Happy New Ears/ Klinkende Stad, zondag 14 september 2008 – Gemoedelijk klankproeven

Tweede festivaldagen doen vaak aan als tweede kerstdag: leuk, maar nog een keer zo’n groot feestmaal is wat teveel van het goede, dus doen we het wat rustiger aan. De tweede dag Klinkende Stad was dan ook nog eens een zondag, dus was het publiek dat zaterdag al geweest was lichtelijk verdoofd en werd het verder aangevuld door gezinnen en oude-van-dagen die hun zondaguitje besteden aan fraaie klankkunst.

Met name die groep kreeg het even zwaar te verduren met het relatief ‘heavy’ openingsconcert van de Australiër Michael Graeve, die een live uitvoering deed van zijn installatie. De rondleiding van zaterdag was ook al langs zijn installatie gekomen en toen maakte hij maar weinig indruk: een chaotische verzameling platenspelers, stereo-installaties, draden en speakers, waarbij een cd’tje opstond met een soundtrack van ruis. Een stuk interessanter was het om te zien hoe die soundtrack gemaakt was en hoe Graeve live de inputloze audio-apparatuur bespeelde. Krassende naalden en brommende speakers dompelden de ruimte in een prettige waas van klankgolven.

Hierna troonde Baudouin Oosterlynck de bezoekers mee naar de zaal waar hij zijn performance zou doen. Hij opende met een stuk uit 1983, waarbij hij met de de trilling van twee speakers grillige vormen maakte van meel en zilverpoeder. Daarna was het aan de bezoeker om zelf te musiceren. Verspreid over de ruimte waren vier tafels met daarop door Oosterlynck zelf ontworpen muziekinstrumenten. Het was net als de Klankspeeltuin, maar dan veel subtieler, met broze instrumentjes van glas en ijzerdraad die allen de prachtigste klanken maakten. Het was jammer dat er maar weinig tijd was om ze te proberen, want met de meeste instrumenten kon je gerust een middagje zoet zijn, zo rijk waren de klanken die eruit voort kwamen.

Tenslotte concerteerde Walter Hus nog eens, opnieuw met zijn décap-orgel, waar hij ditmaal live piano bij speelde. Helemaal zeker weten we het niet, maar het klonk alsof de ‘partij’ die het orgel speelde hetzelfde was als de compositie die Hus op zaterdag had laten horen. Toen klonk het redelijk af; dat was ook nu weer zo, met als gevolg dat Hus op piano weinig ruimte had om aan de bombastische klanken iets toe te voegen. In de rustige stukken kon hij vrijelijk improviseren, maar zodra het orgel in een funky disco melodie uitbarstte, restte Hus weinig anders dan gedienstig met de melodie mee te spelen. Dat was toch een beetje zonde en misschien geen geheel apart concert waard.

De hemelse klanken van Badouin Oosterlyncks instrumentjes klonken echter nog steeds na in onze oorschelp, terwijl we op de weg naar huis nog een aantal installaties in de binnenstad bezochten. We speelden nog wat met de Ptchwrk -installatie van Aifoon en bewonderden de theremin-bomen van Sofia Bustorff, alvorens met een goed gemoed de trein in te stappen, na een inspirerend, klankrijk weekend Klinkende Stad.

tekst:
Peter Deschamps
geplaatst:
wo 17 sep 2008

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!