Tomeka Reid & Alexander Hawkins


Op de afgelopen editie van het Mechelse BRAND! kregen jazzliefhebbers weer fijne kost voorgeschoteld in KC Nona. Naast centrale gasten Lara Rosseel en Vitja Pauwels en diens invité Marc Ribot vielen ook de namen van celliste Tomeka Reid en pianist Alexander Hawkins op. Net voor hun duoconcert strikten we de vermaarde improvisators voor een gesprek vol verrassende kronkels.

‘Volgens mij kruipt er dankzij ons nu ergens een baby rond.’

Het is een enig zicht: creatieve wervelwind Tomeka Reid die toch even stilvalt en zich warmt aan een dampende tas thee in de backstage van Nona. De afgelopen jaren alleen al deed de experimentele celliste de Lage Landen aan in de rangen van het Art Ensemble of Chicago, aan de zijde van Craig Taborn, als menner van moderne dansers, noem maar op. Zou 2022 en haar jaar als ‘resident improviser’ in het iconische Duitse stadje Moers ook rust gebracht hebben? ‘Het was heerlijk om eens een langere tijd in het buitenland te leven,’ bevestigt Reid. ‘Moers is erg vredig en heeft een prachtig park waar ik zoveel mogelijk ging wandelen. Als ‘resident improviser’ was het mijn taak om het Moers Festival dichter bij de inwoners te brengen met een programma vol muzikale happenings. Blijkbaar zijn zij zich amper bewust van de impact die Moers heeft op de wereldwijde scene.’

De Brit Hawkins is duidelijk deel van die scene: ‘Ik ken Moers in de eerste plaats van het label en de platen met legendes als Anthony Braxton, George Lewis, en zo. Intussen mocht ik er ook spelen. De eerste keer was als gast bij Chicago Underground, de tweede keer viel tijdens de pandemie met Joe McPhee en Hamid Drake. Drie dagen voor dat concert werden de covid-regels verstrengd en bijgevolg speelden we een enorme outdoor-plek waar bijna niemand leek te zitten. Het voelde heel eenzaam, maar op dat moment was het gebaar belangrijker. Muziek ging door! En dit jaar nodigde Tomeka me uit.’

Netwerk

Tijdens haar residentie haalde Reid de band aan met Europese collega’s en ging ze ook actief op zoek naar nieuwe contacten. Waaronder de Luikse bassiste Farida Amadou, bekend van haar solowerk en haar tandem met Steve Noble. ‘Zij is geweldig! Weet je, toen ik toekwam, probeerde ik meteen de lokale scene te leren kennen. Dat was niet gemakkelijk, maar ik leerde enkele boeiende strijkers kennen uit Keulen en daar word ik altijd blij van. Het waren bovendien vrouwen. Ik wilde in mijn jaar in Moers strijkinstrumenten in de schijnwerpers zetten. En vrouwen. En muzikanten van kleur. Dat laatste was helaas moeilijker dan ik dacht. Waar zijn ze?’ Hawkins heeft duidelijk spijt dat hij het duoconcert met Amadou miste: ‘Weet je wat haar zo’n goeie match maakt? Net als jij vecht ze tegen de stereotypes van haar instrument. Elk optreden van haar lijkt wel een statement: kijk eens wat de bas nog kan!’

Tongzoenen

Het verhaal van Hawkins en Reid begon op Guimarães Jazz 2015, waar ze samenspeelden in de band van cornettist Taylor Ho Bynum. Kort daarna trok Reid op tour met de muziek van het album ‘Artifacts’ en viel Hawkins in voor Nicole Mitchell. ‘Een hele eer. Ik waardeer Nicole enorm als muzikante en componiste. Kort daarop vervoegden we haar op een andere tour en die was echt memorabel.’ Reid begint spontaan te lachen: ‘Op een avond speelden we in Café Oto, toch bekend om z’n freejazz, en voor onze neus begon een koppel mekaar hartstochtelijk te tongzoenen… En ze hielden maar niet op! Meer zelfs: tijdens de tweede set begonnen ze gewoon opnieuw. Ik dacht: da’s nieuw, onze muziek kan je ook in de stemming brengen, haha. Volgens mij kruipt er dankzij ons nu ergens een baby rond.’ ‘Genaamd Oto!’ schatert Hawkins.

Aan het einde van die tour zou het trio een plaat opnemen, maar toen Mitchell niet kon blijven, doken Reid en Hawkins als duo de studio in. Het resultaat is het rijkgeschakeerde ‘Shards And Constellations’ (Intakt Records, 2020). Zo’n uitgebalanceerde plaat, is daar vooraf veel over nagedacht? Reid schudt gedecideerd van ‘nee’ en Hawkins vult aan: ‘We interpreteren twee nummers van AACM-muzikanten en daarnaast is alles geïmproviseerd. Maar bij deze muziek zit de compositie in de keuze van je medemuzikanten. Wat brengen zij naar de studio? En hoe voel je je erbij? Nu ik al een tijdje muzikant ben, wordt dat menselijke steeds belangrijker. Je bent toch vaak weg van huis, dus dan is het belangrijk dat je je onderweg goed voelt. Zo ga je ook automatisch beter luisteren.’

Potlood

We willen het hebben over de mysterieus getitelde albumopener ‘Is Becomes If’ wanneer Reid ons onderbreekt: ‘Alexander bedenkt alle titels.’ ‘O ja, ik loop de hele tijd rond met een notitieboekje en krabbel allerlei citaten en interessante woorden op. Dit zou zomaar uit een gedicht van E. E. Cummings kunnen komen, al ben ik niet zeker. Het idee is sowieso dat wat vaststaat, loskomt. En in het slotlied ‘If Becomes Is’ landen we weer.’ Goed om weten, maar is dat nu een kora die we horen? ‘Dat is een geprepareerde piano,’ veert Hawkins recht. ‘Ik leg magneten op mijn snaren waardoor alles meer als een gamelan gaat klinken. Maar als je harder drukt, komt het dichter bij een mbira. En Tomeka heeft van die clipjes op haar snaren en dat geeft een andere trilling. Samen krijg je inderdaad iets als een kora.’

Tomeka verzucht: ‘Ik baal, man. Die clipjes vraten aan mijn snaren dus nu steek ik een potlood onder mijn snaren voor een gelijkaardig geluid. Maar wat blijkt? Niet elk potlood is hetzelfde! Degene die ik nu heb, klinken veel te rubberig. Nu ga ik heel veel potloden moeten testen tot ik weer de juiste vind.’ Hawkins sust: ‘Onze instrumenten zijn altijd goed geweest voor ons, we moeten er ook niet elk concert mee klooien, toch? Maar ja, waarom deden we dat op de plaat? Je hebt dat citaat van Cecil Taylor die de piano ziet als 88 drums. Maar Keith Tippett noemde het weer een harp in een doos. Als je er zo over nadenkt, kan je dit mooi vermengen met de cello. In duo’s is het altijd interessant om te spelen met de verschillen en gelijkenissen tussen de instrumenten, vind ik.’

Apartheid

Het hoeft niet te verbazen dat er in Hawkins’ werk Afrikaanse klanken opduiken. Als jonge muzikant werd hij door de Zuid-Afrikaanse drummer Louis Moholo-Moholo onder de vleugels genomen en de Brit noemt deze periode zonder verpinken cruciaal voor zijn ontwikkeling. ‘Dat ik deel mocht zijn van de band, was al een vorm van erkenning. Maar wat me nog meer vertrouwen gaf, was dat hij nooit eens kwam zeggen dat het ‘een beetje meer zo of zo’ moest zijn. Blijkbaar vond hij wat ik speelde goed!’ Reid herkent het gevoel: ‘Bij mij kwam dit kantelpunt toen ik voor het eerst bij Nicole Mitchell speelde. Zij had al een bassist en ik wist toen echt niet wat ik nog kon toevoegen daaraan, maar Nicky vond het goed en dat betekende heel veel voor mij.’

Naast een vertrouwensboost was de periode met Moholo-Moholo ook een leerschool voor Hawkins, die nooit een formele opleiding volgde: ‘Je staat elke dag op het podium met iemand die via muziek zijn leven redde. Hij ontsnapte ermee aan Apartheid en kwam in het Verenigd Koninkrijk wonen. Hij had het nooit gemakkelijk, maar drumde dapper voort en dat hoor je ook als hij improviseert. Hij speelt echt zonder de minste vrees. Zulke ervaringen met oude wijzen zijn zoveel meer waard dan jaren op conservatoria. Die duwen je toch maar in een mal.’

Wadud

Ook Tomeka Reid heeft zo haar helden. Bij experimenteel cellospel valt al snel de naam van Abdul Wadud, de man die de cello voor altijd de freejazz introk. Jaren geleden deed het gerucht de ronde dat Wadud overleden was, dus trok Reid op onderzoek en vond hem tot haar opluchting levend en wel, teruggetrokken in Cleveland. Hoe ging Reid dat eerste gesprek aan met zo’n legende? ‘Opgewonden en rotnerveus. Ik ging spreken met Ab-dul Wa-dud, wat een eer. Van dat eerste gesprek herinner ik me vooral dat hij echt niet snapte waarom ik hem kwam opzoeken. Hij leek geen idee te hebben van de impact die hij heeft gehad op de muziek. Ik was in shock.’

Na deze ontmoeting hielden de twee contact: ‘Ik belde eerst elke maand, daarna iets minder regelmatig. Abdul steunde me echt in alles wat ik deed: ‘Blijven gaan. Toon je moed.’ Toen ik een keer optrad in een bowlingcentrum in Cleveland is hij ook komen kijken. Na het concert zijn we zelfs gaan bowlen, haha. De laatste keer dat ik hem sprak, was op zijn verjaardag enkele maanden geleden en toen klonk hij nog goed. Kort daarop is hij helaas overleden… Of hij op het einde begreep wat hij betekend had als muzikant? Goh, er was een periode dat ik vanuit alle hoeken van de wereld gebeld werd door mensen die opnames van hem wilden releasen of rereleasen. Dan gaf ik telkens zijn contactgegevens door dus ik hoop wel dat hij nog gevoeld heeft dat zijn werk enorm werd gewaardeerd.’


Dit artikel verscheen eerder in GC #173.

Koop deze editie in onze webshop!

Live

Artifacts: Mike Reed
29/01
01/02

Discografie

Artifacts: Tomeka Reid, Nicole Mitchell, Mike Reed - …And Then There’s This (Astral Spirits, 2021)
Alexander Hawkins & Tomeka Reid - Shards And Constellations (Intakt Records, 2020)
Alexander Hawkins & Louis Moholo-Moholo - Keep Your Heart Straight (Ogun, 2012)
Abdul Wadud - By Myself (Bisharra, 1977)

Reacties