Interview: Duma

Ineens waren daar twee Kenianen met een metalachtergrond die op het Oegandese label Nyege Nyege Tapes een plaat uitbrachten die alle grenzen van metal, noise en chaos oprekt.
Duma - (c) Kachna Baraniewicz

Ineens waren daar twee Kenianen met een metalachtergrond die op het Oegandese label Nyege Nyege Tapes een plaat uitbrachten die alle grenzen van metal, noise en chaos oprekt. Met hun muziek gaat het tweetal tekeer tegen de wereld en plaveit het en passant een vernieuwend pad naar de toekomst.

‘Wij zijn slechts nederige dienaren. Onze ego’s zijn niet relevant.’

Vanuit een al dan niet bewuste eurocentrische visie zouden we allicht duiding moeten geven over metal en noise in Kenia, of Afrika, in een interview als dit. Maar eigenlijk is dat onzinnig, want zonder daar aanwezig te kunnen zijn, verwordt dit tot een abstract literatuuronderzoek. Dit inzicht wordt mede mogelijk gemaakt door de onmogelijkheid het hier überhaupt over te hebben met de twee personen achter Duma: Martin Khanja en Sam Karugu, die eerder furore maakten in de underground metalscene van Nairobi met hun bands Lust of a Dying Breed en Seeds of Datura.

Het geplande telefoongesprek via WhatsApp wordt met een half uur uitgesteld, omdat de heren eerst een terras willen vinden waar ze bier kunnen drinken. Wat uiteindelijk volgt als de heren aan de lijn hangen is een wervelstorm van een gesprek dat alle kanten op gaat en waarin interviewvragen ondergeschikt zijn aan simpelweg enthousiast praten over muziek. Zoals het ook gewoon hoort. In hun woorden: ‘Fuck interviews, man!’

Moshpit

De liefde voor metal zit er bij beiden diep in, iets waarbij een Keniaans radiostation een grote rol heeft gespeeld. ‘Op XFM hadden ze vroeger een geweldige metalshow, dat heeft echt impact gehad. Ken je Suicide Silence? Geweldig om die zanger met twee verschillende stemmen te horen zingen en schreeuwen. Dat was iets totaal anders dan wat we kenden. Wij verveelden ons altijd helemaal kapot. Wanneer je dan ineens een band als Neurosis voorbij hoort komen, opent ineens een heel andere wereld.

Voor ons is muziek noodzaak. Energie. Tekeergaan tegen de wereld om dingen te veranderen. Populaire muziek is te vaak een product, een middel om geld te verdienen. Zelfs in de metal vindt zoveel herhaling plaats. Iedereen wil klinken als Cannibal Corpse, of de nieuwe metalcoreband van het moment. Iedereen kopieert maar raak, zonder te vernieuwen. We kunnen daar echt niet tegen. Er zijn natuurlijk genoeg toffe artiesten, zoals Be’lakor, Rings of Saturn of Wolfpack. Er moet in ieder geval een mate van vernieuwing in zitten.

Dat is waar Duma voor staat: nieuwe dingen doen, voortbewegen, veranderen. Waar luisteren mensen in de toekomst naar? Dat moet vooropstaan. Het is goed om geïnspireerd te worden door muziek uit het verleden. Dat is een zekere fundering, maar vandaaruit moet je verder vertakken, het onbekende in. Wij zijn slechts bescheiden metalheads die tegen de mainstream aanschoppen, die moshpits willen zien. Maar dan wel op een oprechte manier. Een moshpit is een spirituele ervaring, man! Duizenden mensen die één worden in een moment vol energie. Daarbinnen is geen plek voor onderscheid tussen arm en rijk of racisme. Een moment waarop we menselijke dieren worden, zoogdieren onder elkaar. Tegen die high kan geen drank of drug op. Metal is fucking hardcore existentialisme.’

Buitenaards

De verandering, het zoeken naar het onbekende, is dus een van de grootste drijfveren achter Duma. ‘We houden ook van metalcore, grindcore, avant garde metal, jazz. Maar wat komt daarna? Waar leidt het naartoe? We moeten altijd de toekomst in gedachten houden, anders worden we als mens overbodig. Duma is een evolutie in dit geheel.

We combineren allerlei genres, instrumenten, stijlen en culturen en verwerken dit tot iets nieuws. Hierbij werken we niet met een lijstje dat we afvinken, met ingrediënten die op voorhand vastgelegd zijn. We beginnen met iets en al onze invloeden hebben bewust en onbewust een effect op wat we maken. Je kunt niet zomaar wat stijlen kopiëren, je moet ze eerst eigen maken en kijken wat je daaruit destilleert. Een nummer als ‘Omni’ heeft een stuk dat op trap lijkt, maar daar kwamen we per ongeluk op uit. Dat was niet gepland, dat gebeurde gewoon.’

Ook een oprechte houding is voor Khanja en Karugu van wezenlijk belang. ‘Onze muziek is een uiting van emotie, vraagtekens en een drang om te veranderen. Het is een gevoel dat naar boven komt, daarin kun je niet doen alsof. Als muziek niet oprecht is, dan merk je dat. Voor ons is Duma een kunstvorm, waarbij je de losse nummers kunt zien als kleuren die tezamen een geheel vormen. Of als verschillende hoofdstukken van een boek, als lagen textuur in een soundtrack… Maar als mensen het eenvoudig als grindcore willen bestempelen, is dat ook prima. Onze muziek heeft natuurlijk wortels in wat al bestaat, maar het is ook vreemd, buitenaards. Hoelang geleden is er een nieuw genre voorbijgekomen? Er beweegt zo weinig. De jeugd heeft op muzikaal gebied zo weinig om zich toe te eigenen als iets dat bij hen past. Ze zijn verveeld geraakt van alle gerecyclede, opnieuw opgehoeste mainstream shit.’

Dienaren

Voor een band die zulke extreme, intense muziek maakt, heeft Duma sinds het uitbrengen van het debuut afgelopen augustus wereldwijd veel positieve aandacht gekregen in de pers. ‘We googelen onszelf met regelmaat en het is bizar wat we allemaal tegenkomen. Laatst stonden we in een of andere top twintig van ‘beste rocknummers wereldwijd’, met onder meer Deftones. Maar ook met Solange Knowles. Blijkbaar valt dat ook onder rock… Het is fantastisch om te zien dat mensen het album waarderen, maar we gaan ons niet ineens gedragen als een soort Afrikaanse superrocksterren.

Duma is ook niet zozeer Sam Karugu en Martin Khanja. Het is een spirituele entiteit. Wij zijn slechts nederige dienaren van Duma, een middel om wereldwijd mensen te bereiken met deze nieuwe shit, jong en oud. Het is toch bijzonder dat jij vanuit Nederland contact zoekt met een metalband in Afrika? Die verbinding, daar gaat het om. Onze ego’s zijn daarbij niet relevant. We kunnen wel roepen dat we een rockster zijn, maar dat is voor ons totaal niet interessant. We hebben dit ook niet allemaal van tevoren uitgestippeld, het gebeurde gewoon. We zijn getuigen van wat we creëren, gevoed door energie.’

Het label Nyege Nyege Tapes is in dezen een belangrijke katalysator. ‘Zij hebben ons echt alle vrijheid gegeven. Ze waren onder de indruk van het nummer ‘Brothel Hell’ dat Martin als Lust of a Dying Breed had gemaakt. Op basis daarvan hebben ze ons uitgenodigd. Ze zeiden: ‘Alright, let’s fuck shit up!’ en vervolgens kregen we alle ruimte om tekeer te gaan tegen de wereld. Een geweldig label. Het volgende dat ze uitbrengen is een release van Phelimuncasi, een groep uit Durban. Zij brengen weer een volgende stap naar een nieuwe toekomst. Fuck Duma, zij zijn aan de beurt.’

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!