728x90 MM

Impakt 2016 en de kwestie authenticiteit (deel 2)

Wat is ‘authentiek’ in deze digitale tijd? Dat was de centrale vraag bij het Impakt Festival in Utrecht, afgelopen oktober. Een werk van Oliver Laric legde het probleem bloot; in de discussies leek vooral de term zelf het probleem.

Werk van Elise van Mourik en Oliver Laric in Casco
Werk van Elise van Mourik en Oliver Laric in Casco

De kunstenaar wordt gezien als belichaming van authenticiteit. Sterker, het lijkt wel zijn plicht om authentiek te zijn. Het is een Romantisch idee, “dat kunst de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie moet zijn”, zoals Willem Kloos in 1890 schreef.  Het vertrouwen in de authenticiteit van de maker sprak nog steeds uit het filmprogramma dat de redactie van Fireflies voor Impakt samenstelde (lees deel 1 van deze beschouwing). De consequenties van digitale reproduceerbaarheid was aan die films niet af te zien. Wel aan ‘The Was’ (2016) van Sam Smith & Soda_Jerk. De film bestaat geheel uit samples van andere films en muziekvideo’s, razend knap digitaal in elkaar geweven. Alle bronnen worden aan het einde nog wel genoemd, dus jatwerk is hier betrekkelijk. De consequenties van digitalisering in de kunstwereld kwamen vooral aan bod in het tentoonstellingsprogramma.

Vloeibaarheid

Authenticiteit – uniciteit – vertegenwoordigt in onze maatschappij een (geldelijke) waarde. Een authentieke [ vul de naam van een gewaardeerde kunstenaar in ] levert geld op. Sommige levende kunstenaars kennen hun marktwaarde en maken zichzelf tot een merk; het gezelschap General Idea heeft dat zo’n vier decennia geleden al ironisch duidelijk gemaakt. Een opvallende overeenkomst tussen de kunstmarkt en de geldmarkt, zo merkte Ana Texeira Pinto tijdens het festival op: ze creëren beide waarde uit niets. Joselit stelde in dezelfde discussie dat in economie vaak de metafoor van water wordt gebruikt, met termen als (kapitaal)stromen en liquiditeit. Volgens hem passen diezelfde termen ook op de hedendaagse kunstwereld, waarin werken in een soort continue transformatie zijn.

Identiteit en originaliteit

‘Painting with history in a room filled with people with funny names 3’ , Korakrit Arunanondchai
‘Painting with history in a room filled with people with funny names 3’ , Korakrit Arunanondchai

De twee tentoonstellingen die Impakt presenteerde, benaderden authenticiteit op twee vlakken. Bij General Idea en Korakrit Arunanondchai, wier werk te zien was in het Rietveld Modelhuis, draaide het vooral om identiteit; bij de geëxposeerden in Casco/Fotodok handelde het regelmatig om de oorspronkelijkheid van het (kunst)object. De keuze voor General Idea was wellicht wat verrassend, omdat het werk van dit drietal – als enige in de beide tentoonstellingen – al ouder is. Anderzijds: het was mooi om te zien hoe het trio in 1977 al de grenzen tussen kunst en leven opzocht en een spottend beeld neerzette van de kunstenaar als celebrity en kunst als mythe. De video van Arunanondchai  was vergelijkbaar, in zekere zin. ‘Painting with history in a room filled with people with funny names 3’ toont de schilder Korakrit als popster in zijn eigen videoclip, een personage van en voor zichzelf scheppend, terwijl hij tegelijk een beeld van het hedendaagse Thailand biedt in een vervreemdend mengsel van Aziatische en Westerse elementen. Ironie lijkt hier echter ver weg.

Origineel en kopie

In Casco/Fotodok stelde een aantal werken de vraag naar de verhouding tussen origineel, model en kopie, zoals de drie – verspreid door het pand geplaatste – opgemaakte en met plastic bedekte matrassen van Elise van Mourik. Het New Yorkse collectief DIS toonde als reactie op de alomtegenwoordige stockfoto’s – de foto’s uit beeldbanken, veel gebruikt in magazines, reclames en folders, altijd een perfecte werkelijkheid tonend, glanzend en zonder deuken, volkomen inwisselbaar, ‘kopieën van elkaar – hun eigen ‘kunstenaars-stockfoto’s’. Het is niet te verwachten dat de onwerkelijke beelden ooit als nietszeggende illustratie ergens zullen opduiken.

Software en anti-authenticiteit

‘Death Imatates Language’, Harm van den Dorpel, in Casco
‘Death Imatates Language’, Harm van den Dorpel, in Casco

Ook de rol van technologie binnen deze expositie viel op. Zo waren er van Harm van den Dorpel (digitaal-)grafische werken en een monitor te zien, ‘Death Imitates Language’; op de monitor kon de bezoeker abstracte beelden zien ontstaan dankzij een generatief algoritme. Elk nieuw werk erft bepaalde aspecten van het voorgaande, als een soort DNA. De interessante kwestie die Van den Dorpel opwerpt is in hoeverre software beeldende kunst kan zijn, en in hoeverre kunst ‘levend’ kan zijn. Terwijl in het predigitale tijdperk een beeld vooral bedoeld was om iets vast te leggen, is het vastleggen bij software de doodsteek: software moet continu worden aangepast omdat ze anders niet meer functioneert. Van Jonas Lund en Sebastian Schmieg was ‘It Was Fun At First’ te zien, in de vorm van een kleine kantooropstelling met computer en monitor. Het werk betrof – wederom heel actueel – een botnetwerk van social media accounts, dat het duo heeft gecreëerd. Via screensavers op een groeiend aantal computers geven de knooppunten in het botnet commentaar op het dagelijks leven en de rol van technologie daarin. Veel goede werken, maar meest fascinerend was ‘Icon’ van Oliver Laric.

3D-technieken

Aan een van de wanden hing een fotoprint van een 3D-scan, die Laric maakte van een beschadigd beeld in de Utrechtse Domkerk. Hoewel een platte afbeelding lijkt het beeld vanuit elke gezichtshoek driedimensionaal te zijn. De fotoprint kan probleemloos als een nieuw (‘authentiek’) kunstwerk worden ervaren, zo fascinerend is de dieptewerking, met vervreemding en tal van vragen als gevolg. Het middeleeuwse Sint-Annaretabel in de Dom is niet het enige kunstwerk dat Laric 3D gescand heeft; hij heeft tal van beeldhouwwerken uit de middeleeuwen, de 18e en de 19e eeuw gescand, naast Aziatische beelden, kolomfragmenten, bijvoorbeeld. De scans stelt hij gratis en vrij van rechten beschikbaar via downloads vanaf een website; zijn scans ziet hij terug in allerlei bewerkingen en toepassingen, van tweedimensionale in de vorm van beeld-remixes en tijdschriftomslagen tot  driedimensionale uitvoeringen als cnc-snijwerk en 3D prints. Een sculptuur van John Gibson dook zelfs op in een reclames en als achtergrond bij een inzending voor het Eurovisie songfestival.

Beeldenstorm

3D-scan van Hunter and Dog (John Gibson, 19e eeuw) door Oliver Laric
3D-scan van Hunter and Dog (John Gibson, 19e eeuw) door Oliver Laric

Zo keren we terug bij Walter Benjamin; bij Laric vinden we een uitstekende illustratie van ‘het kunstwerk in het tijdperk van zijn digitale reproduceerbaarheid’. De aura van het kunstwerk is verdwenen, want we kijken hier niet naar het origineel, dat ‘substantie’ heeft en met een plaats en geschiedenis verbonden is – wat wel geldt voor het 15e-eeuwse Sint-Annaretabel waarvan tijdens de Beeldenstorm in 1580 alle gezichten zijn weggehakt. De ‘historische getuigenis’ die bij het originele werk figuurlijk én letterlijk tastbaar is, mist bij de remixes en kopieën. Daar staat tegenover dat het werk opduikt – in al zijn vervormingen – buiten die ene, oorspronkelijke plek en daarmee wordt gezien door een veel groter publiek, dat de aura en de ‘authenticiteit’ van het werk niet ervaart. Dat publiek bevindt zich overigens voornamelijk buiten de kunstwereld, zo merkte Laric in het slotdebat van Impakt op.

Slotdebat

In dat slotdebat stond de vraag centraal, of er een nieuwe definitie van authenticiteit nodig is. Misschien zelfs is er, nu het in allerlei digitale omgevingen en sociale netwerken mogelijk is voor het publiek om ‘mee te creëren’, sprake van anti-authenticiteit. De debatterenden – David Joselit, Ana Texeira Pinto, Oliver Laric en Harm van den Dorpel – kwamen niet tot een conclusie. Soms leken de deelnemers aan het debat zelfs langs elkaar heen te praten, wanneer bijvoorbeeld ‘beweeglijkheid’ door de een als kenmerk en noodzaak van digitale kunst werd opgevat (software versus abandonware), door de ander als de kneedbaarheid van kunst naar wensen van de markt (authenticiteit als verhandelbaar product). Joselit noemde authenticiteit een vals geloof in een tijd van continue verandering en Van den Dorpel noemde een souvenir authentiek omdat het je verbindt met de plek en tijd van aanschaf. Er werden tal van termen gebruikt, die in verschillende situaties andere betekenissen en associaties met zich meebrengen. Men leek soms niet over dezelfde ‘soort’ authenticiteit te spreken, laat staan dat men tot een nieuwe definitie kon komen. Op zich helemaal niet erg, zo gaat dat soms met abstracte theorievorming.

Theoretiseren of zien

'The Was' van Sam Smith & Soda_Jerk
‘The Was’ van Sam Smith & Soda_Jerk

Dat laatste – theoretiseren – is wel een probleem van Impakt geworden. In de afgelopen jaren lijkt het zwaartepunt van het festival – om welke reden dan ook – te zijn verschoven: in plaats van avontuurlijke films, muziek en beeldend werk te presenteren, wordt daarover gediscussieerd, gedebatteerd en gepraat. Weet ik nu, een maand peinzen na Impakt, wat authenticiteit inhoudt en welke rol het speelt? Niet volledig, maar het heeft me weer op sporen gezet. Toch is het jammer dat al die kunstzinnige voorbeelden van spelende discussies zo naar de zijlijn zijn geschoven; dat de spannende concerten, de verrassende presentaties – zoals varende filmvertoningen, dj’s in een museum – en de panorama-programma’s zijn verdwenen. Zeker zo problematisch is dat (bijgevolg) het publiek steeds verder lijkt te zijn ingeperkt tot vooral theoretici en makers. Het niveau van de gepresenteerde films, foto’s en installaties was dit jaar hoog, gelukkig. Dat kan echter niet verbloemen hoe Impakt een steeds verder in zichzelf gekeerd festival wordt.

tekst:
Robert Muis
beeld:
2-2
geplaatst:
di 6 dec 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!