Hinterland

Manchester. Lonelady’s Julie Campbell is er geboren, groeide er op, nam er ‘Hinterland’ op én grijpt terug op de gouden popjaren van de stad. Het voelt wat gemakkelijk om een artiest te koppelen aan een geografische omgeving, betoogt Annette Barlow in het uitstekende webzine The Quietus. Ze heeft een punt. In het geval van Campbell is er echter geen ontkomen aan. A Certain Ratio, Joy Division, Magazine: ze klinken allemaal door op ‘Hinterland’. En toch is ‘Hinterland’ geen retro-album. Verre van. Komt nog eens bij dat Campbell, weliswaar minder opzichtig dan op debuut ‘Nerve-Up’ (2010), lonkt naar de eind jaren 1980 indiepop van Throwing Muses. De combinatie tussen de Amerikaanse vrolijkheid-met-een-snik en dat typische Noord-Britse duister groovende geluid pakt op ‘Hinterland’ beter uit dan op het al niet misselijke debuut. Belangrijkste reden? De volle productie en de gelaagdheid van de nummers. Campbell stapelt laagje op laagje, beginnend met een rauwe, prominent aanwezige baslijn. Dat is niet het enige dat ‘Hinterland’ urgent maakt. Campbell is een begenadigd liedjesschrijver met oog voor detail. Baslijntjes, zang, gitaarriffjes, drumritmes: alles is perfect op elkaar afgestemd. Het geeft ‘Hinterland’ iets luchtigs, iets van berusting ook. Dat er geen contrast ontstaat met het rauwe punkfunk- en postpunk-geluid, is de grootste verdienste van Campbell. Beide grijpen naadloos in elkaar, maken het ondraaglijke draaglijk. Alsof ze het grijze beton van Manchester overtuigend bezingt als het voorportaal van het paradijs. ‘Hinterland’ is, kortom, een meesterwerk waarop Campbell het geluid van de jaren 1980 vertaalt, zoals Savages en Esben And The Witch dat recentelijk ook al zo goed deden, naar het hier en nu. Niets retro’s aan.

tekst:
Theo Ploeg
beeld:
LoneLady_Hinterland
geplaatst:
zo 2 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!