Labelreport Hessle Audio + Interview Ben Vince

In 2007 richtten drie jonge mannen een label op om de dan net op gang komende dubstepscene in Engeland sturing te geven. Hessle Audio is geboren. Nu, ruim tien jaar later, is het label een toonaangevende speler die zijn grenzen heeft opgerekt, zonder daarbij de oorspronkelijke visie uit het oog te zijn verloren.

In 2007 richtten drie jonge mannen een label op om de dan net op gang komende dubstepscene in Engeland sturing te geven. Hessle Audio is geboren. Nu, ruim tien jaar later, is het label een toonaangevende speler die zijn grenzen heeft opgerekt, zonder daarbij de oorspronkelijke visie uit het oog te zijn verloren.

Wanneer een label gericht op elektronische muziek wordt gerund door twee bekende en zeer gewaardeerde producers, plus een dj die wereldwijd wordt geboekt, dan lijkt het een streepje voor te hebben op de concurrentie. We hebben het hier over Hessle Audio uit het Engelse Leeds. De drie namen die daarbij horen zijn David Kennedy, Kevin McAuley en Ben Thomson.

Er zal allicht nog niet meteen een belletje beginnen te rinkelen, maar dit drietal heeft zijn sporen veelvuldig verdiend onder hun alter ego’s Ramadanman en Pearson Sound (Kennedy), Pangaea (McAuley) en Ben UFO (Thomson). Hun label bestaat inmiddels alweer ruim tien jaar en nog steeds blijft het zichzelf ontwikkelen en opnieuw uitvinden, zonder daarbij zijn typische auditieve handtekening uit het gehoor te verliezen. Tijd voor een overzicht, opdat de onwetenden kennis mogen maken met de intrigerende catalogus van dit label.

Thomson, McAuley en Kennedy kennen elkaar uit hun studententijd in Leeds, waar een gedeelde liefde voor de toen opkomende dubstepscene hen bij elkaar bracht. McAuley en Thomson kenden elkaar van hun studie; Kennedy leerden ze kennen in de rij voor FDW>>, toentertijd hét feest waarop dubstepminnend Engeland aanwezig wilde zijn. Niet veel later begonnen de drie een eigen programma op het digitale radiostation Sub FM, getiteld ‘Ruffage Sessions’. Die radioshow fungeerde in zekere zin als een voorloper van het label dat ze later zouden oprichten. Voor hun programma waren ze steeds op zoek naar nieuwe muziek binnen het dubstepgenre, waarbij ook werd gekeken naar het samen laten komen van verschillende stijlen en het leggen van mogelijke nieuwe dwarsverbanden.

Hun schare luisteraars groeide en werd steeds devoter, wat het drietal sterkte in de overtuiging dat er behoefte was aan aandacht voor de muziek die zij belangrijk vonden. Onder de trouwe volgers bevonden zich beginnende producers die hun eigen muziek begonnen op te sturen, hopend op air time voor hun dubstepbrouwsels. Kennedy, McAuley en Thomson beseften dat er veel kwaliteit tussen zat, maar dat er voor veel van de muziek eigenlijk nog niet echt een plek bestond bij de toen bestaande labels. Langzaam ontstond het idee om dan zelf maar een label op te starten om het genre een kans te geven zich te ontwikkelen.

Coherentie

Gespeend van specifieke voorkennis begonnen de mannen distributeurs aan te schrijven, waarna het vervolgens snel ging. De eerste release van Hessle Audio was ‘Put You Down’ van de Roemeen TRG (Cosmin Nicolae), in mei 2007. Niet veel later volgde ‘Coiled’, de eerste uitgave van McAuley onder zijn artiestennaam Pangaea. De naamsbekendheid van het label maakte in 2008 een sprong toen Martyns remix van het nummer ‘Broken Heart’ van TRG werd opgepikt door de grotere namen, zoals Kode9. Inmiddels is het label aangekomen bij uitgave 34: ‘Transition 2’, de bijzondere samenwerking tussen Joy O en Ben Vince (zie het interview met Ben Vince op de volgende pagina).

Het feit dat Hessle Audio nog steeds bestaat, ondanks dat de dubstepscene in zekere zin eerst is geëxplodeerd en vervolgens geïmplodeerd, toont aan dat de koers die het vaart ervoor zorgt dat het nog steeds relevant is. Het doel van het label was aanvankelijk een bijdrage leveren aan de toen nog zeer kleine dubstepscene, maar de heren hebben ervoor gekozen altijd een erg open houding te blijven houden ten opzichte van muziek. Nooit overhaast iets uitbrengen, altijd de tijd blijven nemen om ervoor te zorgen dat muziek waar zij zelf achter stonden werd uitgebracht, zonder in de valkuilen van de verschillende hypes te vallen.

Door het label niet puur te zien als een onderneming, waarbij winst maken het grootste goed is, heeft het drietal zich weten te handhaven op een plateau waarbij artistieke integriteit en voldoende geïnteresseerde afnemers hand in hand gaan. Vanaf het prille begin heeft het label vooruitstrevendheid hoog in het vaandel gehad, waarbij de zoektocht naar nieuwe ideeën, aansluitende bij de kernidentiteit die de drie Engelsen voor ogen hadden, de belangrijkste leidraad is geweest en nog steeds is.

Thomson heeft in interviews aangegeven dat er van tevoren geen speciale esthetiek of overkoepelend gedachtegoed is uitgesproken, maar dat er door de keuzes die worden gemaakt vanzelf een bepaalde coherentie uitstraalt van het label: een thuis voor muziek die elders minder makkelijk onderdak vindt. Het bieden van kansen aan debuterende producers past hier ook bij.

Parodie

Waar aanvankelijk de focus voornamelijk lag op het uitbrengen van vernieuwende dubstep, heeft het label al een aantal jaar een langzame verschuiving gemaakt richting invloeden van techno en house. Inmiddels lijkt Hessle Audio zich vooral te richten op een stilistische doch organische mix tussen die drie stijlen. De pure liefde voor dubstep begon deuken op te lopen toen, in de woorden van Thomson, het genre ‘een parodie op zichzelf begon te worden’. De oorspronkelijke openheid die het genre definieerde en de ruimte voor het experiment verwerden langzaam tot een mal waarmee nog slechts standaardnummers werden gedrukt, onder druk van een zelfopgelegde rigiditeit die vooral werd gevoed door de grote festivals die het genre begonnen te omarmen. Thomson heeft aangegeven dat het label altijd wil blijven zoeken naar die oorspronkelijke openheid, naar de frisse durf om te experimenteren.

Van de drie eigenaren is de rol van Thomson overigens wellicht het opvallendst. Waar Kennedy en McAuley regelmatig muziek uitbrengen, waaronder bij Hessle Audio, houdt Thomson zich alleen bezig met het vak van dj zelf: het mixen en draaien van nummers onder de noemer Ben UFO. Zijn onverzadigbare honger naar nieuwe muziek heeft echter een belangrijk aandeel in de verschuivende focus van het label. Omdat hij voor zijn livesets steeds op zoek is naar andere stijlen en andere tempo’s, komt Thomson in aanraking met muziek die buiten de gebaande dubsteppaden liggen.

Andersom is het mede-eigenaarschap van Hessle Audio voor Thomson belangrijk geweest in het genereren van aandacht voor zijn dj-werk. Alleen als dj bezig zijn, zonder zelf nummers te produceren, resulteert erin dat het langer duurt voordat mensen je kennen. Er is minder aandacht voor je, zonder persmomenten die horen bij de release van een nieuw album. Mensen moeten meer moeite doen om te achterhalen waar je precies voor staat als dj, door het luisteren van livesets bijvoorbeeld. Samen met twee bekende producers een label hebben helpt wat dat betreft om je naamsbekendheid een schop onder de kont te geven. Maar de livesetting is sowieso erg belangrijk voor Hessle Audio. De meeste nummers die mogelijk gaan worden uitgebracht, worden eerst een tijdje uitgeprobeerd op de dansvloer; zowel door Kennedy, McAuley en Thomson zelf als door bevriende dj’s. Wat dat betreft zal de dosis experimenten in de uit te brengen muziek toch altijd een dansje moeten kunnen wagen. De meest recente release van Joy O en Ben Vince getuigt daarvan.

INTERVIEW BEN VINCE

Functionele dansmuziek

Dat Hessle Audio open staat voor minder voor de hand liggende samenwerkingen blijkt wel uit het uitbrengen van ‘Transition 2’, een ep met daarop twee nummers van Joy O. (voorheen Joy Orbison, de artiestennaam van Peter O’Grady) en saxofonist Ben Vince, die zich vooral beweegt in de improvisatiewereld.

Toch is de aanwezigheid van een man als Vince bij een label als Hessle Audio minder vergezocht dan het lijkt, zo blijkt uit de jarenlange interesse van Vince in elektronische muziek. ‘Ik heb me er een aantal jaren wat afzijdig van gehouden, maar ik was vroeger vaak te vinden in clubs,’ aldus Vince. ‘Ik was vooral erg geïnteresseerd in de dubstepscene, en in het werk van Pearson Sound en Pangaea. Dat was toentertijd allemaal erg nieuw en vernieuwend. Daarvoor luisterde ik wel naar Duitse elektronische muziek, de Europese elektro, maar de echte Britse ervaring kwam voor mij pas met dubstep. Ik heb zelfs nog een tijdje clubavonden georganiseerd.’

Naast het clubgebeuren was Vince zelf ook bezig met het produceren van nummers. ‘Voornamelijk gewoon in mijn eigen kamer hoor! Ik probeerde vaak een goed functionerend, hybride, dansbaar nummer te maken. Daarvoor probeerde ik vaak veel te veel verschillende stijlen samen te laten komen, waardoor het resultaat niet echt goed was. Ik bereikte een punt waarop ik me besefte dat het voor mij niet echt werkte, dat ik behoefte had aan een tastbaardere vorm van muziek maken. Uiteindelijk werd dat voor mij de saxofoon. Aanvankelijk werkte ik daar op een vrij simplistische wijze mee, door lagen van textuur te bouwen en op die manier een soort ambient te maken. Dat werd mijn eerste album.

Sindsdien ben ik eigenlijk aan het voortborduren op die speelwijze, waarbij samenwerkingen voor mij van groot belang zijn. Door met anderen samen te spelen, ontwikkel ik mijn eigen spel steeds meer. Waar ik de saxofoon eerst voornamelijk gebruikte als een soort vehikel om geluiden mee te produceren, ben ik gegroeid in een richting waarin ik steeds beter wil worden in het samenspelen met andere muzikanten, waarbij mijn hart vooral uitgaat naar improvisatie.’

Terugkeer


De samenwerking met O’Grady betekende voor Vince dus eigenlijk een weerzien met de elektronische muziek. ‘Je kunt inderdaad wel zeggen dat ik via de dansvloer naar de concertzaal ben gegaan en nu via instrumentale muziek weer terug ben beland bij de elektronische muziek. Het is in ieder geval een mooie aanzet om vaker met producers samen te werken. Zoals ik al zei, ben ik altijd op zoek naar verschillende soorten muzikanten om mee samen te werken, om te kijken wat ik hen kan bieden met mijn spel en hoe zij mijn eigen spel weer kunnen verrijken met hun input.’

Wat dat betreft was het voor Vince interessant om samen met O’Grady aan muziek te werken. ‘Ondanks dat we zeer verschillende methodes gebruiken bij het schrijven van muziek, verliep de samenwerking vrij natuurlijk. Zelf was ik een beetje gedesillusioneerd geraakt door het proces van produceren, door het werken met een computer. Tegenwoordig is dat ver verwijderd van hoe ik muziek maak, maar voor Peter is het dagelijkse kost. We maakten eigenlijk vrij snel een nummer waarvan we allebei dachten: dit moeten we uitbrengen. Peter wilde al lange tijd iets doen met Hessle Audio. Hij is al jaren bevriend met de mensen van het label, maar op een of andere manier had hij nog nooit wat uitgebracht bij hen. Ons nummer past ook wel goed bij de richting die het label de laatste jaren heeft ingeslagen, met releases als die van Beatrice Dillon en Call Super, waarop instrumenten ook onderdeel zijn van de muziek. Een soort functionele dansmuziek.’

Voor Vince was de samenwerking met Hessle Audio dus een interessante terugkeer naar zijn dubstepverleden. ‘Ik had het label een aantal jaar al niet echt meer gevolgd, maar op een of andere manier begon het toch op te spelen in mijn onderbewustzijn. Al vóór mijn partnerschap met Peter was had het label alweer mijn aandacht getrokken door artiesten als Bruce en Ploy. Hessle blijft zich altijd ontwikkelen wat betreft muzikale richting. En ze zijn eindelijk ook muziek van vrouwen aan het uitgeven, dat werd weleens tijd…’

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!