Genotsmiddelen in Zottegem

De derde dag dunk!festival was meteen de warmste dag.

Temperaturen die crescendo gaan, dat klinkt niet slecht op een postrockfestival, maar na twee dagen nagenoeg perfect festivalweer had de stevig opgewarmde tent op zaterdag net iets te veel last van een lome sfeer.

Wanneer we binnenwandelden bij Silent Whale Becomes a Dream was er dan ook merkelijk minder volk aanwezig dan op de andere dagen. Deze Fransen stonden anders hoog op ons verlanglijstje: ze zijn zelden live te zien, en hun epische muziek is uiterst geschikt voor een plaats op het dunk!podium. Het viertal zat Mono-gewijs neer in een halve kring, en het is ook in die sfeer, die van Mono en Mogwai, dat we ze moeten situeren: mineur en bas overheersten. Geen triomfantelijke majeurriffs dus, maar dat maakte hun show er niet minder imposant op. In de eerste helft bewezen ze dat ze de noise perfect onder controle hadden, en met de zestien minuten durende afsluiter etaleerden ze hun superieure songschrijverschap: ‘Lacrymosa Dies Illa’ is fantastisch opgebouwd, en werkt perfect op de emoties zonder ook maar een spatje melig te zijn. Dit moesten we absoluut meemaken, ook al werd de voorziene tijd licht overschreden en misten we zo een stuk van…

Zhaoze. Deze Chinezen waren vorig jaar één van de aangename verrassingen, net als hun landgenoten van Wang Wen enkele jaren eerder. Na dunk!2018 bleven ze in België om hun nieuwe plaat op te nemen, maar in plaats van de voorziene geluidsdichte studio kozen ze uiteindelijk voor buitenopnames, en wel op dat coole bospodium, dat er toch nog stond. Een gedroomde gelegenheid dus om die plaat een jaar later op datzelfde bospodium nog eens voor een publiek te spelen. ‘Birds Contending’ – één lange track – speelden ze integraal, live begeleid door de vogels uit de buurt, tot aan de finale, waarbij de zanger zowaar zelf een vogel nabootste. Zhaoze blijft uniek, met zijn mix van westerse postrock en oosterse klanken, en de live-show was er weer pal op.

Verschillende wegen leiden van het bospodium naar het hoofdpodium. Zo is er het hindernissenparcours, waar maar één man tegelijk doorkan: wijk je even uit, dan hang je in de schrikkeldraad. Moesten we eens geprobeerd hebben. Niettemin: we geraakten zonder kleerscheuren bij Gifts from Enola. Een band die op deze affiche niet kon ontbreken: dunk!records perste een heruitgave van hun tien jaar oude ‘From Fathoms’, en het festival nodigde hen uit voor een reünieshow – hun eerste Europese optreden in jaren. Het was kortom een feestje voor de fans, dat grotendeels aan ons voorbij ging, want muzikaal is het niet echt ons ding, en tegen beter weten in gingen we even kijken of de befaamde paëlla – een klassieker op de laatste dag van elk dunk!festival – nog voorradig was. Niet dus.

Dan maar proeven van het Britse Bossk. Anders dan we op basis van hun platen verwacht hadden, zaten er veel contemplatieve passages in de set, die weliswaar op tijd en stond bruut in stukken werden gehakt met vlijmscherpe gitaar en strakke bas – en naar onze smaak iets te academische drums. Pas op het einde werd het lekker technische metal, al kwam hun klepper ter zake (‘Atom Smasher’) helaas niet aan bod.

Wat zijn we fan van het Australische Tangled Thoughts of Leaving!  Zoals alle genotsmiddelen is ook dit viertal eigenlijk te veel van het goede: een hele plaat van deze energieke jongens uitzitten is niet gezond, maar wel bijzonder lekker en verslavend. Het was hun derde passage op het festival, en je kunt moeilijk beweren dat de verveling al toeslaat. De muziek van Tangled Thoughts of Leaving is zo complex, zo prikkelend en zo scheef dat je sowieso een luisterbeurt of vijftig nodig hebt om het allemaal te kunnen bevatten – vóór die tijd zit je gewoon met open mond alles te ondergaan. Hun opstelling blijft onveranderd ijzersterk: links de pianist, rechts de drummer, en daartussenin twee électrons libres op gitaar en bas. Hun set kwam meteen ter zake met één van hun strafste (en eigenlijk ook toegankelijkste) nummers: ‘The Alarmist’, uit hun meest recente plaat ‘No Tether’. Het viertal zwiepte met alle voorradige haar en ledematen, en bevestigde nog eens een oeroude natuurwet: hoe meer haar, hoe bloter de voeten – je bent een natuurmens, of je bent het niet. Tja, deze oervriendelijke Australiërs hebben ons weer ingepakt. Het was te denken.

Het Britse Her Name Is Calla was hier om afscheid te nemen: hun nieuwe dubbel-LP ‘Animal Choir’ voelde als een gelegenheid om in schoonheid te eindigen, en dus doen ze nog een laatste, intense tournee. Hun geluid bevat iets te veel folklore naar onze smaak, maar een anomalie op het festival waren ze geenszins: hun songs zitten knap in elkaar en bulken van de emoties. Her Name Is Calla was overigens de absolute nummer één in bindteksten: de volksmenner van dienst klonk intelligent, welbespraakt en bijzonder geestig. Na een zinderende finale met ‘New England’, waarin ze hun tanden lieten zien, volgde er een minutenlang applaus – van het publiek hadden ze gerust een dubbele set mogen spelen, maar een festival is een festival, en het was hoog tijd voor…

Alcest. Deze Fransen opereren al lang onder de waterlijn, maar hebben een groeiende en zeer trouwe schare fans. Terecht, want ze zijn één van die zeldzame bands die zowel een heel typerend als een heel gevarieerd geluid hebben – Motorpsycho is een evident voorbeeld, Alcest is er ook zo één. Dat geluid meandert van romantische progressieve rock over shoegaze en postrock tot black metal, maar blijft verrassend coherent. Met Alcest was er kortom eindelijk een band met de allure van een dunk!hoofdact als afsluiter van een festivaldag. En eindelijk, eindelijk, was er ook nog eens een fantastische lichtshow – dat hadden we een beetje gemist, de laatste dagen (we waren het wellicht te goed gewoon van eerdere edities). Veel wit deze keer, en niet dat vreselijke blauw of, erger nog, blauw-rood, dat deze editie zo overheerste, althans in onze perceptie. Haardossen wapperden vikinggewijs, vuisten gingen in de lucht, er werd sporadisch gekrijst, en ook de slepers kwamen aan bod. Alcest balanceert soms op het randje van het melige, maar valt altijd aan de juiste kant, zeker live. Het poppy ‘Autre Temps’ was van de partij, ook het fantastische ‘Percées de Lune’, en niet iedereen hield het droog bij de emotionele afsluiter ‘Délivrance’. Alcest speelde een redelijk softe maar geweldig spannende en kraakheldere set. Helemaal wat we nodig hadden.

Deze vijftiende editie was expliciet geen affiche met grote namen, maar zowel kwaliteit als variatie zaten zeer goed. Op organisatorisch vlak zijn er elk jaar wel wat – niet altijd erg zichtbare – aanpassingen en verbeteringen, en dat zorgt ervoor dat alles intussen op rolletjes loopt. Helaas krijgt dat weinig zichtbaarheid: het zijn incidenten die met de aandacht gaan lopen. Maar toch: geen aanschuifrijen, geen voedseltekorten, proper sanitair: dat is allemaal veel waard. En dunk!bezoekers die krantenartikels lezen over afvalbeheer op festivals fronsen eens de wenkbrauwen: herbruikbare bekers zijn hier ingeburgerd, en niemand die het in zijn hoofd haalt om rommel in het bos te gooien of anderszins de hufter uit te hangen. Het vriendelijke dunk!personeel geeft het goede voorbeeld en zit daar voor heel veel tussen. Dus ja, ook de sfeer mocht er weer zijn. Houden zo!

Gezien: dunk!festival 2019, zaterdag 1 juni 2019
Tekst: De Geluidsarchitect
Foto’s: Wouter De Bolle (www.lenscapes.be)

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
tangled-thoughts-of-leaving-at-dnk19-2
geplaatst:
zo 9 jun 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!