Kaap Schermer
Toen Facebook in oktober de Metaverse lanceerde, vermeed ik de presentatie te bekijken, bang dat Mark Zuckerbergs vals-naïeve visie me in een depressie zou storten. Nu de dagen weer langer worden durfde ik het wel aan, maar erg vrolijk werd ik er niet van.
De Metaverse is de door Facebook gedroomde volgende fase van het internet. Een via een 3D-bril toegankelijke ‘immersieve’ virtuele wereld die door alle gebruikers gedeeld wordt, waardoor een gedeelde kunstmatige realiteit ontstaat (is het idee). In de presentatie ziet de Metaverse er uit als een soort game, van waaruit je apps start voor dingen als gamen en vergaderen. Dus een smartphone met 3D, zeg maar, en Zoom die constant aan staat. De vormgeving is wat je verwacht van een bedrijf dat alles veilig probeert te doen: saaie omgevingen van artificiële perfectie, waarin de bezoekers cartooneske avatars zijn van het type ‘Disney voor 5 jaar en ouder’.
Een bezoek aan de Metaverse begint in ‘home space’, je virtuele huiskamer, naar eigen inzicht in te richten, inclusief ‘een ongelooflijk inspirerend uitzicht’, aldus Zuckerberg. Blijkbaar is het niet alleen de bedoeling om de gebruikers in de Metaverse te laten spelen en werken, maar wil Facebook – of Meta, zoals het moederbedrijf inmiddels heet – je ook je eigen huis doen ontvluchten. Verschillende bedrijven hebben aangekondigd iets in de Metaverse te gaan doen, waaronder Warner Music Group, dat een ‘hybride van muzikaal themapark en concertzaal’ aankondigde. Artiesten die er zullen optreden zijn onder meer Steve Aoki en Deadmau5, usual suspsects als er nieuw digitaal klatergoud wordt aangekondigd (je kunt erop wachten dat een van hen NFT’s gaat verkopen in de Metaverse).
Voorlopig bestaat het alleen nog op papier, maar Jason Koebler van Vice beschreef zijn bezoek aan een soort voorloper, iets dat ‘The Lightbulb Man Hatefuck Metarave’ heette, en dat klinkt als een haperend computerspel zonder plot: ‘Een handvol mensen zweefde 15 tot 10 centimeter van de grond en bewoog boven het terrein zonder hun benen te bewegen. Reeksen cijfers of tekst of misschien alleen maar lijnen zweefden van de grond naar de blauwe, met wolken bezaaide lucht, maar werden niet goed gerenderd. Eén persoon leek vast te zitten in de lucht, zwevend maar niet bewegend.’
Toegegeven, niemand beweert dat we er technisch al zijn, en met Zuckerbergs miljarden zal het vast een stuk beter worden, maar dan nog – waarom zou ik het willen? Zuckerberg benadrukte maar weer eens dat ‘mensen verbinden’ zijn belangrijkste drijfveer is, maar als twee jaar pandemisch thuiswerken me iets heeft geleerd, is het dat verbinden iets is dat je in levenden lijve doet. En ik begrijp dat de bassen door je buik voelen rollen niet iedereens idee van een geslaagde avond is, maar ik kan me werkelijk niet voorstellen dat iemand niet eenzaam zou worden van via een 3D-bril tussen een reeks kleurloze avatars naar een DJ te staan kijken die eruitziet als een blokkerig Playmobil-mannetje.
Of erger: een vrouwelijke tester van Horizon Worlds, een van Meta’s virtual reality-apps, liet weten dat ze tijdens een online sessie betast was. Triest, maar verbazen doet het nauwelijks. Het bedrijf reageerde door een door persoonlijke bufferruimte van anderhalve virtuele meters om avatars heen aan te kondigen. Voorlopig klinkt de Metaverse niet als verbinder, maar eerder als aanjager van wat in Japan ‘hikikomori’ heet: de conditie waarbij veelal jonge mensen zich sociaal volledig terugtrekken, alleen nog communiceren via internet en hun kamer niet meer uitkomen. En die nu zelfs die kamer kunnen ontvluchten, naar hun home space. Met ongelooflijk inspirerend uitzicht.
Reacties