Eye Of The Microphone

Twee releases die zich op het snijvlak van muziek, sound art en puur omgevingsgeluid ophouden. Lemures in een samenwerking van de Italianen Enrico Coniglio en Giovanni Lami. Coniglio maakte eerder mooie – zij het soms wat brave – platen waarop ambient en modern klassiek hand in hand gingen, terwijl Lami als field recordist en drone-artiest actief was. Beide verwerkten eerder omgevingsgeluiden in hun opnamen, vooral ondersteunend, maar op ‘Lemuria’ spelen ze de hoofdrol. Een archief aan veldopnamen van onvermelde origine werd digitaal bewerkt tot uitgebeende, gereduceerde abstracte geluiden, waarmee het duo aan het improviseren ging. De plaat begint met een mooi deel waarin bewerkte percussieve geluiden associaties oproepen zonder herkenbaar te zijn – voetstappen? pingpongballen? – terwijl heel in de verte vlagen volksmuziek lijken langs te waaien. Maar snel gaat de compositie, en eigenlijk de hele plaat, over in uitgerekte soundscapes opgebouwd uit wat lijkt op wind, water, tractormotoren, transistor-brom, verkeer, et cetera. Veel drones dus, met een paar mooie momenten, zoals het begin en einde van deel III, waarin het geheel een beetje melodischer van toon is, en in wel iets weg heeft van werk van Marcus Fischer en andere 12K-artiesten. Maar Lemures spreken uiteindelijk niet echt tot de verbeelding, en proberen dingen die bijvoorbeeld Francisco López veel beter heeft gedaan. BJ Nilsen bouwt zijn muziek al vanaf het begin van zijn carrière op omgevingsgeluiden, maar bewerkt en verwerkt ze meestal tot ambient- en dronecomposities. Daarmee is hij minder een hardliner in het field recordings-genre dan iemand als Chris Watson, maar produceert hij tegelijk wel platen die niet alleen maar klinken als een academisch onderzoek, en vaak erg mooi zijn, zoals ‘The Short Night’ (GC#84). Op ‘Eye Of The Microphone’ ligt het accent weer wel sterk op omgevingsgeluiden, in dit geval die van Londen. Tijdens een artist in residency in het Urban Laboratory aldaar componeerde hij drie lange stukken, als een audioversie van The City, het oude hart van de stad. Hadden we moeten raden, dan hadden we eerder Trondheim gezegd. Glaciale drones, wind en zeeslag en overstemmen het amper hoorbare geroezemoes van het verkeer. Initieel zijn de composities erg abstract, maar gaandeweg geeft Nilsen wat meer vorm aan de drones, met name op het Thomas Köner-achtige middenstuk, dat de luisteraar hypnotiseert en onderkoelt. Ook het laatste deel kent een aantal mooie passages, maar wat het geheel betreft, weet Nilsen niet het niveau van eerder werk te bereiken. Misschien is Londen toch minder spannend dan we dachten.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
BJNilsen_EyeOfTheMicrophone
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!