Het rauw randje van Deafheaven

Deafheaven zorgde er afgelopen dinsdag voor dat Paradiso de enige plek is waar men had willen zijn. Van pracht tot kracht had hun muziek alle aanwezigen in zijn macht.

Afgelopen dinsdagavond speelde de Californische blackmetalband Deafheaven in de Amsterdamse Paradiso. Hoewel, de band definiëren door te verwijzen naar alleen black metal doet hen tekort. Op al hun albums flirten de heren eigenlijk wel met verschillende muzikale elementen (wat vaak resulteerde in verkettering door de puriteinse blackmetalscene), maar met hun vorig jaar verschenen plaat ‘Infinite Granite’ is black metal meer een toevoeging geworden aan een poppy geluid dat bol staat van ouderwetse shoegaze. Hoe de band daartoe gekomen is lees je in nummer 164 van ons tijdschrift, hoe dat geluid tot zijn recht komt in een live setting lees je in dit verslag.

Visueel

Deafheaven heeft voor deze tour speciale visuals gemaakt, die in de Paradiso via een projector op het scherm achter de band tevoorschijn worden getoverd. Bij opener ‘Shellstar’ kleurt de zaal blauw, zoals de albumhoes van ‘Infinite Granite’. In het interview van vorig jaar vertelde zanger George Clarke over dit artwork. “Voor dit album wilden we dat de vormgeving de muziek zelf zou reflecteren. Alles wat je ziet is een fysieke vertaling van het geluid op de plaat.’ Het is mooi om te zien dat dit ook wordt meegenomen tijdens de concerten. Gedurende de hele show spelen de visuals een prachtige rol, ondersteunend aan de muziek. Tijdens nummers van ouder werk verkleurt de zaal van blauw naar groen, geel, rood. Op momenten lijkt het alsof we via de James Webb-telescoop inzoomen op borrelend lava op planeten in een ander universum.

Rauw randje

De Paradiso is niet uitverkocht – de balkons blijven dicht, maar de zaal zelf is helemaal vol. En blijkbaar gevuld met liefhebbers, want de sfeer is goed. Een enkeling moet in het begin nog even wennen aan de nieuwe stijl van Deafheaven. De eerste drie nummers zijn afkomstig van ‘Infinite Granite’, maar het publiek waardeert wat de band brengt. Live hebben de nummers wat meer een scherp randje, doordat Clarke hier en daar wat meer een rauwe rasp over zijn zangstem gooit. Die overigens over de gehele linie gewoon erg sterk is. Clarke heeft een aparte manier van zingen, maar doet dat zeer overtuigend en krachtig, ook zonder te schreeuwen. De tweede stemmen van Shiv Mehra (gitaar) en Chris Johnson (bas) vormen een mooie zanglaag die dieper in de mix zit en op momenten totaal versmelt met de rest van de muziek.

Opbeurend

De nieuwe nummers zitten zoals gezegd meer in het hoekje van shoegaze dan van black metal. Nog steeds zijn er momenten waarop blast beats het tempo opschroeven, maar over het algemeen klinkt de uitwaaierende muziek opbeurend. Hier en daar vullen open akkoorden de zaal, alsof de gordijnen worden opengeschoven en het publiek een blik op een heldere wereld wordt gegund. De aanwezigen lijken de pracht te waarderen, en juist daardoor komt de kracht, wanneer die dan eindelijk komt, nog sterker over. In het midden van de set komen twee nummers van ‘Ordinary Corrupt Human Love’ voorbij, samen met de los uitgebrachte single ‘From The Kettle Onto The Coil’. Hiermee komt de band meer in de blackmetalregionen terecht en het publiek smult ervan. Clarke zegt dat de mensen hun voetjes moeten bewegen en in welke mate dat precies gebeurt is lastig te zeggen, maar alle hoofden bewegen lekker stevig mee.

Cerebraal/Lichamelijk

Na het intermezzo met ouder werk knalt de band via het nieuwe ‘The Gnashing’ en klassieker ‘Mombasa’ naar het einde van de reguliere set. Clarke brengt een heerlijk lange, indringende schreeuw in ‘The Gnashing’, een schreeuw die op het einde verwordt tot onderdeel van de muziek en daarmee deze twee werelden op intense manier samenbrengt. Het publiek is overduidelijk nog niet verzadigd en is dan ook reuze enthousiast als na een korte pauze Clarke weer het podium oploopt. Het applaus dat op hem neerdaalt wordt door hem doorgezet naar een roadie die de gitaren aan het stemmen is. “Don’t clap for me, clap for this guy! Without him we can’t play!” De aankondiging van nog twee oude nummers brengt de mensen in vervoering en bij de eerste klanken van ‘Brought to the Water’ is de eerste stagediver een feit. Plus een moshpit, want er moet nog even bewogen worden. De overgang van het cerebrale naar het lichamelijke is een feit. Hoewel dit natuurlijk slechts een ogenschijnlijke tegenstelling is, alleszins deze avond in de Paradiso.

Ode

Het laatste nummer, ‘Dream House’, wordt opgedragen aan Walter Hoeijmakers, de drijvende kracht achter het Roadburn Festival, die ook aanwezig is. Extra mooi omdat Clarke in het interview dat we vorig jaar met hem hadden ook al lovende woorden over hem en Roadburn sprak. “Dat is het grootste geschenk dat Roadburn geeft aan de underground scene: de erkenning dat je niet alleen bent en dat je je niet hoeft vast te klampen aan traditie. Ze bieden ruimte aan artiesten die de betekenis van wat donker of zwaar is durven te veranderen.

Het is zo belangrijk dat mensen als Cathy (Pellow, labelbaas van Sargent House) en Walter (Hoeijmakers, Roadburn Festival) steun bieden aan de hele gemeenschap van interessante, zware muziek.”

Veilige plek

Tot slot nog heel even terug naar een opmerking die Clarke in het interview maakte over het artwork: “Voor mij toont de hoes een nieuwe, veilige plek waar je zou willen zijn.” Dat kan een op een overgenomen worden voor de live optredens van Deafheaven waarin de nieuwe nummers een prominente rol hebben, aangevuld met de harde diamanten van het eerdere werk. Want afgelopen dinsdagavond hadden we nergens liever willen zijn dan in de Paradiso.

Gezien: Deafheaven, Paradiso Amsterdam, 20 september 2022

tekst:
Niels Tubbing
beeld:
Deafheaven-c-Robin-Laananen
geplaatst:
vr 23 sep 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!