Hyphen

Strings & Timpani en Building Instrument, een duo en een trio, hebben samen drummer en wonderkind Øyvind Hegg-Lunde met elkaar gemeen. Het zijn trouwens absoluut niet zijn enige bands. Deze Noor speelt net zo goed in de Zweedse indiepopband Junip (met ook José Gonzales in de gelederen), bij psychrockers Electric Eye en bracht recent nieuw werk uit met zowel Crab Is Crap en The Big Almost. En nu dus alweer twee nieuwe platen van twee andere projecten. Samen met gitarist Stephan Meidell, die eerder twee platen uitbracht op Hubro met het trio Cakewalk en ook in indiejazzcombo Velkro actief is, verkent hij al improviserend de wonderlijke wereld van al dan niet catchy ritmes. Het duo beperkt zich absoluut niet tot Scandinavische of Westerse geluiden om hun klankenwereld te bevolken. Wereldmuziek, indiepop en jazz worden vakkundig met elkaar vermengt tot een behoorlijk verslavend stukje ritmische improvisatie, waarbij Meidell zijn gitaar vooral ritmisch aanwendt, als een soort slaginstrument met snaren. Het resultaat zijn negen kleine meesterwerkjes die laten horen dat muzikanten die meestal zogenaamd moeilijke muziek maken, ook heel luchtig uit de hoek kunnen komen zonder hun drang naar avontuur en grenzen uit het oog te verliezen. Beiden spelen trouwens ook samen in het trio van Erlend Apneseth en de band Krachmacher, wat beider muzikaal aanvoelen verder verklaart. Het trio Building Instrument zou oorspronkelijk elektronische muziek maken, maar Øyvind Hegg-Lunde(drums), Åsmund Weltzien (elektronica, synthesizer, melodica) en Mari Kvien Brunvoll (engelenzang, kazoo, percussie, samples, zither) kozen uiteindelijk voor muziek die onwerelds klinkt en toch verwantschap vertoont met het verleden van hun geboorteland, Noorwegen. Mari Kvien Brunvoll bracht, onder het goedkeurend oog van pianist Bugge Wesseltoft reeds twee fel geprezen solo-albums uit, die nu hun invloed laten gelden op de tweede plaat van Building Instrument. Ze zingt voor het eerst in haar moederstaal, het Noors, maar dan met het dialect uit haar geboortestreek Molde. Daar vonden ze tevens het thema voor de plaat, toen ze werden uitgenodigd om een concert te geven bij de opening van een tentoonstelling rond het werk van Kurt Schwitters, die na zijn vlucht voor de nazi’s in Molde belandde. De zes nummers bevatten fantasievolle folk, dromerige sferen, idyllisch aandoende melodieën en laten een bevreemdend en tegelijk catchy soort pop horen. Intrigerend en mooi tegelijk zijn deze twee platen een geslaagde soundtrack bij een vlucht weg van de realiteit.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
StringsTimpani_Hyphen
geplaatst:
wo 2 jan 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!