is altijd om meer op te nemen, terwijl we nog ongebruikte geluiden hebben. Nieuwe dingen zitten de oude altijd in de weg.”

&nbsp

Avontuur

“Ik denk dat onze focus is om ons niet teveel zorgen te maken over wat er uitkomt en gewoon proberen trouw te blijven aan wat we proberen te bereiken op dat moment. Wat is het meest natuurlijke voor ons op dit moment? Niet eens voor ons in het algemeen, maar voor een nummer waar we op dat moment mee bezig zijn. Proberen de muziek zichzelf te laten schrijven – wat vertelt dit idee ons? Wat is de volgende stap voor dit specifieke idee? En dat tot zijn logische conclusie volgen en er niet teveel over nadenken. Wat moeilijk kan zijn, want we zijn ook maar mensen, en je hoort dingen en wordt altijd beïnvloed door andere muziek, maar we proberen dat te negeren en oprechte muziek te schrijven.”

Smith voegt later toe: “Voor mij gaat het in het algemeen over avontuur en verhalen, en het zo opzetten van dingen dat ze gemakkelijk kunnen ontwikkelen en kunnen muteren wanneer het nodig is. Ik ben heel erg into found sound en ik ben opgeleid als geluidstechnicus, en heb toen ik jonger was veel werkervaring opgedaan met een echt foley artist (bruiteur, maker van geluidseffecten, red.), dus voor mij gaan beeld en geluid samen. Ik zie ze werkelijk niet als losse dingen. Ik denk dat ik daardoor echt een passie voor de textuur van geluid heb gekregen en voor hoe je dat kan gebruiken om op het gemoed te werken. Voor elk ding dat ik met muziek doe, of met geluid is er altijd ook een visueel beeld,en bij beelden hoor ik altijd geluid en audio. Ze lopen zo in elkaar over voor me, dat ik vaak per ongeluk de een in plaats van de ander beschrijf.”

&nbsp

Interview: Peter Kirn

Bewerking: Maarten Schermer

Vertaling: Ruth Timmermans & Stijn Buyst

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!