Factory Floor


Het discofunktrio Factory Floor uit Londen interviewen, is als de taboes van een creatieve driehoeksverhouding ontrafelen. Nik Colk Void (zang/gitaar), Gabriel Gurnsey (drums) en Dominic Butler (synthesizer) vermengen elektronische dansritmes met industrial en no wave uit de jaren 1980.

Factory Floor

Factory Floor

Wie zegt wat over wie? En wie begint met een idee en wat wordt er door wie opgepikt? Waar begint en eindigt het individu en waar begint de chemische interactie van de groep te werken? Factory Floor live klinkt als een draaikolk van fantasme, oerdrift en verdrongen gevoelens. Welkom in de tribale en subtiel op het onbewuste werkende, luide danswereld van Factory Floor.

Noisebrokjes

Ons eerste gesprek over de Skype-verbinding vanuit hun studio annex appartement in Noord-Londen is een beetje chaotisch. Net als de staat van het onderkomen zelf, de Mono Studio geheten. Ze zitten in volle repeteerfase en zijn zwaar vermoeid. Ons gesprek mist bovendien de extra communicatielaag van een face to face-gesprek. Als ik hen een week later in de Brusselse Ancienne Belgique confronteer met wat ik heb ontcijferd en onthouden van ons eerste gesprek, reageren ze geduldig, behulpzaam en ook een beetje verlegen. Vooral Void neemt ruim de tijd om een en ander toe te lichten.
Ze denkt soms een volle minuut in stilte na over mijn vragen, en geeft dan het antwoord. Voorzichtig, maar ook verrassend assertief. We hebben de laatste tijd zoveel dingen gedaan, verklaart ze het werkproces. Maar we krijgen nu pas de kans om erover na te denken, doordat mensen ons allerlei vragen stellen over de muziek. Ik houd ervan dat mensen reageren en me vertellen over hun meest persoonlijke ervaringen bij het beluisteren van de plaat. Toch is onze muziek vooral abstract; er zit geen enkel verhaal in de teksten. Dat is ons uitgangspunt en dat zal wel nooit veranderen.
De twee andere bandleden, Gurnsey en Butler, zijn intussen vlak voor het eerste concert van hun Europese toernee in de Ancienne Belgique volop aan te stressen omwille van technische problemen. Ik probeer ze wat op hun gemak te stellen en zeg: I once did an interview with Soundgarden on the last day of their tour. And survived it. Ze lachen allemaal voluit, maar laten zich niet verleiden om iets slechts te zeggen over hun muzikale grungecollegas die meer dan twee decennia geleden hun hotelkamer verbouwden om zo de immens opgebouwde spanning van het maandenlange toeren en op elkaars lip zitten, enigszins af te reageren. Ook als ik ze later in het gesprek uit hun hok probeer te lokken met de zwart-witstelling dat laptopmuziek eigenlijk saai is, krijg ik een beleefd en afgemeten antwoord: There is a space and time for everything, zegt Butler, de oorspronkelijke bassist van Factory Floor die zich pas een jaar geleden bekeerde tot analoge en modulaire synthesizers. Ook David Guetta is een patente gast volgens mijn gesprekspartners Ook al verdient die Franse smoelentrekker dan vooral zijn poen door te playbacken op de mainstage van de Tomorrowlands van deze wereld. Ja, we maken geen conventionele dansmuziek, zegt Void. Dat draait volgens mij meer om het opbouwen van sferen en er zitten breaks in om het publiek te entertainen. Terwijl wij eerder chunks of noise produceren die door de herhaling een trancey effect hebben. Daarnaast proberen we emoties te triggeren die niet zo voor de hand liggen.

Drummachine

Het monotone en wat kale, machinale geluid van hun debuutplaat op DFA Records krijgt live een met noise doorspekt en veel tribaler geluid. Met de sublieme drummer Gurnsey als drijvende kracht achter de mensmachine. Is de Duitse krautrock een inspiratiebron voor zijn metronome manier van drummen? Absoluut. Ik probeer mezelf steeds volledig in de groove te kloppen. Ik ben zeker benvloed door mensen als Jaki Liebezeit (drummer van Can, wj), hoewel ik meer houd van zijn recente werk met Burnt Friedman. Hij lijkt met het ouder worden wel wat bevrijd. Hij klinkt minder als een metronoom en laat emoties toe. Ik ben ook geobsedeerd door wat tribale stammen doen met ritmes. De meeste drummers die ik ken en bewonder raken in een trance en weten bijna van geen ophouden meer. Ik volg nooit slaafs wat Dominic aan het doen is. Ik probeer hem wel steeds bij te benen. Ik leg geen fundamenten van het tempo, zoals een klassieke drummer zou doen. Onze eerste drummer was niet voor niks Stephen Morris (New Order, wj). Hij heeft ons begeleid in het vinden van een eigen, ritmische dynamiek. Sommige mensen horen dus heel veel New Order in onze muziek. Dat is dus logisch.
Mentoren Chris Carter (van Throbbing Gristle) en Stephen Morris (drummer van New Order) keken de afgelopen jaren vanaf de zijkant bewonderend toe hoe de experimentele en donkere noiseband met roots in de postpunk zich transformeerde tot deze atavistische dansmachine. Ook gaven ze bijzonder waardevolle tips. Door samen te werken met mensen van de oude generatie heeft hun muziek iets van een nostalgische retromachine.
Het talrijk opgekomen en wat oudere publiek in de kleine AB-zaal danst en hoort vanalles, van Cabaret Voltaire tot het vroege KK Records-geluid (PWOG, Exquisite Corpse, enzovoort). Ook is deze semi-gemproviseerde muziek schatplichtig aan minimalistiche componisten als Steve Reich. De Britse kwaliteitskrant The Guardian noemde hen niet voor niks de perfecte brug tussen de avant-garde en de dansvloer. Wat ze overigens een groot compliment vinden.
Void: Volgens mij is dat vooral omdat we enorm zijn genteresseerd in instinctmatigheid, iets wat in beide muziekscenes voorkomt. Improvisatie is nog altijd een grote factor in de avant-garde, het gaat daar veelal om het werken met geluiden, en het maken van lagen van geluiden die tegen elkaar aan botsen of met elkaar interageren. Net zoals bij dansmuziek, daar draait alles om de instincten, en zo benaderen wij het gegeven dansmuziek ook altijd. De serieuzere componisten en progressieve dansproducers zijn nauwer met elkaar verweven dan de meeste mensen zouden vermoeden.
Avant-gardeprincipes en dansmuziek zijn al eens eerder in de muziekgeschiedenis met elkaar in verband gebracht. Ik denk dan vooral aan de postpunkperiode in New York, de zogenaamde no wave scene.
Void: Ja, daarom vond ik het ook geweldig om samen te kunnen werken met Peter Gordon (hedendaags componist en saxspeler die bekend is om zijn werk met Steve Reich, wj). We deden een internetsamenwerking met hem voor de 12 Beachcombing en speelden intussen ook al eens live met hem, zowel in de studio als in een zaal. In de jaren 1980 introduceerde hij orchestraal opgevatte improvisaties in de no wave scene, en werkte volgens dat concept ook samen met mensen uit de discoscene in New York. Zo werkte hij bijvoorbeeld samen met Laurie Anderson en Arthur Russell, allebei mensen die we enorm bewonderen. Zij fungeerden als inspiratiebronnen voor een groot deel van wat we tot nu toe hebben gedaan.

Toyota Corolla

Factory Floor. Een goede naam, vind ik. Beschrijft perfect wat jullie doen. Het roept herinneringen op aan het legendarische Factory-label (Joy Division, New Order, Section 25), en aan het idee van dansvloeren en wilde raves in pakhuizen. Ook doet het me denken aan een lopende band. Is dat laatste trouwens de manier waarop jullie je muziek graag produceren?
Gurnsey: Je hebt het helemaal door, man. Zo zien we inderdaad ons productieproces. Soms starten we met een ritme, dan weer met een geluid dat Dominic uit zijn synthesizers haalt, of Nik gaat aan de slag met gitaarnoise en haar unieke stemgeluid. Het is als een perfect op elkaar afgestemde productielijn in een Japanse autofabriek. Alleen maken wij geen Toyotas, maar muziek als eindproduct.
In tijden dat mensen muziek consumeren door het te downloaden van iTunes, of te beluisteren op streamingplatforms als Spotify is het bijna een statement dat jullie een compleet album uitbrengen, dat een duidelijke opbouw heeft van a tot z.
Gurnsey: Ja, tijdens het werken aan het album waren we ons erg bewust van het vinylaspect. Niet zozeer wat betreft geluidskwaliteit, maar wel de running order en de timing. De manier waarop ons album is opgebouwd, is letterlijk analoog aan het omdraaien van vinyl. Je krijgt telkens een andere ervaring wanneer je de andere kant van de plaat oplegt. Maar natuurlijk zijn we ons ervan bewust dat mensen tegenwoordig losse nummers kopen en met playlists zelf een selectie maken van hun favoriete nummers. Het oorspronkelijke idee was overigens om eerst alle nummers als aparte singles uit te brengen en pas later op n album te verzamelen. De nummers zijn zo opgevat dat ze ook als individuele nummers overeind blijven.”
Tot slot, is Factory Floor nu jullie hoofdactiviteit? Jullie spelen namelijk ook nog allemaal in eigen nevenprojecten en met mensen uit andere kunstdisciplines.
Void: Ja, samen met twee andere vrouwelijke gitaristen heb ik een plaat uit genaamd 3 Guitars, die is uitgebracht op het label van Tim Burgess (bekend van The Charlatans, wj). Dat album is erg genspireerd op dissonantie en refereert onder andere aan Glenn Branca en de eerste platen van Sonic Youth. Body/Head gaat terug op de beginperiode van Sonic Youth, toen ze voor mij ook meteen hun meest interessante platen maakten. Als grote fan van Kim Gordon ben ik overigens erg blij dat het blijkbaar weer wat beter met haar gaat, na haar scheiding met Thurston Moore.
Ik denk dat we het elkaar gunnen om de bubbel, die Factory Floor soms is, af en toe te verlaten en andere horizonten op te zoeken. Ontrouw is een beetje spannend, en toch zal mijn aankomende optreden op de eerste verdieping van een kunstgalerie niet verkeerd aanvoelen, terwijl er op de tweede en derde verdieping fotografen als Georg Gatsas exposeren. Als Factory Floor zijn we zeker niet uniek. Jij kan op basis van ons muzikale recept met twee andere vrienden net zon spannende dingen gaan doen als wij. Maar dan is er ook nog zoiets als de chemie tussen ons; we zijn drie verschillende persoonlijkheden en als we live spelen staan we zo opgesteld dat we elkaar kunnen zien. Dat is absoluut noodzakelijk als je wilt doen wat wij doen, en dat is spannend en frustrerend tegelijk. Zeker als je zoals vanavond met technische problemen wordt geconfronteerd.
Gurnsey: We zijn niet met elkaar getrouwd, maar onze studio is wel een open en creatieve plek waar we vrienden en andere muzikanten uitnodigen om hun ding te doen. Ja, noem ons gerust digitale hippies die in perfecte harmonie proberen samen te leven. Zonder jaloezie! lachend: Het resultaat daarvan heb je vast, beste vriend.

Ik laat mijn exemplaar van hun debuut op DFA maar wat graag signeren. En denk onbewust: Hoe zou het nog met Kim Gordon zijn? Maar dat is weer een ander verhaal


Dit artikel verscheen eerder in GC #118.

Koop deze editie in onze webshop!

Discografie

Factory Floor - Factory Floor (DFA/Pias, 2013)
Peter Gordon & Factory Floor ‎

Reacties