Het Gedachtegoed #13: Kloteklanten

Kloteklanten

Geluidsarchitect106
Het Gedachtegoed

Ach, de communistische, centraal geleide planeconomie. Veel bedrijfsleiders zouden een arm geven om in dit heerlijke model aan de top te mogen ronddartelen. Geen stress, geen gedoe met concurrenten, en bovenal: geen lastige klanten. Natuurlijk: consumenten mogen en moeten in contact komen met het product, liefst zoveel mogelijk zelfs. Maar de ontwerpers en verkopers van die producten verschuilen zich liever ergens achter een struik wanneer ze een klant zien opduiken; voor je het weet heeft hij weer van die bijzondere wensen. Kortom: rechtstreeks contact tussen klant en leverancier is te mijden.

Dit alles geldt vanzelfsprekend ook voor de muziekbusiness. Al is de situatie hier bijzonder precair, nu platenzaken in navolging van postkantoren één na één verdwijnen en de klanten nauwelijks nog producten kunnen kopen via de zo gekoesterde tussenpersonen.

Daarom worden er noodgedwongen optredens georganiseerd ten behoeve van geïnteresseerde klanten. Het is evident dat niet iedereen op die manier verder geholpen kan worden. Binnen geraken op een optreden, dat moet je verdienen. Of je nu met enkele honderden of enkele tienduizenden klanten tegelijk reserveert, het mag best wel een beetje exclusief blijven. Daarom zorgen muzikanten en hun entourage voor nog een tweede spanningsmoment, naast het optreden zelf: de dag, en meerbepaald het uur, waarop de voorverkoop start. Een magisch moment voor de leverancier: alle potentiële klanten kijken op hetzelfde moment naar dezelfde internetpagina, en drukken ritmisch op de ververstoets. Gebeurt dat iets te gestroomlijnd, dan crasht de site.

Maar heb je geluk en geraak je toch binnen, dan merk je meteen dat je als klant niet erg aux sérieux wordt genomen. Zelf staat de muziekleverancier op een ruim podium, goed verlicht, en met alle comfort. Als klant sta je tussen alle andere klanten opeengepakt, op kelderniveau, als één donkere, zweterige massa. Als je op dat moment ergens nood aan hebt, dan wel aan een drankje, of een frisse handdoek desnoods. Een drankje kun je krijgen. Het volstaat om je tussen de andere klanten annex concurrenten te wringen, een plastieken rondje te kopen, en dat rondje weer in te wisselen tegen een drankje. Is je drankje leeg, dan word je vriendelijk verzocht de weg naar de toog opnieuw af te leggen om je bekertje, waarvoor je net een waarborg hebt betaald, terug te geven in ruil voor de blik van de barman die je straal negeert. Handdoeken worden al helemaal niet in het assortiment opgenomen. Toch staan de muzikanten op het podium treiterig na elk nummer hun gezicht, ja hun hele hoofd af te drogen terwijl iedereen erop staat te kijken. Ze krijgen er nog applaus voor ook.

Als klant blijf je immers proberen om de aandacht van de muziekleverancier te trekken, in de hoop op rechtstreeks contact en wellicht om te klagen, zo zijn klanten nu eenmaal. En ja hoor, heel af en toe heb je het idee dat ze naar je kijken, ja dat ze naar je wuiven, die muzikanten. In een reflex wuif je terug, of, afhankelijk van het genre, steek je de juiste twee vingers in de lucht. Maar als ze dan ook nog eens hun duim omhoog houden, dan blijkt pas dat ze niet jou maar de geluidsman in het vizier hadden, en dat het volume in de monitorbox een streepje hoger mag. Minstens even confronterend is overigens de duim naar beneden – en dan is het al heel wat minder zeker voor wie de boodschap bedoeld is.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!