728x90 MM

Infernum

Fauna begint haar tweede album met onbeholpen stoerdoenerij over levensgevaarlijke omstandigheden, de dreiging van een nucleaire oorlog, ze weet niet of er nog een derde plaat komt, enzovoort. Wat daarop volgt, is opvallend tam. Het wildste is nog wel dat Fauna alle kanten op schiet: een hiphoppastiche, gezongen synthpop, instrumentaal werk voor de dansvloer, een nummer dat met industriële geluiden flirt. Echt bijzonder of goed (of echt slecht, op die intro na) wil ‘Infernum’ nergens worden, maar met nog geen vijfendertig minuten muziek begint de plaat ook niet te vervelen. Het is vooral allemaal erg hap, slik, weg. Lastiger verteerbaar is de samenwerking tussen oOoOO en Islamiq Grrls. Waar Fauna haar genre-exercities nog netjes over de nummers verdeelt, moet ‘Faminine Mystique’ het van de rare combinaties hebben: elektronische (autotune-)r&b met aanstellerige classicrocksolo’s bijvoorbeeld. Trap en dreampop blijken ook niet eens zo ver uit elkaar te liggen; eat that, indiepuristen! Vooral de eerste nummers worden vergezeld van gitaarlijnen –van dat akoestische, ‘smaakvolle’ gepriegel bijvoorbeeld– waarvan de functie vooral lijkt te zijn dat ze contrasteren met de rest van het nummer. Dat is even leuk, maar na een halfuurtje zakt ‘Faminine Mystique’ in: te eenvormig, en bij vlagen veel te introvert om echt te boeien. En dan moet je nog zo’n twintig minuten muziek beluisteren. Veruit de leukste plaat van deze triobespreking is ‘Sundays’ van Tanukichan. Of het een soloproject is of niet wordt niet duidelijk, maar Hannah van Loon nodigde Toro y Moi uit als producer en samen maakten ze een plaat vol shoegazing en dreampop met duidelijk elektronische onderlagen. Stel je een light-versie van My Bloody Valentine voor die net als Ride voor een danceproducer en elektronische snufjes kiest. Die combinatie werkt. Tikkende drumcomputers bieden bijvoorbeeld een fijn tegengewicht aan soms iets te ijle sferen; synths wurmen zich onder extraverte gitaarriffs. Ook het songschrijven is zeker bovengemiddeld. Het enige dat er te klagen valt, is dat de plaat echt te kort is. De liedjes eindigen regelmatig na tweeënhalve minuut, al dan niet in een synthbad, precies op het moment waarop er prima een lekkere monsterriff zou kunnen volgen.

tekst:
Maarten Buser
beeld:
Fauna_Infernum
geplaatst:
wo 14 nov 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!