Intruders

The Residents zijn vaak toch de groep van het grote voorbehoud. Niets is wat het lijkt. De tong is van ironie bijna door de wang geduwd. Op ‘Intruders’ klinken ze ineens als een rockband, bijna.

Ze bezingen het effectieve horrorthema van personen die niet zijn wat ze lijken, die verdwijnen als je ze probeert te bekijken. Levenloze figuren die toch bezield blijken. Obsessies van mensen die stijf staan van angst. Het begint allemaal nog min of meer normaal met een blues, met gitaren en drums.

De basgitaar (en mogelijk toetsen) is in handen van Eric Drew Feldman, die nog betrokken was bij de laatste drie albums van Captain Beefheart. Maar net wanneer je je veilig waant in dit nieuwe hersenspinsel van een groep die na al die tijd nog steeds in anonimiteit weet te opereren, vervormen de instrumenten. Een orgeltje gaat schril piepen. De drums worden hol, groeien uit tot reusachtige proporties. Een gitaar soleert niet maar gilt het uit.

In het eerste nummer ‘Bobbie’s Burning Blues’ wordt de zang nog verzorgd door een beminnelijke vrouwenstem. Tegen de tijd dat je bent aangeland in ‘Frank’s Lament’ word je omringd door de stemmen die je van The Residents kent, een koor dat bijna menselijk is, maar eigenlijk net niet. Om die effecten van vervreemding extra aan te dikken hebben ze omslag en boekwerk verlucht met ronduit enge plaatjes, collages van verknipte gezichten die je aanstaren vanuit wijd openstaande monden. Dit is het betere griezelwerk. Intrigerend en, zonder enig voorbehoud, goed gemaakt.

tekst:
René van Peer
beeld:
The_Residents_Intruders
geplaatst:
wo 4 mrt 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!