JIB KIDDER
Jib Kidder was tien jaar lang een goed bewaard geheim. Maar onlangs promoveerde hij van collagekunst naar collagepop, en de wereld begint er oor naar te hebben. In een gesprek wordt duidelijk waarom Sean Schuster-Craig een artiest is van en voor deze turbulente tijden.
Synchroniciteit: het fenomeen waarbij meerdere gebeurtenissen min of meer tegelijkertijd optreden in een schijnbaar zinvol verband, zonder dat ze noodzakelijk iets met elkaar te maken hebben. Het overkwam mij met de muziek van Jib Kidder: ergens in het najaar van 2014 klikte ik bij toeval op een willekeurig Youtube-filmpje in mijn Facebook-feed: een volstrekt surrealistisch countrynummer genaamd ‘Dreams Inside of Dreams’, gezongen in een rare maar intrigerende kwaakstem. In de daaropvolgende maanden leek Jib Kidder steeds vaker en steeds dichter in mijn omgeving op te duiken.
Toegegeven: ik verslond zijn Bandcamp-releases en eigenlijk alle andere muziek die ik van hem kon vinden. Over een periode van tien jaar had deze enigmatische figuur een indrukwekkend oeuvre opgebouwd dat een veelheid aan stijlen besloeg: lofi hiphopmixtapes, bevreemdende remixes van klassieke nummers als ‘Bounce Skate Roll Rock’ (Vaughan Mason & Crew), en een hele plaat vol instrumentale beats (‘Music for Hypnotized Minds’ uit 2011). Andere releases bestonden dan weer uit Ween-achtige popnummers, geluidsexperimenten, en zelfs een collageplaat met improvisaties op banjo, gitaar en piano.
Maar ook daarnaast zag ik regelmatig zijn naam passeren. Julia Holter noemde hem als een inspiratie om zelf muziek te gaan maken, en op verschillende forums werd met lof gesproken over zijn werk. In november werd aangekondigd dat zijn volgende plaat ‘Teaspoon to the Ocean’ zou verschijnen bij Weird World, het sublabel van Domino Records met onder meer Peaking Lights en Richard Dawson in de catalogus. Toeval of niet, het leek erop dat ik Jib Kidder had getroffen in een opwaartse vlucht.
In maart stond hij dan bijna letterlijk voor mijn deur. Een voorprogramma tijdens de recente tournee van Panda Bear werd gekoppeld aan een geïmproviseerde reeks shows in intieme settings, waaronder een herenhuis te Antwerpen, op vijf minuutjes fietsen van mijn eigen huis. Ik vertel u dit alles zodat u begrijpt waarom ik hem eerder wilde treffen dan interviewen. Beschouw de rest van dit artikel dan ook vooral als een verslag van die ontmoeting.
DE FRUITVLIEG
Sean Schuster-Craig beweert dat hij de naam ‘Jib Kidder’ is tegengekomen in een droom. Meerbepaald (ik citeer de bio op de Weird World-website): ’I could see clearly on the cover of a jewel case above a painting of an amputee with open wounds, the words “jib kidder”.’
(vertaling: ‘Op het deksel van een juwelendoos zag ik een schilderij van een geamputeerde met open wonden, met daarboven de woorden “jib kidder”.’) Op dat moment is hij al jaren in de weer met muziek- en beeldcollages. Schuster-Craig stamt dan ook uit een muzikale familie.
JK: “Mijn moeder was een operazangeres. Ze stond zelfs te zingen toen haar water brak! Van de weeën viel ze in de orkestbak, en ze hebben haar in allerijl naar het ziekenhuis moeten voeren. Alles is nog goed gekomen, maar zo kwam ik dus ter wereld (lacht). Mijn vader speelde kerkorgel, dus mijn eerste live-ervaring was een orgelconcert in een grote kerk. Daarnaast waren mijn ouders ook betrokken bij een theatergezelschap en ze luisterden veel naar klassieke muziek, maar ook donkere pop zoals Leonard Cohen. Dus dat was mijn muzikaal dieet tijdens mijn jeugd. Op mijn twaalfde begon ik zelf gitaar te spelen, en vanaf dan zocht ik ook artistiek mijn eigen weg.”
Tot zijn dertiende woont Sean in Kentucky, daarna verhuist de familie Schuster-Craig naar Georgia.
Mijn beeld van Kentucky werd vooral gevormd door Hunter Thompson, die het ooit omschreef als een ‘onbehouwen streek’, wat je volgens hem ook kon merken aan de inwoners.
JK: “Wel, zo zwaar had ik het er nooit te verduren. Vreemd genoeg word ik er wel op aangesproken wanneer het gaat over mijn muziek: ‘Man, je klinkt alsof je uit Kentucky komt!’ Ik ben vrij jong naar Georgia verhuisd, en wederom: ik heb er nooit veel problemen gehad, maar daar is het leven best intens. Veel rednecks, getroebleerde lui, en veel drugs… maar zelf had ik er geen problemen.”
Sean blijft muziek maken en volgt ondertussen zijn vriendin door de Verenigde Staten
omwille van haar werk als wetenschapper. Na enkele jaren aan de West Coast te verblijven, trekt het stel naar New York, waar ze tot op heden resideren.
JK: “New York sucks! Het leven is er zo duur. We waren net in Berlijn, en de panden die je daar ziet, voor zo weinig geld… Man, ik zou een moord plegen om daar te wonen. Maar mijn vrouw werkt in New York. En zij heeft meer succes als wetenschapper dan ik als muzikant (lacht).”
Wat doet ze dan?
JK: “Ze bestudeert de hersens van fruitvliegen. Die leven vooral volgens hun tastzin, zeer fascinerend is dat. Wanneer ze een andere fruitvlieg tegenkomen, likken ze vlug aan diens rug en dan weten ze meteen of ze er seks mee moeten hebben of niet. Of beter gezegd: ze weten meteen welke vliegen genetisch te veel overeenkomst vertonen met henzelf, en waar ze dus géén seks mee moeten hebben. Kortom, mijn vriendin verdient geld met het analyseren van video’s van neukende vliegen.”
HIPHOP
Aanvankelijk gaat het Sean persoonlijk niet voor de wind. Jarenlang heeft hij slecht betaalde baantjes om te overleven, als cateringkoerier voor filmstudio’s, of schoonmaker in een industrieel hospitaal. Hij kampt met een zwakke gezondheid, wat nog in de hand wordt gewerkt door een sporadische alcoholverslaving. De muzikale output van Jib Kidder is dan ook even grillig en onvoorspelbaar als zijn levensloop. Zijn gitaarspel geraakt in het slop, maar geïnspireerd door hiphop gaat hij aan de slag met een sampler en een computer.
JK: “Vooral de scene uit Memphis, Tennessee was een grote inspiratie. De jongens van Three 6 Mafia produceerden een constante stroom aan mixtapes, hun stijl van samplen vind ik zeer psychedelisch. Gedurende lange tijd probeerde ik dat na te bootsen, maar voor mij bleef het klinken als andermans muziek, ik vond mezelf er niet in terug.”
Welke hiphopproducers zou je zelf noemen als invloed?
JK: “Mannie Fresh van Cash Money Records en KLC van No Limits Records, allebei vaandeldragers van de nola bounce-hiphop uit New Orleans. Al die muziek is gebaseerd op een ritmisch motiefje uit ‘Drag Rap’ van The Showboys… ‘nehnehnehneh’ (neuriet de melodie)) – en in het algemeen veel melodische slaginstrumenten als xylofoon en glockenspiel. Dat vond ik echt geweldig.
Aanvankelijk was de overstap van een instrument naar de computer voor mij een creatieve zegen. Je hoeft namelijk niks te onthouden, dat doet de computer voor je. Voor mij is dat juist het moeilijkste aan muziek schrijven: je moet het allemaal onthouden. Dus als die taak wordt overgenomen door de computer, dan worden de creatieve mogelijkheden eindeloos. Er is slechts één groot probleem: puur door de manier van werken stuurt een computerprogramma je in een bepaalde richting. Dus je moet het een beetje om de tuin leiden, en niet helemaal doen wat het van je vraagt. Want wat het in feite wil dat je maakt, is techno (lacht). Je hebt een vast rooster, en daarbinnen kun je geluiden toevoegen of weghalen in een oneindige flow. Dus je moet proberen iets te maken wat niet helemaal dat patroon volgt, zodat je niet verzandt in eentonige muziek die uit een kantoor lijkt te komen.”
SYTYCD
De hiphopscene doet hem ook besluiten om vooral veel te produceren en te publiceren, zonder een concreet commercieel doel. Jarenlang verspreidt hij zijn collage-experimenten in een allegaartje aan stijlen uitsluitend online via zijn website, en later op Bandcamp. Op een dag wordt er toch een nummer van Schuster-Craig opgepikt, en niet door de minste: ‘Windowdipping’, een getoonzette compilatie van verschillende pc-geluidjes, wordt gebruikt in een uitzending van de Fox-realityshow ‘So You Think You Can Dance’ (“Mijn moeder kijkt naar die show en ze was door het dolle heen”). Voor het eerst verdient hij (een beetje) geld met zijn muziek, en besluit dat het een betere tijdsbesteding is dan de zware en ondankbare rotklusjes. Hij begint meer gefocust naar een richting te zoeken voor zijn eigen muziek, en het vertolken van eigen songteksten speelt daar een bepalende rol in.
JK: “Het heeft lang geduurd voor ik teksten ging toevoegen aan mijn muziek, en daarna was ik er een hele tijd niet tevreden over. Ik zocht naar een manier om de teksten zichzelf te laten schrijven, zonder dat ik me meteen druk moest maken over de betekenis. Eigenlijk duurde het gewoon lang voor ik stopte met me druk te maken (lacht). Ik heb lang getwijfeld of ik wel iets te zeggen had.
Ik probeer nu de computer niet als een computer te laten klinken. Met gitaar lukt dat, met mijn stem lukt dat. Dat is vast en zeker het meest persoonlijke instrument dat er bestaat, even uniek als een vingerafdruk. Wanneer je zingt voor een publiek, dan kom je terecht in een menselijke feedback loop, en je voelt zelf aan of je contact weet te maken met elke toeschouwer. Als je een instrument bespeelt, kun je altijd wegkijken en doen of het publiek er niet is. Maar aan je stem is het meteen hoorbaar wanneer je zenuwachtig of kwaad bent. Zingen is dus een zeer eerlijke manier om muziek te maken, maar daarom ook erg moeilijk.”
GEMEENSCHAP
De sfeer in het huis is intiem maar uitgelaten nog voor het concert een aanvang neemt. Een publiek van veertig man drapeert zich door de woonkamer met biertjes en sigaretten, terwijl CE Schneider, het begeleidingsduo van Schuster-Craig, ter opwarming een set brengt van bezwerende deunen op het kruispunt tussen Stereolab en Captain Beefheart. Schuster-Craig wurmt zich opgewonden door de aanwezigen, en zet zich in kleermakerszit voor een videoscherm met zijn gitaar op schoot. Hij drukt op de spatiebalk van zijn laptop, en de eerste clip begint te spelen: ‘Dreams Inside of Dreams’, het lijflied van Jib Kidder.
Niet alleen je muziek maakt gebruik van collage, je construeert zelf ook beelden en filmpjes bij de muziek.
JK: “Ik heb altijd gewerkt vanuit de gedachte dat ik alles zelf moest doen. En als je dan zelf je eigen plaat opneemt, dan moet je ook zelf je artwork maken. Dus ook daarin heb ik mezelf bekwaamd, ik ben er gewoon ingedoken. Eerst was ik heel slecht, en geleidelijk aan werd ik beter (lacht).”
Hoe selecteer je het videomateriaal? Zoek je naar metaforen voor de muziek of de teksten?
JK: “Veel hangt af van de zoektermen die ik gebruik om het materiaal te vinden, maar er zijn ook specifieke inhoudelijke elementen waar ik op let. Ik benader de beelden die ik gebruik vanuit onze gedeelde alledaagse ervaring in deze maatschappij. Ik probeer een soort van ‘verruimend’ effect te bekomen, om alle indrukken terug te kunnen brengen tot een sluitend geheel.
Volgens mij is fragmentatie één van de grote problemen van deze tijd: we krijgen voortdurend een veelheid van kleine stukjes informatie te verwerken, waardoor we een breder perspectief missen. Muziek in zijn ideale vorm maakt je bewust van het feit dat je ooit bent geboren en dat je ooit zal sterven, maar schept ook het bewustzijn dat je op dit moment leeft, net als iedereen. Dat is echter een ambitieuze gedachte om over te brengen, en dat lukt me beter met een overvloed aan beelden dan een paar. De video’s moeten een indruk nalaten van een steekhoudend geheel – een onderlinge samenhang van alles wat leeft, van alle aspecten binnen een gemeenschap. Bijgevolg word ik aangetrokken door beelden van de natuurlijke wereld, maar ook door de vergankelijkheid van onze maatschappij, de mooie maar ook onsmakelijke kanten van ons lichaam, het gedrag van mensen wanneer ze niet weten dat ze worden gefilmd, of wanneer ze zich daar juist heel bewust van zijn. Mijn favoriete materiaal bestaat uit schoolprojecten, waarbij jongeren hun vrienden op school filmen en doen alsof ze volwassen zijn, of hoe ze zich dat voorstellen. Ze spelen een toneeltje, maar dat komt heel zelfbewust over omdat tieners zich moeilijk een houding kunnen geven (lacht).”
Samples
Jib Kidder live is een bescheiden sensatie. De band speelt mee met de drums op een begeleidingstrack, en regelmatig barsten de aanstekelijke popnummers uit in een psychedelische solo. Met een aandoenlijke snik in zijn keel kraait Schuster-Craig zijn teksten in de microfoon boven zijn hoofd. Het trio baant zich met een verbazende strakheid een weg door het materiaal van het nieuwe album en de gelijktijdig opgenomen tape met de eenvoudige titel ‘IV’.
JK: “Ik heb het volledige album geproduceerd, vervolgens opnieuw opgenomen volgens de voorwaarden van het label, en dan nog een derde keer gebaseerd op het kostenplaatje van de release. Ik werkte zoals steeds met samples, dus er waren wel wat problemen met de auteursrechten. Ik heb toen maar een aantal samples nagespeeld om auteursrechtelijke problemen te vermijden. Gelukkig blijkt dat de muziek daardoor haar essentie niet verliest. Dat baarde me vooraf zorgen, maar ik merkte dat de samples na het weghalen hun wezen in het nummer achterlieten, als een soort van watermerk.
Terwijl ik aan de plaat werkte, heb ik ook nog een tape gemaakt. Het verschil tussen de twee is dat die laatste veel spontaner tot stand kwam. Maar ik denk niet dat je het verschil zal horen wanneer we al die nummers door elkaar spelen. Beide zijn een neerslag van dezelfde periode, de ene wat rauwer dan de andere. Ik ging door een erg turbulente episode terwijl ik die muziek schreef. In het begin was ik van plan mijn vriendin te verlaten, en tegen het einde gingen we samenwonen in New York en was er een kind op komst (lacht). Dus er gebeurde veel in korte tijd, en het is altijd gemakkelijker om te schrijven wanneer je verkeert in een verhoogde staat van emotie. De volgende keer wordt het misschien moeilijker, als ik meer ontspannen ben en er niks gebeurt.”
Wel, je wordt natuurlijk wel vader nu.
JK: “Precies! Dat wordt vast ook een gek en onvoorspelbaar avontuur.”
Na het optreden maak ik een praatje met Zach Phillips, de gitarist van CE Schneider Topical, en – zo blijkt – bezieler van OSR, “an offline record label”. Hij duwt me een gefotokopieerd zelfgemaakt krantje in de hand, met filosofische columns door bevriende muzikanten (waaronder Jib Kidder) en een bestelformulier voor de releases, dat je kunt uitscheuren en opsturen. Hij vertelt honderduit over de bloeiende creatieve scene in zijn thuishaven Vermont, en even verderop staat Sean als een bezetene te dansen op de hiphopplaylist die hij zelf heeft opgezet. Het zweet gutst van z’n lijf, maar aan zijn energiepeil valt niks te merken van het intensieve concert dat hij net heeft gespeeld. Nu nog steeds geeft hij zich volledig op de tonen van de muziek alsof zijn leven ervan afhangt. En misschien doet het dat ook.
Dit artikel verscheen eerder in GC #127.
Koop deze editie in onze webshop!Discografie
Teaspoon to the Ocean (Weird World, 2015)IV (Gnar Tapes, 2013)
Etudes Series I (eigen beheer, 2013)
Dreams Inside of Dreams (Glowmobile Records, 2012)
Music for Hypnotized Minds (Asthmatic Kitty Records, 2011)
All on Yall (States Rights Records, 2008)
Reacties