Hoe baanbrekend, underground en/of controversieel is metal?

De laatste editie van het metalfestival Graspop in Dessel was (terug) een succes. Feilloos georganiseerd en een waaier aan diversiteit op de podia. Enige spelbreker was het weer.

Omdat ik bewust koos voor het minder voor de hand liggende werk, vertoefde Gonzo (circus) drie dagen in de Marquee – en Metaldome tenten. Lekker droog en met een zeer gevarieerd, boeiend en bij momenten zelfs uitmuntend aanbod. Uiteraard trokken we naar de hoofdpodia voor Black Sabbath, King Diamond, Slayer, Megadeth, Overkill, Iron Maiden en Bad Religion. Foreigner? Please! Elk zijn meug natuurlijk.

Bad Religion leverde met No Control uit 1989 een mijlpaal binnen het hardcore punk genre af. Live staat deze (melodieuze) punkband uit California nog steeds stevig in de schoenen, maar demonstreerde tevens dat de bewandelde paden uit het verleden een vast stramien vormden waar slechts gering van werd afgeweken. Op zich is daar niets mis mee. De driestemmige harmonieën van Bad Religion klinken nog steeds opwindend. Het cynisme van voorman Greg Graffin en de kritiek op politiek en religie zijn echter al lang niet subversief meer. De tijden veranderen, zeg maar. Trouwens, hoe lang kan een band zichzelf blijven heruitvinden?

Zo is The Book of Souls van Iron Maiden een fantastische nieuwe plaat van een groep die na zijn zesendertig jarig bestaan geen blijk geeft het rustiger aan te doen. Maar een vernieuwing in hun oeuvre is het niet. De band bracht maar liefst zes nummers uit hun laatste worp live. Iron Maiden speelde de festivalweide moeiteloos plat. ‘The greatest Graspop ever’ besloot Bruce en hij droeg Blood Brothers op aan de slachtoffers van Orlando, Parijs en Brussel. Er rest slechts een woord om de passage van Iron Maiden op deze editie van Graspop te omschrijven: weergaloos!

Metal kent verschillende gedaantes. Sommige bands treden op voor een niche publiek en bevinden zich in een waar ‘underground’ circuit. Anderen trekken het laken naar zich toe met aanstootgevende lyrics en podiumacts. Bij nog andere bands scherpen composities, virtuositeit en inventiviteit de zintuigen aan. In hoever verrassen metalbands binnen het genre? Ik maakte deze bedenkingen toen ik na Iron Maiden (Behemoth, afsluiter in de Marquee, had ik niet zo lang geleden nog gezien) terug huiswaarts keerde en John Zorns Painkiller en Moonchild door de boxen liet schallen. Hardcore! Klassieke avant-garde en free jazz ook. Muziek met schijnbaar geen grenzen of afgebakende paden. Het is muziek die tegelijk aanstootgevend en onbeperkt inventief klinkt.

Hoe zit het met de controversie en de ingeniositeit in metal? Een muziekgenre waar de ettelijke kruisbestuivingen en subgenres voor een waar labyrint zorgen. Neem nu bijvoorbeeld het Zweedse black metal collectief Shining. Black metal (en dan hoofdzakelijk de Noorse tak) sierde in de negentigerjaren krantenkoppen met verhalen over kerkverbrandingen, moord en zelfdoding. De geruchten over duivelsaanbiddingen neem je er dan maar bij. Maar het genre kent helaas tevens extreem rechtse sympathieën. Ze zijn weliswaar in de grote minderheid. Dat wel. Maar toch. De NSBM (Nationaal Socialistische Black Metal) is wereldwijd verspreid: van Oost-Europa, Duitsland en Scandinavië, tot Zuidoost-Azië, Noord- en Latijns Amerika. Bekende bands uit de black metal scène uiten openlijk kritiek en boycotten deze fascistische stroming binnen het genre. Soms werden nazistische symbolen onbesuisd en enkel gebruikt om te shockeren. De black metal scene stond nu eenmaal geboekstaafd om zijn misantropie en stellingname tegen het christendom. Niklas Kvarforth was slechts dertien toen hij de gitaar en baspartijen opnam voor de debuut EP van Shining. De groepsnaam is gebaseerd op de gelijknamige film van Stanley Kubrick; ‘the misanthrope himself’ (dixit Kvarforth). Shining profileert zichzelf als ‘suicidal black metal’. Kvarforth mengt doom met black en dikt zijn composities aan met fragmenten ‘prog’, klassieke muziek (zonder daarom ‘symfonisch’ te klinken) of samples van filmfragmenten. Hij betrad het podium met een kap op het hoofd en een ‘Misantrop’ T-shirt aan. Voor Kvarforth is muziek een uitlaatklep om zijn demonen te bestieren. De kerel kleurt koppig buiten de lijntjes. De unieke sound van Shining overtuigde ook live.

Hun landgenoten Dark Funeral, exponenten van de Second wave of black metal, klonken conventioneler. In zover je black metal ‘conventioneel’ kunt noemen natuurlijk. De satanische black metal van deze Zweden is ver van origineel (ze lijken een kloon van de Noorse black metal van mid de jaren 1990) maar onderhoudend zijn ze wel: vlijmscherpe riffs, een opzwepende ritmesectie en een zanger die zich als de reïncarnatie van de duivel ziet. Cheers!

Wat Dark Funeral ontbeert aan vernieuwing, tekent wel de sound van het Noorse Arcturus. Metal, black metal en andere vormen van extreme metal in het bijzonder, bieden een potentiële voedingsbodem voor allerlei experimenten om de grenzen van het genre te verkennen en te doorbreken. Arcturus mat zich van bij hun aanvang in 1990 (toen een zijproject van Mortem) een avant-garde look aan, met roots in zowel klassieke muziek (Steinar Sverd Johnsen – keyboards en componist – speelde thuis Bach op maximum volume) als death metal en gothic. De band schippert dan ook tussen progressief (zonder dat voorspelbaar herkauwen van seventies prog à la Yes en King Crimson), symfonisch (neen: hier absoluut geen Nightwish of Epica), black metal en (20ste eeuwse) opera. Een bizarre mix, maar live klinkt het onweerstaanbaar en indrukwekkend. Arcturus verrast en stuurt de luisteraar alle kanten uit met hun eclectische en vindingrijke stijl.

Opera-achtig en Italië: ze lijken voor elkaar geschapen. Fleshgod Apocalypse bestormde het podium in 17e eeuwse klederdracht en lieten hun technisch gespeelde death metal met veel gevoel voor dramatiek los in de tent. Ook hier worden symfonische elementen aan metaal gekoppeld: speedy en overdonderend. Het laatste element spruit voort uit de synthesizers: een vrij clichématige manier om een symfonisch gewicht in de schaal te werpen. Denk Nightwish. Het is een vorm van bombast die me betrekkelijk op de heupen kan werken bij het beluisteren van Fleshgod Apocalypse’s studioplaten. Live bood dit echter geen euvel. Daar stond de bijzonder energieke performance garant voor.

Deathmetallers van het eerste uur hadden geen nood aan bombastische en symfonische klanken. Obituary uit Florida behoren tot de pioniers van de deathmetal. Het duurde dan ook niet lang voor de moshpit zich vormde en crowdsurfers naar de frontstage troonden. Is Obituary nog relevant? Hun eerste vier elpees zijn klassiekers. Wat volgde (zo ook hun laatste Inked in Blood) is tappen uit hetzelfde vaatje. De formule van weleer repetitief uitmelken dus. Iets wat je hun tijdgenoten van Cannibal Corpse niet kunt verwijten bijvoorbeeld. Live speelde Obituary bijgevolg behoorlijk wat materiaal uit hun debuutplaten Slowly We Rot en Cause of Death. John Tardy & co klonken begeesterd en hadden er duidelijk zin. Niets grensverleggends, wel een prima optreden.

Vrijdagmiddag repte ik me naar de Marquee om het eerste optreden van die dag mee te maken: Myrkur, een Deense dame die met haar perfecte mix van ‘clean voice’ met hoog geschreeuw en agressie het black metal genre in nieuwe banen poogt te leiden. De dame bulkt van talent en is ambitieus, maar kan haar ambities niet steeds waarmaken. Haar podiumprésence en stem heeft ze alvast mee. De songs slaan bij momenten gensters maar missen af en toe een originele aanpak. Amalie Bruun ziet haar ‘one-woman black metal musical project’ als een work in progress. Daar rollen ongetwijfeld nog briljante dingen uit.

Satyr en Frost zijn de twee enige leden van het Noorse Satyricon die er nagenoeg van bij het begin bij waren. Hun debuut Dark Medieval Time (1994) is een classic binnen het black metal genre. Maar Nemesis Divina (1996) werd hun mijlpaal. Vorige maand kende de elpee een reissue op CD en voert de band de integrale plaat nu live op, aangevuld met nummers uit: Volcano; Now, Diabolical en The Age of Nero. De plaat brak potten toen hij uitkwam en klinkt nog steeds heel relevant en baanbrekend. Het concert was navenant. Spannend en overdonderend.

Ken je de Nederlandse band Carach Angren? Ze spelen een vorm van symfonische black metal en vertellen spook- en horrorverhalen. Met de nodige knipogen opgediend. Carach Angren kleurt mooi binnen de lijnen van het genre. Soms melodieus, dan weer compromisloos en beenhard. De intensiteit en de passie waarmee de band hun bijwijlen complexe songs brachten werkte evenwel aanstekelijk.

De grondleggers van de black-, goth- en doommetal, de pioniers van metal in het algemeen, de band die zesenveertig jaar na hun eerste langspeler nog steeds relevant en innoverend klinkt, is bezig met een afscheidstournee. Ik heb het over Black Sabbath. Ozzy, Tony Iommi en Geezer Butler kozen voor materiaal uit hun eerste drie albums, aangevuld met ‘Snowblind’ uit Vol. 4 en ‘Dirty Woman’ uit Technical Ecstasy. Ozzy Osbourne verloor halverwege even zijn stem, maar de songs staan er (nog steeds) als kathedralen. Memorabel!

Theatraliteit is Kim Petersen niet vreemd. Na het invloedrijke Mercyful Fate pende de man, die u bekend is onder de naam King Diamond, conceptalbums. Tijdens Graspop bracht hij een soort best of, twee nummers van zijn periode met Mercyful Fate, om vervolgens aan te vangen met de plaat ‘Abigail’. De koude rillingen liepen over mijn rug. Niet vanwege het late uur (King Diamond betrad het hoofdpodium na middernacht) en de vochtige koude van de vele regenbuien. Nee. De muziek van King Diamond nam willens nillens bezit van je lichaam. Geweldig optreden!

De Britten van Paradise Lost experimenteren met afwisselend succes met doom/death metal. Draconian Times en Icon staan in het geheugen gegrift. Met hun laatste worpen Tragic Idol en The Plague Within zette de band zijn kenmerkende stijl terug op de helling (ze hadden zichzelf al eens in vraag gesteld met een aantal LP’s die neigden naar gotische electro) door terug te keren naar hun roots maar tegelijk de deur naar de speeltuinen van funeral doom en gothic metal te openen. Op Graspop opende het quintet met ‘No Hope In Sight’ uit The Plague Within en brachten vervolgens een bijzonder geslaagde en dynamische compilatie uit oud en nieuw.

Moonspell wentelt zich in eenzelfde melancholische sfeer als Paradise Lost. Fernando Ribeiro klinkt soms als (de in 2010 overleden) Peter Steele (Type O Negative) in de meer gothic geladen songs. De blackened gothic metal van deze Portugezen is geëvolueerd naar een betrekkelijk zuivere black metal stijl met trashy riffs en donkere melodieën. Industriële en gotische invloeden worden tegenwoordig beperkt tot een minimum. Met als gevolg: een krachtig optreden.

Maar niet zo strak als de zuivere trash van Megadeth, Overkill en Slayer. Laatste kampte met een technische stoornis. De gitaarpartijen van Kerry King waren nauwelijks hoorbaar. Een ramp voor een band die het van vinnige en venijnige gitaarriffs moet hebben. Nu ja, Slayer kan buigen op een reeks klassiekers die niet alleen het genre van de trashmetal hebben gedefinieerd maar wiens invloeden tot ver buiten dat genre reiken. Een beetje zoals bij Black Sabbath zijn de songs van Slayer (zelfs met een belabberde geluidsmix) niet stuk te krijgen. King spuwt zoals gewoonlijk zijn venijn uit met rammelende kettingen aan zijn heup. Tom Araya loopt als een soort sjamaan over het podium, schreeuwt bijwijlen zijn in vitriool gedompelde maatschappijkritiek uit in de micro en staat kort erop terug met een gezapige glimlach op de lippen aan zijn bas te plukken. Dave Mustaine is er ook niet jonger op geworden maar de energie waarmee hij nieuw en oud materiaal aan elkaar reeg, dwong respect af. Megadeth zocht in het verleden ook de grenzen van het trash genre op, verloor zich soms in herhalingen, maar kwam met de regelmaat van een klok aanzetten met een LP die geen experiment schuwde. Mustaine heeft altijd iets controversieels in zich gehad. Hij genoot de reputatie een onruststoker te zijn, die vlammende maatschappijkritiek schreef en zich met een punkattitude in de metalcommunity begaf. Dit straalt hij nog steeds uit, gedrevener dan ooit.

Zelfs de trashmetal van Metallica was aanwezig op Graspop dit jaar. Maar dan niet de band zelf, dan wel in de gedaante van Apocalyptica, bestaande uit: drie cello’s, een drummer en af en toe een rapper/zanger. Dit Finse kwartet bestaat uit doorwinterde en klassiek geschoolde muzikanten. De virtuositeit knalde dan ook van het podium. Covers van Metallica, maar vooral eigen composities, joegen het vuur door de Marquee. De cellisten nemen de quote dat ‘rock ‘n’ roll met alle regels moet breken’ op de letter. Apocalyptica mengt vrolijk diverse genres door elkaar en ademt een vrijheid uit die alle richtingen in kan slaan.

Gojira springt al even creatief om met clichés en voorspelbaarheden. Deze Franse band is bijna een genre op zich geworden. Dat de band strak speelt is een eufemisme. Met hun typerende snelle afwisselingen en hoekige riffs (die Meshuggah oproepen) en drumpartijen zette Gojira de tent letterlijk op zijn kop. Ik heb verschillende hoogtepunten gekend op deze festivaleditie. Gojira is er een van. Een verpletterende passage! En een bewijs dat metal op zijn meest creatieve momenten de vrijheid van jazz uitademt in bedrieglijke improvisaties of de drang naar avant-garde en experiment van moderne klassiek uit mid vorige eeuw in zich draagt.

Gezien: Graspop 2016, 17-19 juni 2016, Dessel

tekst:
Piet Goethals
beeld:
Graspop 2016 - Carach Angren - (c) Piet Goethals
geplaatst:
za 25 jun 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!