Feral

‘I Used To Love You’ typeert de sfeer van ‘Feral’, de opvolger van debuut ‘A Quality Of Mecry’ van het uit Melbourne afkomstige RVG. Zangeres Romy Vager heeft een stem die ergens tussen die van Patti Smith (‘probeer ‘Prima Donna’), Thalia Zedek en PJ Harvey in zit. Tegelijk roept de muziek de hoogdagen van de Australische garagehausse op. Denk aan The Go-Betweens en hun gevoel om poppy aandoende rockers te brengen met een rauw randje. Eigen beslommeringen en bezorgdheid om de politieke situatie waarin we ons bevinden, vormen de inspiratiebron voor de liedjes. Elk van de nummers zou zomaar een hitje kunnen worden. Het schrijven van het betere indie-oorwurmpje zit RVG duidelijk in de genen. Het verwondert dan ook niet dat ze mee mogen op tournee met zowel The Pixies als met Faith No More. Deze band heeft namelijk alles in zich om echt groot te worden. In hetzelfde segment vinden we Kristin Hersh terug, die met haar Throwing Muses een uitstekende nieuwe plaat heeft afgeleverd. Het trio is inmiddels drie decennia actief en lijkt met ‘Sun Racket’ zichzelf helemaal opnieuw te hebben uitgevonden. Voorganger ‘Purgatory/Paradise’ dateert inmiddels van zeven jaar geleden en brak toentertijd weinig potten. Met de tien nummers die we nu krijgen voorgeschoteld, zou dat wel eens anders kunnen zijn. De plaat is evenwichtig opgebouwd en begint met een stel dwarse indierockers, vintage Throwing Muses als het ware, met ‘Maria Laguna’ en ‘Upstairs Dan’ als absolute uitschieters. Het country-achtige ‘Kay Catherine’ en de afsluitende tegelplakker ‘Sue’s’ laat de rustige kant van de band horen. In tegenstelling tot veel van hun albums zijn er deze keer geen zwakke momenten of opvullers. Het is gewoon een heerlijk eerlijke indierockplaat. Het Britse Modern Studies schuift bij elk album meer richting aanstekelijke folkrock en -pop. Waar bij eerdere platen de liedjes nog enigszins ongrijpbaar waren is daar nu minder sprake van. De engelenstem van Emily Scott is uiteraard alom aanwezig (het is de troefkaart van de band), maar haar mannelijke tegenhanger Rob St. John, die op ‘Welcome Strangers’ goed klonk, heeft zijn zangleswijsheid opgeborgen. Jammer, want hij stoort ons echt om volop te genieten van de goed in elkaar zittende poppy en loungy liedjes. Heel soms pakt de saus wel, en dan krijgen we heerlijke nummers als ‘The Blue Of Distance’, ‘Back To The City’ en ‘Spaces’. We weten dat ze beter kunnen, dus we geven de band nog een volgende kans.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
RVG_Feral
geplaatst:
vr 23 okt 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!