GITAARNOISE EN RETRO

Op de Lokerse Feesten zorgden Mark Lanegan, The Jesus And Mary Chain en Belgische La Muerte voor een topdag. De dag voordien werd de klok tientallen jaren teruggedraaid met Status Quo en Tom Jones.

Tom Jones & The Bootleg Beatles

Voor de boogie- en drie akkoordenrock van Status Quo aan de beurt kwam, betraden eerst The Bootleg Beatles en Tom Jones het podium. The Bootleg Beatles zijn een gimmick. Maar wel een heel goede. De groep bestaat reeds sinds 1980 en touren (zoals de echte Fab Four) de hele wereld rond. Any good? Op de songs valt uiteraard weinig aan te merken. Als coverband staan The Bootleg Beatles wel heel dicht bij de real thing. In het eerste deel stak het quartet in modieuze maatpakjes, bedankten na elk nummer heel beleefd het publiek -doorgaans met een buiginkje- en werden bindteksten gedebiteerd die ongetwijfeld uit documentaires en live opnames van de echte Beatles stammen. Met de ogen dicht leek het allemaal net echt. Het was bijgevolg dan ook niet verwonderlijk dat voor het tweede deel van hun optreden (na de twee hoofdacts) de ‘blauwe periode’ werd aangesneden, John Lennon plots zijn iconisch ronde brilletje op de neus had staan en de haren van het viertal op die paar uren tijd fiks waren gegroeid. Leuk. Zonder meer.

The Beatles waren actief tussen 1960 en 1970. Dit was de periode dat ook een zekere Thomas Jones Woodward aan zijn carrière begon te timmeren. Onder zijn artiestennaam Tom Jones scoorde hij in 1964 zijn eerste topper met ‘It’s Not Unusual’. De Welshman stapelde vanaf dan de hits op, verhuisde naar de VS, werd een sekssymbool via zijn vele optredens in Las Vegas en werd tevens omarmd door Hollywood. In 1988 boorde hij (samen met Art of Noise) een jonger publiek aan met de cover van Prince’s ‘Kiss’ en haalde nogmaals de hitlijsten anno 1997, met zijn cover van Randy Newmans ‘You Can Leave Your Hat On’ voor de soundtrack van ‘The Full Monty’. In Lokeren bracht Jones een fijne bloemlezing van zijn bekendste nummers. De man is ondertussen vijfenzeventig, maar straalt de energie en de drive van een kloeke dertiger uit. Jones scheen zich alvast kostelijk te amuseren (deel van de show?) en bond naadloos rock en big band aan swing en funk. Zijn versies van ‘Sex Bomb’ en ‘Kiss’ nodigden uit tot de eerste danspassen van de avond. Tom Jones bracht een pittige show en bewees vooral dat er op hem (nog) geen leeftijd staat.

Status Quo

Het merendeel van het publiek was echter niet naar de Grote Kaai afgezakt om de geridderde zanger uit Zuid-Wales te zien. Dan wel om een dik uur met het hoofd te staan schudden (‘headbangen’ zat er niet echt in) op de rock van Status Quo. Het leek de avond wel van de nostalgie. Of de retro. Tom Jones bewees eerder op de avond dat retro niet gelijk staat met belegen of de pruikentijd. Ook de heren van Status Quo gaven ferm van jetje met hun oersimpele, maar hevig aanstekelijke boogie rock.

Van de oorspronkelijke bezetting uit 1967, resten alleen nog Francis Rossi en Rick Parfitt (beide zang en gitaar). De groep mag dan nog zijn grootste successen mid de jaren 1970 hebben geschreven, vandaag vullen ze nog steeds vrij makkelijk het Wembley Stadium. ‘Caroline’, ‘Down Down’, ‘Roll Over Lay Down’, ‘Rockin’ All Over the World’, ‘In the Army Now’ en ‘Rain’: ze werden allemaal met panache en een koortsachtige energie op de Grote Kaai in Lokeren los gelaten. Rossi en Parfitt voerden af en toe hun bekende choreografie op waar ze in duo over het podium scheren. Yep! Ze kunnen het nog! Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat ik me van Status Quo niets had voorgesteld. Niet dat ze me van mijn sokken hebben geblazen. Was wel onder de indruk. Respect!

La Muerte

Gaat er bij het horen van de groepsnaam La Muerte een belletje rinkelen? Of de band Marine? Dan hebt u de jaren 1980 niet meegemaakt. Of verbleef u niet in België. Het verhaal wilt dat Marine met hun single ‘Life in Reverse’ op de vooravond van een internationale doorbraak (ze gingen een opname maken voor de fameuze John Peel sessions aan de BBC) splitte. Een deel van de band richtte Allez Allez op. Mark Marine veranderde zijn naam in Marc Du Marais en vormde anno 1983 het collectief La Muerte. De band stak zijn invloed niet onder stoelen of banken. Een snuifje Motörhead, vlaagjes The Stooges en Velvet Underground en een stevige portie The Birthday Party smeedde La Muerte om tot een eigen geluid. Ze bestempelden hun sound als ‘alternatieve heavy metal’ en stelden zichzelf voor als: ‘de ontbrekende schakel tussen Salvador Dali en The Stooges’. Hun muziek situeerde zich tussen harde blues, noise en trash metal. De kerels maakten tussen hun ontstaan en de split in 1993 tien LP’s en EP’s. En kijk: zeg nooit: ‘never again!’. In maart dit jaar speelde La Muerte de AB nog plat en gisteren maakten ze het mooie weer op het podium in Lokeren. La Muerte is steeds populairder geweest in het buitenland dan in eigen land. Met La Muerte haalde Mark Marine wel de John Peel-sessies en kreeg lovende recensies in zowel de Britse als de Amerikaanse muziekpers.

Op de Grote Kaai omringden de spilfiguren Mark Du Marais en de gitarist Didier Moens (aka Dee-J) zich met jonger talent. Tino DeMartino (Channel Zero) speelde bas, Christian Z drums en Michel Kirby gitaar. Du Marais had een juten zak om het hoofd gebonden, met daaronder een witte kap. Moet die (in de volle zon) staan zweten hebben!! Hij offerde zich duidelijk met vuur aan het altaar van de rock en ging tekeer als een gekooid dier. Het concert van La Muerte was zuivere adrenaline, lekker chaotisch en walste het publiek letterlijk plat met een muur van feedback, noise, nijdige solo’s en de agressieve grunts van Du Marais. La Muerte eindige met een volledige deconstructie van ‘Wild Thing’. Hun passage was er eentje om niet snel te vergeten. Kan niet wachten om die kerels in een zaal te zien. En benieuwd of ze nieuw materiaal gaan schrijven…..

Mark Lanegan

De muziek van Mark Lanegan leent zich niet tot zomers zonlicht. Lanegan liet het evenwel niet aan zijn hart komen en ploegde zich met zijn band doorheen een soort Greatest Hits. Het woord ‘hit’ is hier natuurlijk bijzonder relatief. De tijd dat Lanegan met zijn band Screaming Trees voor volle stadia speelde ligt ondertussen ver achter hem. Zijn stem klinkt in zijn songs heel donker. Als hij spreekt denk je naar iemand te luisteren die u vanuit het graf toespreekt. Lanegan opende dan ook (niet toevallig?) met het fantastische ‘Gravediggers Song’ (uit de al even fantastische plaat ‘Blues Funeral’) en vatte erna ‘Harvest Home’ (de opening van zijn laatste worp ‘Phantom Radio’) aan. Het leeuwendeel van de songs kwam uit voornoemde CD’s. ‘Hit the City’ en ‘Methamphetamine Blues’ (uit het schitterende ‘Bubblegum’ -Lanegan maakt geen slechte platen) mochten niet ontbreken. In een zaal, gewoonlijk badend in rood licht, is een optreden van Mark Lanegan ronduit bezwerend. Lanegans stem pakt u willens nillens mee naar de donkere kanten van de samenleving. Zijn songmateriaal is zwaar emotioneel. Doorleefd. Rauw. Gevoelig. Maar wars van elke vorm van meligheid. En ja, daar stond hij dan. De heer van de duisternis. In de stralende zon. Lanegans songs zijn dermate sterk en briljant, dat je zelfs in het daglicht het gevoel krijgt in de schemer te vertoeven. Of toch onder een paar donderwolken te staan. Groots!

The Jesus and Mary Chain

En dan was het de beurt aan de noiseband The Jesus And Mary Chain. In hun beginjaren had de groep de reputatie enorme korte sets te spelen. Ze kwamen op, zetten de stofzuigers aan (zoals een collega het ooit verwoordde) en verlieten het podium al even snel als ze opkwamen. Hun muur van geluid (met de versterkers op het maximum) volstond om binnen het bestek van twintig minuten de toeschouwers murw te slaan. De tijden veranderen. Met ouder worden komen de jaren van verstand zeker? Of wordt ‘men’ milder? Deze legendarische Schotten toeren tegenwoordig met hun debuutplaat ‘Psychocandy’ uit 1985.

De band van de broers Jim Reid (zang) en William Reid (gitaar) hadden destijds een nare reputatie. Niet alleen de korte sets haalden het nieuws. Dan wel de drugs en het geweld. Jim Reid leek aanvankelijk vrij cool. Tot hij na het vierde nummer riep ‘of er iemand was die iets aan die ‘fuckin’ lights kon doen want hij kreeg het gevoel in een living te vertoeven’. Voor de rest verliep alles rimpelloos. The Mary Chain haalden de mosterd bij The Stooges, The Ramones, The Velvet Underground en The Shangri-Las. Hun onaflatende muur van noise en feedback, met daartussen de stem van Reid klonk smerig, luid, opzwepend en indringend. Bovendien speelde de band zeventig minuten lang. Met na het afsluiten van ‘Psychocandy’ nog: ‘April Skies’, ‘Head On’, ‘Blues From A Gun’, ‘Some Candy Talking’ en uiteraard (traditiegetrouw) een magistraal ‘Reverence’ als afsluiter. Mijn dag kon niet meer stuk. Oh ja, na The Jesus And Mary Chain beklommen Kaiser Chiefs het podium. U weet wel: die Britse band die u in 2007 een hele zomer lang ‘Ruby Ruby Ruby Ruby’ deed meebrullen. Ze waren top of the bill maar ik had die dag mijn top reeds meermaals beleefd. De rock van de Kaiser Chiefs klonk vriendelijk in de oren. Is waarschijnlijk niets mis mee. Ik hield het evenwel voor bekeken.

tekst:
Piet Goethals
beeld:
The Jesus And Mary Chain - (c) Piet Goethals
geplaatst:
vr 7 aug 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!