Ivory

Valeot is een relatief jong label uit Wenen dat zich naar eigen zeggen richt op “post-moderne muziek die niet een genrehokje past”. Hun webstek verraadt releases van behoorlijk onbekende bands en muzikanten zoals Alexandr Vatagin, Tupolev, Milhaven en Werner Kitzmüller. De enige naam in het rijtje die een belletje doet rinkelen, is Port-Royal. Oorkleppen lijkt het label alvast niet op te hebben want naast postrock en ambient staat er ook folk op het menu. Met Kutin (Peter Kutin uit Wenen, tevens lid van Dirac) landen we zachtjes bij verstilde, bij momenten zelfs héél stille soundscapes die in grote mate afkomstig zijn van ’s mans elektrische gitaar en laptop. Slechts in drie van de zeven tracks wordt dat beperkte instrumentarium uitgebreid met contrabass, viool en een extra synthesizer, maar het globale geluid is heel minimalistisch en bij momenten ietwat abstract en steriel. Dat ‘Ivory’ (zijn derde solorelease) tot stand kwam in een periode waarin Kutin werkte aan muziek voor stille films in opdracht van het Oostenrijkse filmarchief is meer dan veelzeggend én meteen ook de perfecte houvast om dit album te duiden. Namelijk als een soundtrack waarbij je de beelden zelf moet fantaseren. Op zijn dromerigst, zoals in ‘World Without End’, zoekt en vindt Kutin aansluiting bij Stars Of The Lid of Grouper.
Gitaar, piano, elektronica en veldopnames zijn de bouwstenen waarmee de Italiaan Attilio Novelllino aan het componeren slaat. Het resultaat is iets ruwer, korreliger en onheilspellender dan bij Kutin. Novellino flirt namelijk ook met ruis, noise (‘Ilyria’) en dissonantie waardoor het geheel ook iets dreigender overkomt. ‘Through Glass’ is zijn tweede album, maar laat niettemin een bijzonder mature indruk na. Sterk album voor wie nog een gaatje heeft tussen pakweg Growing en Tim Hecker.

tekst:
Gonzo (circus)
beeld:
Kutin_Ivory
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!