Interview: Susobrino

Susobrino is in België vooral bekend van zijn samples van het werk van Will Tura waarmee hij de Champion Sounds wedstrijd won. Zijn nieuwe plaat op Rebel Up! brengt lichtvoetige meditatieve etnotronika, geïnspireerd door zijn Boliviaanse roots.

Susobrino, letterlijk ‘uw neef’, is een vrolijke frans. Of eigenlijk een vrolijke Bart, voluit Bart Van Obbergen Pérez. Deze Belgische Boliviaan maakt met akoestische instrumenten lichtvoetige meditatieve etnotronika waarbij hij zich laat voeden door het Amazoneregenwoud en zijn Boliviaanse wortels.

Susobrino is pas 24 maar maakt al sinds zijn vroege jeugd muziek. ‘Ik begon met een kindersynthesizer en probeerde alles wat ik hoorde na te spelen. Of ik improviseerde gewoon over de muziek die toevallig voorbijkwam op de radio heen.’ Later leerde hij akoestische gitaar spelen en in 2008, tijdens een verblijf in Spanje, ontmoette hij een producer die voor hiphopnummers elektronische muziek maakte. Daar begon Susobrino vervolgens ook driftig mee te experimenteren.

Tijdens zijn opleiding aan de PXL-Music Hogeschool in het Belgische Hasselt kreeg hij volop de ruimte om te experimenteren. ‘Ik heb bijvoorbeeld een samenwerking gedaan met muzikanten van een Rotterdamse school in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam. Met z’n achten vormden we een improvisatieband. We hadden vijf dagen de tijd om iets te maken. En met succes!’ Susobrino bleef hangen in Hasselt. Hij voelt zich er thuis en voelt met name een zielsverwantschap met zijn Hasseltse hermanos: Pippin (Pepijn Leenders) en Ashley Morgan. Ze zoeken elkaar op en weten elkaar, mede onder de noemer Noannaos, te motiveren en inspireren. ‘We zijn als een triangel. We vibreren bij elke conversatie op dezelfde frequentie: tttiiiiiiiiiinnnggggggggggggggg.’

‘Een oude gebroken tamboerijn heeft veel meer karakter dan een gloednieuwe.’

Cassettetjes

Susobrino is een verwoed verzamelaar van (tweedehands) muziekinstrumenten. ‘Ik haal de meeste van mijn muziekinstrumenten van rommelmarkten, kringloopwinkels en vintagewinkels. Een oude gebroken tamboerijn heeft bijvoorbeeld veel meer karakter dan een gloednieuwe. Mijn favoriete instrument is momenteel de balafoon, een marimba-achtig slaginstrument uit West-Afrika. Het is zowel een ritmisch als een melodisch instrument.’ Susobrino neemt alle instrumenten zelf op: percussie, quena (een traditionele fluit uit de Andes), gitaar, charango (een Zuid-Amerikaans snaarinstrument met vijf keer twee snaren) en een Yamaha DX9-synthesizer. Verder heeft hij een rig voor zijn gitaar, virtuele pedalen en een programma om te versterken. Om alle opnames en geluidslandschappen te laten samenvloeien en te mixen gebruikt hij Ableton-software.

Van Latijns-Amerikaanse tot Westerse, en van Afrikaanse tot Aziatische muziek – Susobrino laat zich inspireren door muziek uit allerlei windstreken. ‘Ik ben tweetalig opgevoed en mijn ouders luisterden geregeld naar latinomuziek. Mijn vaders cassettespeler gebruikte ik om naar zijn oude cassettetjes te luisteren. Naar bands als Buena Vista Social Club, Los Kjarkas, Carrapicho en naar de Belgisch-Spaanse popzangeres Belle Perez.’ Hij is dus vooral geïnteresseerd in ritmische traditionele muziek, maar schuwt ook hedendaagse Latino-muziek niet. Zo lang het uiteindelijk maar, zoals hij noemt, een tingling sensation bij hem teweegbrengt. Zo ziet hij de Engelse multi-instrumentalist Jacob Collier als een God en heeft hij dichter bij huis affiniteit met Nederlandse artiesten als Vincent Paolo en Geneevre.

Wortels

Om de familie van zijn moederskant te bezoeken reisde Susobrino al vaker naar zijn geboorteland Bolivia. Pas een aantal jaar geleden maakte hij een reis door het land die zijn leven veranderde. ‘Voor de eerste keer reisde ik door mijn geboorteland, gewapend met een wegwerpfototoestel en in mijn broekzak een geluidsrecorder. In die maand heb ik een paar plekken die ik wilde bezoeken ingepland: Santa Cruz, Sucre, La Paz, Oruro en het Amazonegebied. Maar ik wilde niets te strikt plannen. Alleen de natuur gaf me al 83 gigabytes aan audio: vogels, water, echo’s, ruimtes, de wind door de planten en bomen, et cetera. In de steden vond ik dan weer marktjes met roepende mensen of kwam ik langs repetities voor carnavals.’

Zo bezocht hij het Carnaval de Oruro, waar in de dansen animisme en christendom met elkaar worden vermengd. De huidige president Evo Morales wil die animistische rituelen laten herleven. Susobrino trachtte tijdens zijn reis ook dichter in de buurt van deze oude tradities te komen, maar dat lukte niet. ‘In La Paz is er een straat vol met heksen, de Mercado de las Brujas. Daar vroeg of ik een sjamaan kon ontmoeten, maar iedereen was vrij afstandelijk. Ik denk dat dat komt omdat ik eruitzie als een toerist.’

Confrontatie

De inspiratie die hij daar opdeed verwerkte hij twee jaar geleden wel in zijn eindproject voor PXL-Music, waaruit een ep voortkwam. ‘Ik heb een duidelijke muzikale visie ontwikkeld. Ik besefte dat ik dit doe omdat ik de traditionele, etnische muziek niet wil laten uitsterven.’ Zijn ep ‘Mapajo’ werd in 2018 uitgebracht en legde de basis voor zijn onlangs verschenen debuutalbum ‘La Hoja de Eucalipto’ (Het Eucalyptusblad). Op dat album kon hij voortborduren op de Boliviaanse reisoogst: de zeven nummers van het album vormen samen een fantasieverhaal in de traditie van het Zuid-Amerikaans magisch-realisme.

‘Het album gaat over vijf wezens die op zoek zijn naar antwoorden in hun leven. Voordat ze op pad gaan nemen ze deel aan een eucalyptusceremonie (‘La Hoja de Eucalipto’). Langzaamaan realiseren ze zich dat ze op reis gaan en worden wakker (‘Despertar’), waarna ze ook fysiek in beweging komen (‘La Marcha’) en hun vertrouwde omgeving en geliefden achterlaten. Ze komen in een dichtgegroeid onbekend oerwoud terecht en lopen al twijfelend rondjes, waarna ze elkaar uit het oog verliezen (‘Dispersión’).

Toch lukt het hen de jungle te overleven en komen ze een mysterieus fictief wezen tegen, de ‘Polahimán’, dat raadsels en gedichten voorlegt en hen helpt hun weg te vinden door de woestijn van Pazmancú (‘El Desierto de Pazmancú’). Daar worden ze opnieuw geconfronteerd met Polahimán, in de rol van eindbaas (‘El Enfrentamiento contra Polahimán’). Daarna is het aan de luisteraar om te bepalen of de uitkomst van deze confrontatie goed, slecht of open is.’

Gids

‘Muziek wordt geschaard onder vermaak, maar het is denk ik echt een noodzakelijke levensbehoefte. Een cluster van emoties die iedereen nodig heeft. Liveoptredens zie ik als ceremonies waarin muziek wordt gebruikt als een soort gps. Als gids voor de levensreis die we maken.’ Die reis is eindeloos: hij zegt dan ook geen ultiem doel te hebben met Susobrino en wil vooral alle mogelijkheden van muziek onderzoeken en zo veel mogelijk gekke samenwerkingsprojecten ondernemen.

Met zijn instrumentale collages in de geest van exponenten als Chancha Vía Circuito, El Búho en Manu Chao won hij de Champion Sound Beat Battle 2018 van het gelijknamige Belgische talentplatform. In het kader daarvan werd hij uitgedaagd om vijf edits te maken van door de organisatie gekozen nummers. ‘De gekozen nummers van dat jaar waren van de legendarische Vlaamse zanger Will Tura. Toen ik de battle gewonnen had kreeg ik de kans om met hem samen in de studio te zitten om hem mijn edits te laten horen. Ik was best zenuwachtig, maar uiteindelijk werd het een aangename en gezellige dag.’

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!