Het Gedachtegoed #14: Huis van de Ether

Het kakelprincipe / De vrije uitloop

Geluidsarchitect108
Het Gedachtegoed – Hoesontwerp van Rape Blossoms door Beyt Al Tapes

Voor alle zekerheid hebben we het even opgezocht, maar eigenlijk wisten we het al op voorhand: de visie en werkingsprincipes van het Huis van de Ether – formeel: de openbare radio-omroep – dragen kwaliteit hoog in het vaandel, net als diversiteit en innovatie. Diversiteit blijkt uit de brede selectie aan onderwerpen en gasten die aan bod komen, en de innovatie zit hem in de waaier aan interviewtechnieken die de stewards van het Huis hanteren.

Zijn er politici te gast, dan worden ze hard en droog aangepakt. Een adviseur in beursspeculatie of een fiscaal ontwijkingsexpert wordt dan weer met de nodige égards behandeld – nederigheid is op zijn plaats naast zoveel kennis en wijsheid. Komt de weerman zijn praatje doen, dan wordt hij subtiel spottend aangekondigd – het is geen geheim dat die man de bal al eens misslaat. En komt er een muzikant langs, tenslotte niet meer dan een leverancier van avondvertier, dan wordt ook daar de toon aangepast. Muzikanten moeten het hebben van hun artistieke expressie; het heeft dan ook geen zin om ze in het strikte carcan van het kwaliteitsinterview te dwingen. Door het bewust weglaten van iedere voorbereiding wordt het een onbevangen, vrij gesprek, met een open einde en in een toegankelijke taal. Hier geldt immers het kakelprincipe, of, in het jargon, het principe van de vrije uitloop.

Maar ongeacht de vorm blijft er één constante, en dat is de factor kwaliteit. Natuurlijk houdt niemand – noch de radiopresentator, noch de luisteraar – een toestand van opperste concentratie lange tijd vol. De hoogkwalitatieve informatiestroom moet daarom op gezette tijden worden onderbroken door reclame (aanbevolen, maar geen verplichte leerstof) en muzikale verpozing.

Deze op de wijze van de diëtist uitgebalanceerde verpozingen worden uitbesteed aan een zelfregulerend team archivarissen – hun naamkaartjes spreken van ‘muziekredacteur’. Alle binnengekomen promotionele muziekbestanden sorteren zij netjes volgens graad van enthousiasme van de distributeur. Voorspelt deze muziekverdeler namelijk een mooie toekomst voor het muziekje in kwestie, dan krijgt het een hogere rotatie. Er kan immers vertrouwd worden op de jarenlange expertise van deze specialisten, die de kunst van de self-fulfilling prophecy tot in detail beheersen.

Dit laatste werpt volgens sommigen echter een schandvlekje op het verder smetteloze blazoen van het Huis van de Ether. Zij voeren aan dat wat zij noemen de platte, infantiele muziek die er aan bod komt niet in overeenstemming is met de gehuldigde principes van kwaliteit, innovatie en diversiteit. Deze ogenschijnlijke tegenstelling tussen hoogstaande gesprekken en laagdrempelige liedjes is nochtans eenvoudig te verklaren: hoe banaler de muzikale intermezzi, hoe meer de ermee contrasterende, uitzonderlijke kwaliteit van de gesproken items tot uiting komt.

Toch mag het proces eens gevoerd worden: wij willen niet het verwijt krijgen dat we dit dossier zonder meer hebben laten verjaren, zonder dat het Huis de kans heeft gekregen zijn naam in deze kwestie te zuiveren. Aldus: laten de openbare radiozenders wetens en willens kwaliteitsvolle muziek links liggen, of met andere woorden, is er sprake van schuldig verzuim?

Dat kan gemakkelijk worden aangetoond aan de hand van een juridisch methodiekje dat – eveneens een beetje infantiel, akkoord – bekend staat als de regel van vier.

Eén: hebben de betrokken radiozenders de tijd om betere muziek te draaien? Welzeker: in deze hoogdagen van de communicatie zenden zij vierentwintig uren per dag uit: meer tijd is er mathematisch gezien niet beschikbaar.

Twee: hebben zij de gelegenheid om muziek van enig niveau aan te bieden? Nogmaals volmondig ja: zij hebben contacten met alle verdelers, en het afspelen van fatsoenlijke muziek vraagt geen specifieke apparatuur.

Drie: hebben zij de kennis om kwaliteitsvolle muziek te draaien? Dat is al moeilijker. Gevoeliger ook. Euhm, volgende vraag.

En vier: hebben zij een motief om achterlijke muziek te draaien? Hier betreft het een kwestie van interpretatie. Het Huis moet immers een zo breed mogelijk publiek bereiken – maar zijn dat allemaal idioten?

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!