Helden gaan ten onder

Het is me de maand oktober wel. Het is bijna alsof we een paar decennia terug in ons leven werden gekatapulteerd en alleen maar naar bands gaan die we toentertijd ook al aanschouwden.

In het geval van Melvins en Jon Spencer zelfs heel wat keren. Een affiche waar we onszelf niet van konden weerhouden, al bleek achteraf dat we beter in onze zetel waren blijven plakken.

Met het damesduo Shitkid bereidt De Kreun zich stilaan voor op het dit jaar door vrouwen gedomineerde Sonic City. Wat ons betreft mag Shitkid daar gerust aantreden. Niet dat we het leuk vonden, of interessant. We waren verdorie wel op tijd zeker om, indien we hadden gewenst, de hele set te bekijken. Na een paar nummers hadden we er echter al snel onze buik van vol. Uit Stockholm, Zweden zijn ze en hun indiepop, of wat het ook is, wist ons en vele anderen niet echt te overtuigen. Al grappen we op het einde van de concertavond samen met veel van die anderen dat Shitkid uiteindelijk nog de beste band van de avond was.

Jon Spencer mocht als volgende aantreden. De Blues Explosion mocht thuis blijven. Deze toer gaat om het promoten van zijn nieuwe plaat ‘Spencer Sings The Hits’. We zagen Spencer lang geleden in Limelight, Kortrijk met zijn band Pussy Galore, en later vele keren met zijn Blues Explosion in Gent tot zijn eindeloos geroep van Blues Explosion ons de strot uit kwam. Bob Bert was mee, dus we hoopten een beetje op die oeroude thrashy sound van Pussy Galore. Jammer genoeg zat de man er al even ongeïnteresseerd bij als Spencer (die stond dan wel, maar had er zo te zien allemaal maar weinig zin in). Geen Blues Explosion geroep deze keer, maar eindeloos hetzelfde nummer, of zo leek het toch. Heel wat mensen die voor de show het album al kochten, zouden wel eens ferm bedrogen uit kunnen komen. Degenen die het na de show deden, kregen tenminste nog een handtekening van Spencer, die er tot onze verwondering nog net hetzelde uit zag als een kwart eeuw geleden. De invloed van vrouwlief Christina Martinez misschien? Soit, hij had beter zijn vrouw meegebracht en een setje Boss Hog gebracht, want nu was het erbarmelijk om naar te kijken / luisteren. Alweer een idool minder.

Melvins hebben we eveneens al ettelijke keren gezien. Soms was het magistraal, soms was het goed of verrassend en soms was het barslecht. Het positieve aan de band rond Buzz Osbourne en Dale Crover is dat ze steeds zoeken naar andere invalshoeken. Toeren met twee drummers, of twee gitaristen, dat hadden ze al gedaan. Met twee bassisten nog niet. Dus maakten ze een plaat met alweer gitarist Steven McDonald (Redd Kross) en wisten ze bassist Jeffrey Pinkus van het fantastische Butthole Surfers in te lijven. ‘Pinkis Abortian Technician’ heet die plaat, waarop onder meer een versie van ‘Moving To Florida’. Net als veel albums van Melvins, zeker als we het hebben over de laatste tien jaar, is de plaat wisselvallig. Echt goede stukken wisselen af met troep of de experimenteerdrift haalt het op het brengen van degelijke nummers. Dus hadden we het ook schudden. Initieel leek het goed te komen, tot de hairmetalfan McDonald veel te veel ruimte kreeg om zijn ego te botvieren. We hoopten steevast dat zijn lange haren in een ventilator kwamen vast te zetten (eindelijk een beetje dolle pret), maar onze wens kwam niet uit. Nu en dan flakkerde het even op, maar na een eind dropen we verveeld af. We hoorden hier en daar wat gemor van bezoekers die de band eerder al veel beter hadden gezien. En net zo goed mensen die heel blij waren ze eindelijk eens gezien te hebben, en die onder de indruk waren. Smaken verschillen maar voor ons was het een avond vol gevallen helden. En we gaan ze niet meer oprapen.
Gezien: Melvins + Jon Spencer + Shitkid – De Kreun, Kortrijk, 21 oktober 2018
Tekst: Patrick Bruneel – Foto’s: Bart Marescaux

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Shitkid - Foto: Bart Marescaux
geplaatst:
do 25 okt 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!