Gensho

Relapse blijft doorgaan met het uitbrengen van kwalitatieve releases. Extreem zoals we van het label na al die jaren gewend zijn, maar toch heel divers in zijn extremiteit. Een band als het Japanse Boris moet zich wel thuis voelen bij zo’n label. Het doorgewinterde trio is in zijn carrière namelijk ook al alle kanten opgebotst, de ene cd al extremer dan de andere. Al durft de band net zo goed liedjes te maken met kop, staart en melodie, die net geen pop zijn, of zich wagen aan psychedelische 1960-deuntjes. Deze keer komen Takeshi (zang, gitaar, bas), Wata (zang, gitaar,echo) en Atsuo (zang, percussie, elektronica) met een zeer gek werkje. Boris neemt één cd voor zijn rekening, met herwerkingen van klassiekers uit hun uitgebreide oeuvre. Boris gebruikt nauwelijks percussie, nauwelijks drums, maar des te meer daverend snarenwerk dat dicht aanleunt bij hun beginperiode en dat leunt aan bij Sunn O))). Merzbow gaat loos op het andere schijfje, met vier volledig nieuwe stukken harsh noise zoals we die van hem mogen verwachten als hij niet aan de slag gaat met piepende elektronica die de oorgangen aantast. Bedoeling is om de twee schijfjes tegelijk te laten spelen, met wisselende volumes om zodoende het effect te optimaliseren. Zo ver zijn we zelf niet gegaan. We hebben uitermate genoten van de herwerkingen van Boris, met lieflijke zang, psychedelische gitaarfestijnen en ook loodzware drones. Soms in een apart nummer, soms allemaal vervat in één stuk. En Masami Akita alias Merzbow was al net zo gefrustreerd als wijzelf toen we de cd opzetten. Hij gaat als een gek tekeer, al blijft het Merzbow ten voeten uit en dus niet voor elk moment van de dag geschikt. Al net zo’n veteranen zijn de Zweden van de sublieme grindcoreband Gadget. Hun vorige langspeler dateert van een decennium geleden en dat zullen we geweten hebben. Het kwartet brengt een potje old skool grindcore zoals het hoort. Verpozingen zijn niet toegestaan. Furieus uit de startblokken schieten en uiteindelijk volledig uitgeteld tussen de drumvellen belanden en geen grunt meer kunnen slaken. Van een halve minuut tot iets meer dan twee minuten, langer hoeft dat allemaal niet te duren. Die ellenlange afsluiter (‘I Don’t Need You – Dead And Gone’) van meer dan vijf minuten nemen we voor lief. Nog twee oudjes delen een plaat en brengen elk twee vrolijke nummers. Davie Allan is één van de godfathers van fuzzende surf en Joel Grind kennen we uiteraard van het combo Toxic Holocaust. Allan brengt twee klassieke surfinstrumentals, goed maar ook niet meer dan dat. Van Grind wisten we dat hij tot meer dan speed en thrash metal in staat is. Hij brengt twee opgedreven instrumentals, die wat doen denken aan de fameuze Phantom Surfers, en laat dat nu net een band zijn waar Allan nog mee samen heeft gewerkt. Wereldschokkend is dit plaatje niet, eerder een spielerei van twee oude rotten die zin hadden om wat surfrock te spelen. Het bewijst wel de immense diversiteit van het label, waarop de capriolen van de getekende bands ook een kans kunnen krijgen.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
BorisWithMerzbow_Gensho
geplaatst:
za 15 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!