Enola Gay


Op 1 september verschijnt de nieuwe ep ‘Casement’ van de Noord-Ierse band Enola Gay. Ze benoemen hun muziek niet meer als post-punk, maar simpelweg als punk. Dat zit hem niet in hun geluid, dat alleen maar complexer geworden is, maar in de activistische houding van de band: hun boodschap bevat nog meer woede en frustratie.

Eens te meer worden we door Engeland genaaid

Met hun eerste single ‘The Birth Of A Nation’, uitgebracht in de nasleep van de George Floyd-protesten in 2020, toonde Enola Gay zich meteen als een activistische band. De band – naar het nummer van Orchestral Manoeuvres in the Dark, dat op zijn beurt vernoemd was naar een atoombommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog – bouwde eind 2019 momentum op. Ze overhandigden een demotape aan de Ierse shoegazeband Just Mustard en werden prompt uitgenodigd om hun tweede optreden ooit te spelen als voorprogramma van de Ieren. Maar toen de coronapandemie toesloeg wilde Enola Gay eigenlijk geen muziek uitbrengen tot liveoptredens weer mogelijk zouden zijn. De moord op de zwarte Amerikaan George Floyd door een witte politieagent, greep de band echter zo aan dat ze niet anders konden dan hun belofte te breken en een nummer uit te brengen dat geïnspireerd was op die gebeurtenis. De aandacht voor sociale en culturele issues, en de drive om echt iets te zeggen, kenmerkt de band: ‘Zodra er iets is wat ons opwindt, schrijven we het eerste wat in ons opkomt neer. Dat geeft onze songteksten iets rauws en houdt ze urgent,’ vertelt gitarist Joe McVeigh via email. Dat engagement is haast vanzelfsprekend voor een band uit Noord-Ierland, dat nog altijd worstelt met de spanningen tussen de protestantse unionisten die bij Engeland willen horen en de katholieke nationalisten die voor een verenigd Ierland pleiten.

Fanatisme

‘PTS.DUP’, de eerste single van ‘Casement’, die in de late zomer uitkomt, gaat ook expliciet over die spanningen. Het nummer is gebaseerd op iets wat McVeigh vorig jaar overkwam. Toen hij na een rave op zoek ging naar een lift naar de voornamelijk nationalistische kant van Belfast, werd hij aangevallen. ‘Ik kreeg van een stel eikels een sektarische opmerking naar m’n kop geslingerd. Even later kwamen ze op me af en voor ik het wist stonden ze met z’n zevenen tegen m’n kop aan te trappen.’ Het geeft de gespannen verhouding tussen nationalisten en unionisten pijnlijk weer, aangewakkerd door partijen als de conservatieve Democratic Unionist Party (DUP) die beide kanten tegen elkaar opzetten. ‘De gasten die me in elkaar sloegen zijn voor dezelfde fanatische onzin gevallen als hun ouders. Het is een generationeel trauma dat in een partij als de DUP doorsijpelt en zo genormaliseerd raakt. Beide kanten van de arbeidersklasse worden tegen elkaar opgezet. Ik snap waar de frustratie vandaan komt. Unionistische leiders als die van de DUP vertegenwoordigen niet langer de mensen waarvoor ze zouden moeten staan, en er is een hele groep middle of the road protestanten overgebleven die nul ruimte overhoudt voor een eigen identiteit; extreme vormen van unionisme hebben de overhand genomen. De frustratie die daaruit voortkomt verklaart waarom die gasten me aanvielen. Brexit heeft daaraan bijgedragen; de spanningen in Noord-Ierland zijn alleen maar door opgelopen, ondanks dat de meerderheid tegen heeft gestemd. Eens te meer worden we door Engeland genaaid.’ Het nummer is een duidelijk voorbeeld van hoe de songteksten van de band soms iets essayistisch hebben; ‘One hundred years living under the blood-red hand / A state of fear, forsaken by the mainland’ zingt zanger Fionn Reilly. Het nummer reflecteert op hoe sommigen hun verlangen naar identiteit – voorgekomen uit een gekoloniseerd verleden – alleen op negatieve wijze – met een vijandbeeld ten opzichte van een ander –vorm kunnen geven: ‘Is burning flags meant to be a part of your identity?’ roept zanger Fionn Reilly herhaaldelijk uit in het refrein.

Inspiratie

Het geluid van de band was vanaf het begin al een enerverende mix van genres – (post-)punk, hiphop, techno en noise – maar wordt nu nog verder opengetrokken. De agressie en frustratie in de stem van Reilly komen extra krachtig over door het viscerale geluid van de band. De strakke, breakbeat-achtige drums draven op hoog tempo door het nummer heen, en Reilly kan haast niet anders dan te rappen om al zijn doorwrochte teksten in het korte nummer te krijgen. ‘De rappende manier van zingen kwam eigenlijk per ongeluk; je hebt maar zoveel ruimte om een boodschap over zulke complexe onderwerpen over te brengen. Het kwam er haast automatisch uit als rap,’ vertelt McVeigh. Het brede palet aan invloeden waar de band uit put wordt niet onder stoelen of banken geschoven. Er komen vele bandnamen voorbij in het gesprek: System Of A Down en The Pogues maakten de bandleden politiek bewust, Rage Against The Machine en Gilla Bands lak aan instrumentale conventies inspireerden de noise-aspecten van hun geluid, en McVeigh en Reilly groeiden respectievelijk op met Dead Kennedys en Ierse folk. ‘De originele punk, als je erover nadenkt’ zegt McVeigh over dat genre. De elektronische elementen van hun muziek kennen net zo’n natuurlijke bron: McVeigh en Reilly leerden elkaar kennen op een concert van The Chemical Brothers en gaan samen regelmatig naar raves.

Vermenging

‘Casement’ is geproduceerd door Johnny Hostile, die de twee albums van Savages opnam en in Jehnny Beths band speelt. ‘We kwamen erachter dat ze fans waren nadat ze ons via Instagram benaderden. Het is best onwerkelijk om met hem samen te werken, aangezien Savages een van onze grote invloeden zijn!’ Thematisch zal ‘Casement’ in lijn liggen met de sociale en politieke thema’s van ‘Gransha’, hun ep uit 2021 waarop nummers over hedendaagse thema’s als mentale gezondheid, de wooncrisis en seksueel geweld te vinden waren. ‘Leeches’, de tweede single van ‘Casement’ gaat over de steeds verder toenemende afstand tussen burgers en de politiek, en verweeft de elementen van elektronische muziek en hiphop nog naadlozer. Dat is wat volgens McVeigh ook voor de rest van de ep te verwachten valt. ‘Er is een nummer dat ik alleen kan omschrijven als een mix tussen folk, jungle en shoegaze. Mount Palomar, een dj uit Belfast die vijf keer in Berghain heeft gedraaid, werkte er ook aan mee. Met dat nummer proberen we echt iets anders te doen dan wat we tot nu toe gedaan hebben. Mensen die denken dat we de zoveelste boze band zijn, zullen hun perceptie moeten bijstellen.’


Dit artikel verscheen eerder in GC #176.

Koop deze editie in onze webshop!

Discografie

Enola Gay - Gransha EP (self-released, 2021)

Reacties