Interview: GNOD

De Britse band Gnod slaagt erin om nog op te vallen met een onaards luide set en een grensverleggend basgeluid.

De Britse band Gnod slaagde erin om zelfs op de decibel-hoogmis Roadburn nog op te vallen met een onaards luide set en een grensverleggend basgeluid.

We bellen intercontinentaal met Paddy Shine en Chris Haslam van Gnod. Ze hebben allebei dezelfde tongval, en zijn ook even aimabel, waardoor ze over de telefoon niet altijd even gemakkelijk uit elkaar te houden zijn. Maar Gnod is dan ook meer een onstuitbare nheid dan een verzameling muzikanten. Ga er dus vanuit dat hieronder het onderscheid tussen Paddy en Chris puur formeel wordt gemaakt. De heren steken meteen van wal met een klinkende steunbetuiging aan een bevriende band die vandaag in ons land moet optreden.
Paddy: (onmiddellijk) Ben je gisteren naar de show van Shit And Shine geweest in Brussel?
Gonzo Circus: Dat is vanavond pas. Geen idee of ik er ga geraken, ik zit hier in Antwerpen en heb helaas geen auto.
Paddy:Aww, maaaaan… you should go! Die zijn echt geweldig.
GC: Jullie brengen binnenkort een split-EP met hen uit, klopt dat?
Paddy: Yep, die staat gepland… ergens vr de kerst (lacht). We hebben momenteel vl releases in de pijplijn. We moeten aan de gang blijven, zodat we ook veel kunnen toeren. Vooral bij jullie in Europa; we willen in de toekomst veel meer op het vasteland spelen. De omstandigheden zijn daar veel aangenamer dan hier in Engeland.

Pure impro

GC: Kan je ons wat over het ontstaan van Gnod vertellen? Zoals ik heb begrepen was het oorspronkelijk een samenraapsel van steeds wisselende muzikanten.
Paddy: Zo kun je het stellen. Eigenlijk is er nog steeds veel verloop, maar we hebben toch een vaste kern van vier mensen die de muziek bedenken en de ideen uitwerken. We zijn een jaar of vijf geleden begonnen met samenspelen. Op dat moment zaten we allemaal in andere bands, en we wilden een project waar we spontaan konden jammen, in plaats van afgewerkte songs te spelen. De eerste optredens waren pure improvisatie – in principe kon elke muzikant die opdaagde gewoon meespelen. Na enkele keren merkten we dat zoiets in de praktijk zr slecht kon uitdraaien ((lacht). Dus om de schade te beperken besloten we om tenminste met een paar vaste mensen te repeteren. Dan wisten di tijdens een optreden tenminste al waar ze mee bezig waren.
GC: Desondanks gebeurt het blijkbaar nog regelmatig dat het publiek op het podium springt om mee te doen.
Paddy: Klopt ja. Dat vinden we ook best leuk, das goed voor de sfeer. Onze muziek haalt blijkbaar de gekste kant in mensen naar boven.
GC: t Is dan ook zeer repetitieve muziek die het moet hebben van de groove, en de details in de lagen van geluid die daar bovenop worden gesmeerd.
Chris: Dat is dan ook de beste aanpak voor een geslaagde jam; door met zn allen steeds hetzelfde patroon te herhalen raak je samen lekker in een trance. Zo gaat dat ook als je mediteert, toch? Je zegt steeds maar dezelfde mantra, en je prevelt jezelf naar een hoger niveau.
Paddy: Als je een riff maar vaak genoeg herhaalt, dan transformeert die uiteindelijk als vanzelf in iets anders, begrijp je? En op een goede avond voelt iedereen in de band dat tegelijkertijd aan, het is als telepathie. Al is het waarschijnlijk gewoon een illusie van telepathie.

Tony

GC: Gnod-repetities zijn meer te beschouwen als meditatieve sessies dan als muzikale training?
Chris: Eigenlijk wel. We gaan geen akkoordstructuren zitten uitwerken of zo. We werken puur op ons gevoel, en zo ontstaat onze muziek. Onze tracks zijn dan ook nooit helemaal af, ze lijken constant te evolueren.
GC: Op Roadburn speelden jullie een versie van Vatican die veel trager en doomier was dan op plaat.
GNOD: Wat er daar is gebeurd: toen we de ritmetrack voor dat nummer opnamen, werden de drums die we op tape hadden door een mixfoutje compleet overstuurd. Maar het klonk te gek! Dus iedereen heeft daar overheen gemproviseerd. Zo gaat het vaak bij ons: we vertrekken van een vaag idee, maar door een n of ander vreemd toeval krijgt dat opeens een volledig andere wending. En zo hoort het ook (lacht).
Chris: Dat bedoelde ik dus. Ideen komen en gaan, en worden ook vaak opnieuw gebruikt; een drumbeat of een baslijn of een gitaarloopje dat plots in een nieuw nummer opduikt. Een track als Tony bijvoorbeeld, daar bestaan eigenlijk vier verschillende versies van die ook allemaal ergens zijn uitgebracht, telkens met een variant op de naam. We eindigen er al jaren onze set mee – het is een geweldige, monotone groove als apotheose. Maar elke versie klinkt weer anders.
GC: En het is bijna onmogelijk om het allemaal te horen. Jullie brengen vrij veel in beperkte oplage uit, niet?
Chris: Jawel, maar dat is puur uit praktische noodzaak, eigenlijk vinden we dat niet zo leuk. Veel van de kleine cassettelabels waarop we uitbrengen werken in een oplage van 75 100 tapes. Voor ons mag iedereen het hebben, onze muziek moet compleet vrij verkrijgbaar zijn voor mijn part. Wij maken vaak cd-rs van onze platen die we dan gewoon opsturen wanneer mensen ons mailen en om muziek vragen. Op Discogs zien we soms onze tapes te koop aangeboden voor een hoop poen! Mijn boodschap aan de fans is dan ook: kom gewoon naar een optreden, je hebt een goeie kans dat je daar dezelfde muziek op een cd-r rechtstreeks van ons kan kopen voor een paar euro.

Hagedis

GC: Wie van jullie heeft eigenlijk die vreemde naam bedacht?
Paddy: Die komt van mij. Het was gewoon het resultaat van een associatief woordspelletje, weet je. No God, Agnostic God… vandaar dus. En toen Chris dat hoorde, tekende hij gelijk het idee voor ons logo, de schuin oplopende letters met daar bovenop het oog in een driehoek – alles klopte gewoon meteen.
GC: Ik moet zeggen dat er toch wel een Discordiaanse kant zit aan het hele concept.
Paddy: Hehe, ja hoor. Dat vrijmetselaarsoog is er natuurlijk compleet over the top, maar als je een hoes van ons ziet, staat er op het eerste zicht gewoon in koeienletters NO onder (hilariteit)). Begrijp je? We zijn gewoon complete paranode complotdenkers. De koningin, man, dat is eigenlijk gewoon een hagedis. Je zult het morgen zien, tijdens de plechtigheid (dit interview is daags voor de verjaardag van de Queen afgenomen, dv) verandert ze gewoon in een reptiel, en vreet alle gasten op.
GC: Mooi zo! Wat een fantasie, jullie kunnen misschien overwegen ook videos te gaan maken? Gnod TV, ik zou kijken.
Paddy: We zouden het wel kunnen hoor. Hier in Salford wonen we met drie leden van de band in de Islington Mill, een geweldig creatieve plek. Het zit hier vol met kunstateliers, er is een zaaltje voor optredens, een galerij… zon plek vind je bijna nergens in Engeland, maar wij zijn er in geslaagd. Het Is vlakbij Manchester, maar de sfeer is er heel Europees.
GC: Aha, jullie hebben daar dus een echte scene dan?
Chris: Dat zou ik dan weer niet zeggen. We kennen wel heel wat plaatselijke bands natuurlijk, en we staan ook vaak met hen op de affiche; we spelen hier ook vaak in de buurt. Maar het is niet dat we onderling aan drukke kruisbestuivingen doen ofzo, en er is geen specifiek groepje artiesten waar we in het bijzonder mee optrekken.
Paddy: Ik heb daar eigenlijk zelfs nooit bij stilgestaan. We hebben al met de meest uiteenlopende genres het podium gedeeld, van extreme metal tot dubreggae en alles daartussen.

Luxeprobleem

GC: Nu je het zegt: die dubinvloed bemerk ik wel. Op Roadburn leek het alsof jullie een eigen mixer ernaast hadden die de hele podiummix door een batterij effecten haalde en ng een geluidslaag toevoegde.
Chris: Tijdens die tour hadden we inderdaad een dubmixer meegebracht. Een goede maat van ons met Andy Blundell, die ook muziek maakt als Raikes Parade. Zijn aanpak werkte wel voor die toer. Het maakte onze sound veel hechter want daarvoor gingen we vooral voor zo luid mogelijk met zoveel mogelijk bas. Maar Andy is ook bezig met zn eigen ding, dus het is wederom een voorbeeld van iemand die binnen de band op bezoek komt.
Paddy: Dat was echt een buitenkans – Andy deed het gewoon uit vriendschap en voor de ervaring. Het zou geweldig zijn om altijd onze eigen geluidsman mee te nemen, maar die kosten vaak te veel geld. Dat is een luxeprobleem, hoor. Meestal hebben we tijdens een optreden niet te klagen over de geluidsmix. En voor de volgende tour hebben we weer een compleet frisse aanpak. Het blijft natuurlijk Gnod: nog steeds repetitief en pokkeluid (lacht), maar we werken nu aan nieuw spul waar we proberen ng dieper in die trance op te gaan. En het wordt goed. (uitdrukkelijk) Echt goed. We hebben namelijk wat nieuwe speeltjes om uit te proberen (mysterieus gegniffel).
GC: Kan je nog wat geheimzinniger doen?
Paddy: Nee man, ik wil de verwachtingen ook weer niet t hoog opdrijven. En wie weet is het voor andere mensen wel compleet nit interessant. Maar ik ben er heel opgetogen over, je zal wel zien…

Topvorm

GC: Het valt me op dat jullie alles wat met de band te maken heeft, netjes in eigen hand houden. Het is echte Do-It-Yourself in de beste traditie van Crass, nietwaar?
Paddy: Oh, zeker. Crass heeft de spelregels voor de muziekindustrie veranderd. Zij toonden aan dat het echt wel mogelijk was om alles zelf te doen. Toen we ermee begonnen, was het best wel intimiderend hoor. Als je duizend mails rondstuurt om boekingen te ronselen, en je krijgt geen enkel antwoord, dan denk je wel Holy Shit, dit wordt moeilijk. Dan is het best verleidelijk om een boeker in de arm te nemen. Maar het vergt nu eenmaal tijd om een reputatie bij elkaar te spelen en contacten op te bouwen. Dat is trouwens wat ik versta onder DIY. We werken wel samen met labels die vinyl van ons willen uitbrengen, of een boeker die voor ons plaatselijk optredens kan versieren. Maar we doen het allemaal op onze eigen voorwaarden en op ons eigen tempo, dr gaat het om.
GC: Er zit dan ook compleet geen lijn in jullie activiteiten. Jullie brengen zowat constant muziek uit, en lijken ook spontaan op toer te gaan.
Paddy: Tuurlijk, dat is toch ook het leukste? Als we niet toeren, zijn we aan het opnemen; wat we vervolgens opnemen willen we natuurlijk ook uitbrengen. Maar ik sta het liefst op een podium. Het is de enige manier om cht goed te worden. Na tien shows op een toer ben je gewoon volledig op dreef. Fysiek ben je misschien wel halfdood van de biertjes en het gebrek aan slaap (lacht), maar tijdens het concert ben je gewoon in topvorm. En ik hou van rondreizen, nieuwe plaatsen ontdekken, aan de toog hangen met leuke mensen…
GC: En schuift dat een beetje, in Gnod zitten?
Chris: De band kan zichzelf bedruipen. Wat betekent dat we er geen geld meer insteken. Dat is ooit anders geweest… onze eerste toer door Engeland was gewoon verschrikkelijk. Geen enkele show was betaald, en we waren op de baan met negen mensen in een busje met drie zitjes. Aan het einde van de rit waren we muzikaal echt steengoed geworden, maar wl straatarm.
GC: Leergeld noemen ze dat bij ons.
Paddy: Tegenwoordig kan de band op zichzelf bestaan. Alles wat we verdienen met optreden en platenverkoop gaat in n pot, en daarmee kunnen we ons materiaal onderhouden, toerkosten betalen, platen en merch maken… Meer hoeft dat niet te zijn. Je doet dit niet om rijk te worden, en ik heb er geen probleem mee om af en toe gewoon aan het werk te gaan.

Dansen

GC: Het is bijna onmogelijk om Gnod terug te brengen tot zelfs maar een handvol invloeden, maar laten we toch een poging wagen. In vorige interviews viel al enkele keren de naam Fela Kuti…
Paddy: Ja, en daar heb ik alweer spijt van (lacht) want uiteindelijk zijn we benvloed door zoveel verschillende soorten muziek. Ik heb maar n voorwaarde: de muziek moet me het gevoel geven dat ik lf. En ja, Fela Kuti is zon artiest, maar dat kan evengoed Faust zijn, ken je die? Elke liveshow die ik van hen heb gezien is gewoon geweldig, telkens weer zon energie! We hebben ooit nog vlak voor hen gespeeld op een festival en we speelden Tony als traditionele afsluiter. Eigenlijk is de monotone ritmesectie in dat nummer zwaar genspireerd door een track van Faust, van hun plaat Outside The Dream Syndicate. We knepen hem toch even toen we van het podium stapten, dat we iets voor onze voeten geworpen zouden krijgen in de trant van: jullie hebben onze track gepikt! (lacht) Maar ze maakten er geen probleem van en speelden ons gewoon keurig naar huis (hilariteit).
Chris: Sunburned Hand Of The Man! Dat is er eentje van mij. En de laatste tijd luisteren we ook veel naar donkere techno, zoals de platen op het Sandwell District-label… Ik denk dat veel mensen weer op zoek zijn naar goede, bezwerende muziek, en zon technotrack kan met vier of vijf geweldige geluiden een groove neerleggen en die tien minuten lang volledig uitdiepen. Dat is ook wat we proberen bij Gnod.

House

GC: Toen ik jullie live bezig zag, moest ik onwillekeurig terugdenken aan de losse trancey sfeer op underground deep housefeestjes tijdens de jaren negentig.
Paddy: Ken je dan Theo Parrish, dat soort diepe, spirituele house?
GC: Natuurlijk! Volledig mn ding. Ik herinner me van die tijd trouwens ook een label uit Manchester waar ik slaafs alle platen van kocht, Paper Recordings…
Paddy: Ah shit zeg, wat een toeval! De man die onze eerste platen heeft gemixt was Merlin Garnett die ook nog platen heeft uitgebracht op Paper. Hij speelde op een blauwe maandag zelfs nog toetsen bij ons. En onze repetitieruimte is waar hun vroegere studio was. Goed, weet je wat we doen: wanneer we in het najaar naar Brussel afzakken, brengen we een stel technoplaten mee. En na ons optreden bouwen we gewoon nog een stevig feestje, wat zeg je daarvan?
GC: Klinkt als een plan! Bij deze is de Gonzo-lezer gewaarschuwd, en van harte uitgenodigd. Tot dan!

(Dit artikel verscheen eerder in Gonzo (circus) #110)

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!