Joy as an Act of Resistance.

Het gaat goed met de postpunk, dank u. Idles is daarin een protagonist, zij het aan de harde kant van het spectrum. Die kant waar de bands al eens hun tanden laten zien en schuim op de bek hebben.

Hun debuut ‘Brutalism’ was een stomp in de lever en tegen vele schenen, maar bovenal een heerlijk rauwe plaat. De opvolger heeft niet lang op zich laten wachten, niet verwonderlijk bij een band met de urgentie van Idles.

‘Colossus’, de heerlijke opener laat er geen twijfel over bestaan, de band wil weer de tanden ontbloten en het zijn alweer geen hagelwitte blinkers. De song bouwt een spanningsboog om met twee woorden tegen te spreken, tot aan en brug waar de song overslaat, na een korte pauze, in een mars tegen homofobie.

Zo zijn er nog wel nummers met een sociaal kritische input in de teksten, zoals ‘Danny Ndelko’ dat immigratie met een positief licht beschijnt. Terwijl je de onweerstaanbare drang krijgt om op en neer te hossen.

Iets wat enge nationalisten eens zouden moeten proberen en in één tijd dan ook maar de simpele waarheid onder ogen zien: “fear leads to panic and panic leads to pain, pain leads to anger and anger leads to hate”. Zo is dat.

Dat er niet altijd op de lever wordt gemikt bewijst ‘June’ waarin Joe Talbot het verlies van zijn kind bezingt, zijn stem ingekleurd door wanhoop en intens verdriet. Deze plaat is misschien iets minder bijtend dan het debuut, met meer melodie en pop in de songs binnengeloodst, maar sowieso krijgen we weer meer dan een handvol hardgekookte songs waar ‘punk’ in de kantlijn mag bij gepend worden.

Idles is na twee platen al onmisbaar. Faut le faire. Oh, ja en ‘I’m Scum’ mag voor ons het punkanthem van dit jaar worden.

tekst:
christophe vanallemeersch
beeld:
Idles_JoyasanActofResist
geplaatst:
ma 13 jan 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!