Greatest Hits

Terwijl festivals als Reggae Geel zich noodgedwongen meer en meer moeten toeleggen op dancehall en alle mogelijke moderne (beat)varianten op reggae en dub wegens gebrek aan echte grote (oude en jonge) bands die zweren bij roots reggae –de eerste generatie is bovendien stilaan stokoud of erger: al lang morsdood- blijft Doctor Bird royaal met flinke compilaties vol rocksteady, ska en roots reggae strooien. Gelukkig maar want de muziekarchieven uit Jamaica puilen zowat uit van de parels. Een van die ondertussen overleden pioniers van die rocksteady en (vroege) reggae, Alton Nehemiah Ellis, wordt hier passend geëerd met een niet minder dan 49(!) nummers tellende heruitgave op dubbel-cd (en mét een begeleidend boekje vol duiding en beeld) van ‘Greatest Hits’. Op de originele verzamel-lp uit 1974 stonden twaalf nummers afkomstig van 7inches die hij maakte voor het legendarische Treasure Isle, maar interessanter om weten is het feit dat de lp in zijn thuisland de titel ‘Mr Soul Of Jamaica’ meekreeg. Voor de Britse markt werd dat ‘Greatest Hits’. Die eretitel is volkomen terecht want Ellis was inderdaad een van de beste zangers van het eiland. (Bovendien moet wat Treasure Isle en concurrent Studio One in die jaren uitbrachten niet onderdoen voor het beste van Motown.) Ellis, die gestorven is in 2008, kreeg bij leven overigens ook nog de titel ‘Godfather of Rocksteady’ toegeworpen. Gedurende ruim vijf decennia zong, produceerde, schreef en nam hij muziek op. Kenners beschouwen het werk dat hij gedurende de jaren 1967-‘70 maakte met de al even legendarische producer Arthur ‘Duke’ Reid als zijn meest essentiële. Het is die periode die hem trouwens die status opleverde. De flinke bonus bestaat uit al het materiaal dat Ellis opnam met/voor Reid. Lees: alternatieve, nooit eerder uitgebrachte versies en moeilijk te vinden singletracks. Dat maakt van deze dubbel-cd de absoluut definitieve compilatie van Ellis’ output op Treasure Isle.

Quasi dezelfde overvloed aan klassieke Jamaicaanse muziek- reggae uit de gouden jaren 1970 ditmaal- is te vinden op ‘The Linval Thompson Trojan Roots Album Collection’, eveneens een dubbel-cd. Rode draad is zanger, songwriter, labelbaas en producer Thompson; en de opnames die hij maakte in de Channel One studio in Kingston. In de loop van zijn lange carrière werkte hij samen met zowat alle grote namen van de roots reggae en dub. Als jonge artiest ging hij in zee met Lee ‘Scratch’ Perry en Bunny Lee (met wie hij zijn debuutplaat ‘Don’t Cut Off Your Dreadlocks’ maakte in 1976). Later zou hij meer en meer zelf achter de knoppen zitten (en minder zingen) bij opnames van onder meer Barrington LevyDennis Brown en Eek-A-Mouse. Met drie albums en tien extra’s is ook deze dubbelaar een ware grabbelton voor de fan. Telkens was Thompson de producer (en grotendeels songwriter) van dienst. Op cd 1 prijken het ‘I Love Marijuana’-album (1978) van Thompson zelf –de titeltrack is een classic voor elke ganja-liefhebber-, ‘African Princess’ (idem) van Big Joe plus de populaire 12inch-versies van ‘Follow My Heart’ en ‘Pope Paul Dead And Gone’ van Trinity uit ‘Rock In The Ghetto’ (1979). Die plaat, waarop de contouren van vroege dancehall duidelijk worden, staat integraal op de tweede cd. De spreekwoordelijke kersen ten slotte zijn acht nummers van Barry BrownScientist & The Roots Radics, de Roots Radics afzonderlijk, Pat Kelly en tweemaal Thompson. Veel waar dus voor weinig geld.

tekst:
Serge De Pauw
beeld:
AltonEllis_GreatestHits
geplaatst:
wo 14 apr 2021

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!