Five Compositions

Wie vertrouwd is met Edition Wandelweiser, weet dat de werken die op het label verschijnen doorgaans een aantal esthetische kwaliteiten met elkaar delen: stilte speelt vrijwel altijd een cruciale rol, er wordt spaarzaam omgegaan met het gebruikte muzikale materiaal, de dynamiek is overwegend kalm, enzovoort. Toch sluit deze tamelijk rigide overkoepelende esthetiek diversiteit niet uit, hetgeen de drie meest recente toevoegingen aan de Wandelweiser catalogus mooi illustreren. ‘BetenPrayer’ is een compilatie-cd met composities van Antoine Beuger, James Weeks, Dante Boon, Sidney Corbett, Nikolaus Brass en Eva-Maria Houben. Met uitzondering van enkele subtiele pianotonen in Boons ‘Mirte’, gaat het om werken voor solosopraan, hier vertolkt door Irene Kurka. Zij slaagt er wonderwel in om de beheersing aan de dag te leggen, die zo broodnodig is om de subtiliteit van deze composities tot zijn recht te doen komen, zonder daarbij de kracht die haar stem bezit te verwaarlozen: een geslaagde evenwichtsoefening. ‘Chamber Works’, vervolgens, bundelt drie werken van de Nederlandse componiste Margriet Hoenderdos, in 2010 helaas veel te jong overleden. ‘De Lussen Van Faverey’ (geïnspireerd op een gedicht van Hans Faverey maar volledig instrumentaal) en ‘Maart ’98’ (een fijnmazig klankweb van glissandi) dateren beiden uit de vorige eeuw, en dat zij dus enigszins opvallen in een catalogus van overwegend nieuw gecomponeerd werk, spreekt voor zich. Toch leunt ook het recentere ‘Juli ’06’ aan bij de twintigste-eeuwse avant-garde. De hele cd speelt minder rechtstreeks op het gevoel en klinkt wat abstracter dan doorsnee Wandelweiser materiaal. Dat er achter de werken een geraffineerd en tamelijk technisch compositieproces schuil gaat, hoor je als luisteraar onmiddellijk, maar het resultaat staat tegelijkertijd voldoende op zichzelf om ook zonder een uitgebreid inzicht in die achterliggende werkwijze te kunnen appreciëren. Cem Güney tenslotte maakt zijn debuut op Wandelweiser met vijf composities voor viool, altviool, cello, clarinet, fluit en sporadische bijdragen van percussie en stem. Een volledig instrumentale bezetting dus, al heeft Güney vooral een achtergrond in elektronische compositie. Meteen een mogelijke verklaring voor de focus op klanktextuur, die de vijf werken in meer of mindere mate domineert. De verschillende instrumenten treden zelden op de voorgrond, maar spelen veelal lang uitgesponnen tonen die samen een geheel vormen dat gradueel verandert door subtiele ingrepen. ‘Two And Three’ – het eerste nummer – is wellicht het meest radicale voorbeeld wat dat betreft: lang aangehouden noten komen en gaan en zijn steeds door een paar seconden van elkaar gescheiden, waarbij de wijze waarop de verschillende stemmen met elkaar overlappen voortdurend verandert. De andere composities vertrekken vanuit datzelfde idee, maar worden hier en daar gekenmerkt door wat meer melodisch verloop in combinatie met enkele dynamische schakeringen, wat bij momenten een ietwat filmisch effect genereert. Qua eerste kennismaking met Güneys instrumentale werk kan ‘Five Compositions’ in ieder geval tellen.

tekst:
Jannis Van de Sande
beeld:
Cem_Gney_Five_Compositions
geplaatst:
wo 5 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!