GABI’s intieme liefdesrelatie met haar stem

Op haar debuutalbum Sympathy verkent Gabrielle Herbst de zeggingskracht van haar stem tot in de kleinste hoekjes en nissen. Haar zang biedt de luisteraar troost in een jachtige tijd. Ze vertelt over de complexe liefdesrelatierelatie met haar stem.

Tot de categorie zangeressen die componeren en daarbij gebruikmaken van elektronica, behoort de Amerikaanse Gabrielle Herbst, die de artiestennaam GABI aangenomen heeft. Onlangs kwam haar debuutalbum ‘Sympathy’ uit en trad ze op in de kleine zaal van het Amsterdamse Muziekgebouw in de reeks The Rest Is Noise. René van Peer voelde zich aangeraakt.

Een vrouwenstem met een zacht timbre, omgeven door een lichte galm waarin bepaalde tonen even oplichten en weer uitdoven. Een vibrafoon strooit koele klanken rond die zich gaandeweg om de stem plooien. Terwijl de galm uitgroeit tot een stralenkrans, trippelt de zang omhoog en omlaag. De stem wordt verdubbeld, verveelvoudigd, bouwt uit tot een vlechtwerk van dooreengeweven lijnen. De tekst is een simpele, directe boodschap vol verlangen: “Ik wacht op je, in de herfst heb ik je nodig.” Zo opent het debuutalbum ‘Sympathy’ van de Amerikaanse zangeres en componiste.

Nabijheid
Het is een album dat je onmiddellijk weet te raken. Herbst bereikt dat eerst en vooral door haar stem. Ze heeft een uitzonderlijke beheersing in haar zang, treft tonen met grote precisie, ook als ze snelle, kordate stapjes zet of minieme buigingen in haar melodieën verwerkt. Maar de meeste indruk maakt de reikwijdte en de diversiteit van de emoties die ze in haar zang legt. Tegelijkertijd verleidelijk, kwetsbaar, krachtig en trefzeker. In het ene nummer klinkt ze volwassen, in een ander geeft ze haar stem iets kinderlijks en klaaglijks. Door nadrukkelijk het geluid van haar adem in te zetten, komt Herbst in je onmiddellijke nabijheid.
Deze intieme zang is het brandpunt van composities die ze uitvoert met een groep van vier muzikanten: een slagwerker, een gitarist, een violist en een altviolist. Ze zet veelvuldig elektronica in om haar zang uit te vergroten en in loops te vangen, en er sensuele muzikale landschappen omheen te bouwen. In die zin is ze verwant aan zangeressen voor wie elektronica een vanzelfsprekend onderdeel van het instrumentarium vormt, zoals Holly Herndon en Iris Garrelfs. Herbst onderscheidt zich van hen in de breekbare intimiteit van haar muziek. Alles is gedacht vanuit de zeggingskracht van haar stem.

Indonesië
“Ik heb mijn hele leven al gezongen”, zegt Herbst. “Ik zong veel met mijn vader Edward, puur voor het plezier. In klassieke zang ben ik me pas gaan verdiepen tijdens mijn studie aan Bard College in New York. lIka LoMonaco leerde me hoe ik mijn stem kan boetseren en gebruiken als een instrument. Door haar is mijn stem gaan groeien. Zij heeft me geleerd diepte en kleuring in mijn stem aan te brengen. Ilka had een uitgesproken lichamelijke werkwijze. Ze pakte me bij mijn gezicht, met haar handen zette ze mijn onderkaak in de juiste standen. Dat vraagt wel een groot vertrouwen. Je legt jezelf letterlijk in de handen van een ander. Maar zo verankerde ze wel de juiste standen van mijn gezicht in mijn motorische geheugen. Het was een heel directe en effectieve manier van leren.”
Het is een benadering die sterk doet denken aan de manier waarop kinderen in Indonesië traditionele dans en muziek aangeleerd krijgen. De leraar brengt zijn leerling met de handen de gewenste bewegingen bij door armen, bovenlichaam en hoofd te manipuleren zoals een poppenspeler doet met zijn poppen. De associatie met Indonesië komt niet helemaal uit de lucht vallen. Haar vader Edward Herbst, een expert op het gebied van Indonesische dans en muziek, doet dat land met grote regelmaat aan voor onderzoek en heeft daarbij Gabrielle meegenomen. De indrukken die ze in die reizen opgedaan heeft, lijken door te klinken op ‘Sympathy’. Percussionist Matthew O’Koren speelt op vibrafoon melodieën die herinneren aan de vervlochten patronen van gamelanmuziek; onder meer in het nummer ‘Mud’, waarin hij meerdere lijnen in lagen over en door elkaar heen laat lopen. “Dat moet binnengesijpeld zijn in mijn onderbewuste”, zegt ze. “Ik heb het niet bewust in de nummers verwerkt. Toen ik vijf was, namen mijn ouders me tijdens hun verblijf in Indonesië mee naar gamelanuitvoeringen. Ze hebben me verteld dat ik al snel in slaap viel, en niet wakker werd voor het was afgelopen, hoe luidruchtig de muziek ook was. Ik moet die ritmepatronen in mijn slaap hebben opgezogen. Omdat ik mijn muziek intuïtief schrijf, moeten ze uit mijn onderbewuste opgeborreld zijn.”

Glossolalie
Tijdens haar studie aan Bard College was compositie ‘een ontdekking’, zoals ze het zelf uitdrukt. Ze nam er deel aan een cursus van de componiste Joan Tower, waarvoor ze een solostuk voor cello moest inleveren. “Dat was echt zwoegen”, herinnert ze zich. “Het was alsof ik een nieuwe taal moest aanleren met een eigen schrift. De uitvoering was een betoverende belevenis. De toewijding waarmee het gespeeld werd, was een complete verrassing voor me. Maar wat de meeste indruk op me maakte, was dat iets wat ik bedacht had, buiten mijzelf tot leven kwam. Al mijn aandacht ging al uit naar mijn stem, en nu werd die stem de inspiratie voor mijn componeren. Dat was een openbaring: ik besefte dat ik componist wilde zijn, en dat schrijven voor de menselijke stem me nooit meer los zou laten.”
Een van haar eerste projecten was de opera ‘Bodiless’ voor drie zangstemmen en een uitgebreid kamerensemble. Vorig jaar ging het stuk in première in het gerenommeerde New Yorkse kunstencentrum Roulette, na jaren werken aan een partituur van honderden pagina’s waarin ze alle partijen helemaal uitgeschreven had. In diezelfde periode werkte ze al aan ‘Sympathy’, waarin de muzikanten aanzienlijk meer vrijheid kregen. “Het zijn mensen die ik goed ken. Ik weet wat ze kunnen. Ik ben wel heel precies in wat ik wil, maar er zijn steeds mogelijkheden om af te wijken van de partituur, in een spontane muzikale conversatie. Zo konden we ‘Sympathy’ ontwikkelen terwijl we er in de studio aan werkten. Het is een muzikaal portret. Elk nummer belicht een ander aspect van mij, heeft een eigen kleur, verklankt andere emoties. Het gaat in de teksten niet steeds om de betekenis van de woorden, maar om hoe ze klinken, en hoe hun klank in de muziek past. Daarom rek ik lettergrepen uit en gebruik ik glossolalie. Wat ik wil bereiken, is dat luisteraars zich voor hun gevoel fysiek in de gemoedstoestand van de muziek bevinden. Maar hoezeer de afzonderlijke nummers ook verschillen, in samenhang moeten ze één overkoepelend gevoel oproepen.”

Stem als troost
Hoe vrij Herbst en haar muzikanten zijn, bleek uit het optreden dat ze afgelopen mei in het Amsterdamse Muziekgebouw verzorgde met percussionist Matthew O’Koren en gitarist Aaron Roche, als onderdeel van haar eerste tournee door Europa. De strijkers had ze thuisgelaten. Roche gleed door de zanglijnen met telkens opnieuw aanzwellende hoge tonen. Hij sloeg ruimtelijk galmende akkoorden aan, die door de zaal heen en weer duikelden. Herbst had de strijkersarrangementen deels verwerkt in zijn partijen. De muzikale landschappen waarin elk nummer zich ontvouwde, riep Roche op vanuit zijn laptop – tot die aan het begin van het laatste nummer ‘Fleece’ uitviel. Ontdaan van de voorgeprogrammeerde omgevingen kwamen alle nuances in de zang van Herbst in een helder licht te staan. Haar beheersing was in elke buiging en ieder stapje hoorbaar.
“Ik wil proberen mensen met mijn stem aan te raken. We ondergaan een ononderbroken bombardement van technologie. Aan alle kanten wordt aan ons getrokken, waardoor concentratie van aandacht en energie verloren gaat. Dan is onopgesmukte zang belangrijk als instrument dat troost kan bieden. De stem is van alle instrumenten het meest intieme, het is direct met je verbonden. Ik heb een complexe relatie met mijn stem, alsof het een kind van me is dat ik door en door ken, met alle karaktertrekjes en grillen. Mijn stem is sterk, maar ook kwetsbaar. Het beangstigt me soms dat ik er zo afhankelijk van ben. Ik moet mijn stem met zorg omringen. Je zou kunnen zeggen dat ik er een intieme liefdesrelatie mee heb. Juist daardoor kan ik mensen met mijn zang beroeren.”

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!