Senyawa


Met hun unieke geluid, ergens tussen doom metal, folk en improvisatie, blijft het Indonesische duo Senyawa ook na zeven jaar nog altijd verbazen. In januari doen ze voor een bijzonder project in het kader van Europalia opnieuw de Lage Landen aan.

Metal. Vraag vocalist Rully Shabara hoe hij de muziek van Senyawa zou categoriseren, en áls hij bereid is om een genre te noemen, is dat zijn antwoord. Maar hoewel de riffs en melodieën die Wukir Suryadi speelt op zijn zelfgebouwde, anderhalve meter grote snareninstrument van bamboe – de bambu wukir – inderdaad soms metalinvloeden verraden en Shabara soms even als een metalzanger klinkt, loopt de vergelijking daarna spaak. Want naast vervaarlijk grommen beslaat Shabara’s reikwijdte als vocalist alles tussen sissen, krijsen, gillen en keelzang. Alles om mee te kunnen komen met de grote klankenrijkdom van Suryadi’s instrument, waaruit hij behalve melodieën en akkoorden ook intimiderende percussieklanken haalt en af en toe een vlammende solo plukt.

Bamboe

Senyawa’s meanderende stukken hebben vaak tranceachtige kwaliteiten, hoewel ze zelden gebruik maken van minimalistische herhaling. Eerder lijken ze op een duister ritueel, waarin één handeling bijna onmerkbaar overgaat in de volgende. Suryadi neemt de leiding en als een geschifte priester begeleidt Shabara het proces en voorziet het van commentaar. Wrang genoeg voor Nederlandse lezers verwijst Suryadi’s bambu wukir bovendien naar de van bamboe gemaakte wapens waarmee Indonesiërs hun Nederlandse kolonisten te lijf gingen.
Hun laatste album, ‘Brønshøj (Puncak)’, vernoemd naar het stadsdeel van Kopenhagen waar de plaat werd opgenomen, is misschien wel hun meest experimentele tot op heden. Suryadi bewerkt het geluid van zijn bambu wukir met echopedalen en achterstevoren gespeelde tapes tot lange, droneachtige stukken. Als dit wereldmuziek is, dan zeker niet van deze wereld. Als het folk is, dan is het folk uit de hel.
Hoewel aan het interview, dat ik per e-mail voerde, zowel Shabara als Suryadi meewerkten, bleven de antwoorden van Suryadi veelal beperkt tot enkele woorden of ultrakorte zinnen, waarbij Shabara bovendien moest helpen als vertaler. Het past bij de manier waarop het duo op het podium staat: Suryadi stoïcijns en toegewijd, Shabara een en al explosieve, extraverte energie.

Queen

Indonesië is een immens land, bestaande uit bijna vijftienduizend eilanden die cultureel erg verschillend zijn. Rully Shabara is geboren in Midden-Celebes in het oostelijke deel van Indonesië en groeide op op verschillende plekken in Indonesië. “Ik heb maar iets van zes jaar van mijn leven samen met mijn familie doorgebracht voordat ik in mijn eentje naar Yogyakarta verhuisde op mijn veertiende.” Yogyakarta – bijna tweeduizend kilometer verwijderd van Midden-Celebes – is tegenwoordig het culturele centrum van Indonesië, met een bloeiende noisescene. Zijn jeugdhelden waren Queen en Iron Maiden: “Als ik nu naar metal luister, doe ik dat vooral uit nostalgie. Ik luister het liefst naar mijn oude favorieten.”
Ook bij Wukir Suryadi speelde muziek een belangrijke rol in zijn jeugd, maar hij wil niet in detail treden. “Muziek is voor mij een methode om te leren, mezelf uit te drukken, te leven. Genres en labels hebben me nooit geïnteresseerd.” Het internet opende voor Rully Shabara een hele nieuwe wereld. “Bootlegs en illegale mp3’s hebben mijn leven veranderd. Ik heb zoveel muziek ontdekt op die manier. Muziek van mainstream labels was gemakkelijk te vinden, verder bijna niets.” Maar ook traditionele Indonesische muziek had een diepe invloed op hun muziek. “Traditionele muziek uit Indonesië is voor mij erg belangrijk als referentiepunt en als eindeloze bron om van te leren. Vooral de benadering van componeren is iets waar ik veel inspiratie uit haal, omdat het sterk verschilt van moderne en academische muziek, die erg op het verstand gericht is. Traditionele Indonesische muziek is juist erg organisch en natuurlijk”, vertelt Shabara.

Exotisme

Voor wie een liveconcert van Senyawa bijwoont, vallen de bijzondere vocale technieken van Rully Shabara meteen op, ook bij samenwerkingen zoals bijvoorbeeld met de Japanse drone- en noiseheld Keijo Haino op het CTM-festival in 2016. In eerdere interviews gaf hij aan beïnvloed te zijn door de Italiaanse tenor Enrico Caruso (1873-1921) en de Grieks-Amerikaanse zanger en pianist Diamanda Galás. “Van Caruso heb ik geleerd hoe je als performer emoties kunt namaken. Galás leerde me hoe je angst kunt aanjagen. Beiden toonden me hoe je kracht en gratie tegelijkertijd kunt toepassen. En er is nog steeds zoveel dat ik van hen kan leren. Van traditionele muziek leerde ik wijsheid, motivatie, puurheid en manieren om mijn muziek en performance te benaderen.”
Hun muziek ontstaat vanuit “spelen met geluid”, aldus Suryadi. ”Dat verschilt wel een beetje per album, en als we werken in opdracht en samen met andere makers kan het soms verschillen. Maar het meeste wat we doen is improvisatie. We repeteren eigenlijk nooit meer sinds een jaar of vier”, voegt Shabara toe. Hoewel hun werkwijze vooral gericht is op improvisatie en sessiewerk, blijft albums maken erg belangrijk voor ze. “Albums zijn documenten van een reis, zodat je terug kunt kijken en kunt zien wat je hebt bereikt en hoe je bent veranderd gedurende de jaren. Als je lang blijft doorworstelen in dezelfde cyclus is er dus ook geen reden om een nieuw album te maken.”
Toch kijken ze niet neer op hun oudere werk. “Ik word er blij van. Het is als in de spiegel kijken en zien hoe je er in het verleden uitzag”< vertelt Suryadi als ik hen vraag naar de 10inch die net is uitkomen op het Brusselse label Okraïna Records, een re-release van de sessie die het duo opnam in 2012 met filmmaker Vincent Moon voor diens kortfilm ‘Calling The New Gods’. Shabara heeft er gemengde gevoelens over: “Ik heb er normaal gesproken een hekel aan om terug te luisteren naar oud werk. Maar Vincents film was een belangrijk moment voor ons. We hebben daar veel aan te danken en het is een prachtige film. Maar in muzikaal opzicht zijn we niet meer hetzelfde.”

Projecten

De bandleden ontmoetten elkaar op het podium, toen ze aan elkaar werden gekoppeld door Wok The Rock, de baas van internetlabel Yes No Wave Music voor een spontane live-improvisatiesessie in de Yes No Klub in Yogyakarta. Geen ongewone werkwijze voor beide muzikanten: Shabara is nog altijd betrokken bij een groot aantal gelegenheids- en langer lopende improvisatieprojecten. Zo is hij al twintig jaar zanger van de conceptuele band Zoo, een van de invloedrijkste Indonesische avant-garde-/rockacts van de afgelopen decennia. Ook is hij actief in de improvisatiekoren Raung Jaget en Cari Padu, werkt hij samen met muzikant en beeldend kunstenaar Soni Irawan en dichter Rudy Wuryoko en runt hij het filmproductiehuis Kebun Binatang Film, waarmee hij muziekdocumentaires en sessie-opnames maakt met zijn eigen projecten en geestverwanten.
Suryadi is nog steeds actief als instrumentenbouwer en doet mee met verschillende projecten van Volcanic Winds Projects, het productiehuis van hun manager, de Australisch/Indonesische curator, kunstenaar en producent Kristi Monfries. De samenwerking tussen Shabara en Suryadi bleek een schot in de roos. Na hun eerste live-improvisatiesessie bleven de muzikanten dagenlang samenspelen, om al na vier dagen hun eerste ep op te nemen. Sindsdien is het duo vrijwel niet gestopt. De ep werd opgevolgd door vier albums, twee livealbums, bijna onafgebroken tours én een grote hoeveelheid eenmalige samenwerkingen. Zo nam het duo platen op met de Japanse improvgitarist Kazuhisa Uchihashi en de Amerikaanse experimentele zanger Arrington de Dionyso.

Yogya

Beide bandleden wonen nu in Yogyakarta, volgens hen op dit moment de beste plek om creatief te zijn in Indonesië. Als we in het Westen al iets meekrijgen van de Indonesische scene, lijkt dat inderdaad vaak uit Yogyakarta te komen, zoals Jogja Noise Bombing die ook jaarlijks een festival organiseren in de stad. Tegelijk horen we in het Westen vaak verontrustende geluiden over het oprukkende salafisme in het grootste moslimland dat tot voor kort als zeer gematigd bekendstond.
“Ik heb eigenlijk het idee dat Indonesië er langzaam steeds meer op vooruitgaat, in allerlei opzichten”, meent Wukir Suryadi desondanks. Zijn kompaan heeft twijfels. “Er zijn hier zoveel kunstenaars die zoveel verschillende dingen doen en we kennen zo’n beetje iedereen persoonlijk. Dat maakt het gemakkelijk. Al vijf jaar kan ik mijn tijd voor honderd procent aan muziek besteden. Al gaat al het geld dat ik verdien weer naar andere projecten of ik start nieuwe projecten die misschien pas over een paar jaar naar buiten komen. Politiek is het hier denk ik net zoals in de rest van de wereld. We schuiven steeds meer op richting extreemrechts, maar de meeste mensen lijken zich dat nog niet te realiseren. Cultureel gezien speelt internet een grote rol in onze ontwikkeling als land, met alle voor- en nadelen van dien.”
Publiek vinden voor hun muziek in Indonesië lukt, al drijft de hele scene in grote mate op DIY. “Het heeft alleen wat tijd nodig. Het is deels ook ons werk om te zorgen dat we dat publiek bereiken. Ik doe er alles voor, met of zonder ondersteuning”, stelt Shabara.

Exotisme

Intussen groeit de naam en faam van Senyawa sinds de start in 2010 ook snel in het buitenland. Suryadi, met enig gevoel voor understatement: “Het gaat zeker niet slecht. We hebben nu zelfs moeite om lege data te vinden in onze agenda om aan nieuw werk te beginnen.” Shabara is wederom iets kritischer: “Ik denk dat de groei een beetje te snel en te veel is af en toe. We hebben veel albums gemaakt, hebben in meer dan dertig landen gespeeld, touren elk jaar drie of vier keer, hebben allerlei samenwerkingen gehad met verschillende muzikanten… Dat zijn veel ervaringen voor zo’n korte tijdsspanne. Muzikaal zijn we misschien op het eerste oog niet heel erg veranderd, maar persoonlijk heb ik meer geleerd en me verder ontwikkeld dan ik ooit voor mogelijk hield. Ik ben een compleet ander persoon dan zeven jaar geleden.”
Niet-westerse muzikanten die niet puur op traditie gerichte muziek spelen, moeten bovendien nog vaak opboksen tegen de ‘westerse blik’ die niet gespeend is van oriëntalisme en zelfs racisme. Ook Shabara is zich bewust van en zeer kritisch over de positie die hij vaak wordt geacht in te nemen. “Ik denk dat de westerse wereld in het algemeen hard op zoek is naar nieuwe bronnen en invloeden om te verkennen en om mee te kunnen experimenteren. Daar is helemaal niets mis mee. Het gaat voor mij wringen wanneer niet-westerse muzikanten proberen of worden gedwongen zich te voegen naar de behoeftes van westerlingen. Het wordt tijd dat erkend wordt dat niet-westerse muziek niet alleen maar traditioneel en inferieur is. Het enige dat we willen is dat we hetzelfde worden behandeld als westerse muzikanten. Als je ons als een exotische band uit een derdewereldland wilt behandelen, dan heb je echt een probleem met mij.”
Dat weerhoudt ze er niet van om in januari opnieuw op de planken te staan in België en Nederland, in het kader van Europalia voor een bijzondere, nieuwe samenwerking met Patshiva Cie, een vijfentwintigkoppig vrouwelijk polyfonisch koor uit Brussel. Niet vreemd voor Shabara, die ook met andere koren samenwerkt. De polyfone gezangen zullen bovendien een extra laag toevoegen aan zijn performances, waarbij hij altijd in een staat van trance lijkt te verkeren.
Dat roept de vraag op waar hij dan is, en of hij hoopt dat het publiek daarin meegaat? “Mijn antwoord daarop is denk ik hetzelfde als wanneer je die vraag aan een toneelacteur stelt. Het vergt een zekere focus en energie om iets te bereiken dat buiten jezelf ligt. En je kunt dat niet op een andere manier bereiken. Je moet ervoor ‘in the zone’ raken. Hopelijk voelt het publiek de waarachtigheid en wordt het erin meegetrokken, of ze het nu fijn vinden of niet. Een goede acteur doet nooit alsof, een goede acteur probeert zijn personage te zíjn. De rest doet er dan verder niet meer toe.”


Dit artikel verscheen eerder in GC #143.

Koop deze editie in onze webshop!

Live

10/01
11/01
12/01
13/01
14/01

Discografie

Senyawa - Calling the New Gods (Okraïna, 2018, 10inch)
Senyawa - Brønshøj (Puncak) (Cejero, 2016, lp)
Senyawa - Menjadi (Morphine, 2015, lp)
Senyawa / Charles Cohen - Redose -3 (Morphine Records, 2015, 12inch)
Melt-Banana / Senyawa - Split ‎(!Angrr!, 2015, 10inch)
Senyawa - Acaraki (!Angrr!/dualpLOVER/eigen beheer, 2014, lp/cd)

Reacties